Een verrassende reis 5-10
Geplaatst door: thei op 20-01-18
Bliepbliep…… Bliepbliep…… Bliepbliep…… Bliepbliep……
Het zou verboden moeten worden, wekkers die ‘s morgens om half zeven aflopen!
En al helemaal als ze aflopen na een te korte nacht die begon met een vrijpartij die een mens zijn leven lang niet meer vergeet. Want dat gebeurde die ochtend in dat B&B Hotel in Noord-Frankrijk. Want gevreeën hadden ze Luc en Marc die na een etmaal vol sensuele spanning uiteindelijk ontdekten dat ze allebei botergeil op elkaar waren en maar dat hebben ze ingehaald! Zoenend, strelend, zuigend, trekkend, zijn ze allebei verschillende keren klaargekomen en uitgeput in elkaars armen in slaap gevallen. Maar nu roept de werkelijkheid. Om zeven uur moeten ze aan de overkant zijn omdat dan het expeditiebedrijf begint met het laden van hun wagen en daarna moeten ze direct naar de volgende bestemming in België want daar worden ze om 10 uur verwacht. Internationaal chauffeur: altijd onderweg, altijd haast, maar toch het mooiste beroep op aarde. Marc sprong uit bed en stapte meteen onder de douche en riep: Heej slaper! eruit want we hebben haast Uuuhhhuuuee! ERUIT!!
Watttttuuhhhh?? Je nest uit ouwe rukker!!! Hhhuuuhh mot jij zeggen!! Maar deze “interessante causerie van twee heren” had toch een opmerkelijk resultaat. Luc kwam overeind rekte zich uit en stapte naast Marc in de kleine douche kabine.
Zonder verdere woorden vielen ze in elkaars armen en terwijl het warme water over hun lijven stroomde stonden ze met gesloten ogen intens te genieten van elkaar en van het moment. Marc hervond zich als eerste en drukte een stevige kus op Luc zijn mond. Deze opende hem gretig voor meer, maar Marc was onverbiddelijk: “Nee vriendje we moeten nu opschieten want we hebben de tijd meer dan nodig. Oh? Zei jij “vriendje”? met kwasi verbaasde ogen keek Luc, Marc aan en deze kon niet anders dan rood worden tot achter zijn oren. Ja dat zei ik! Zo maar? offfuh? Zo maar! Want als ik iets anders zeg dan komen we zeker te laat! En vlug stapte Marc uit de douchecabine om zich vervolgens vlug af te drogen. Luc bleef nog even onder de straal staan en liet met gesloten ogen de woorden van Marc op zich inwerken. Vriendje! Marc had hem “Vriendje” genoemd, en al deed hij nu net of dat niets voorstelde Luc wist deze titel op waarde te schatten. Marc zou dit woord nooit gebruiken als hij niet ook intens genoten had van de afgelopen nacht. Met een heel blij gevoel in zijn lijf stapte ook Luc uit de douche om zich af te drogen en aan te kleden. Marc was al in de kleren en raapte ondertussen hun spulletjes in een plastic tas. Toen dat gebeurd was, was Luc ook zover dat ze de kamer konden verlaten. Luc stond al met de deurkruk in zijn hand en Marc wilde hem volgen toen Luc zich plotseling omdraaide en Marc tegen hem opbotste. Dit was waar Luc op rekende en sloeg een arm om Marc zijn nek en drukte en kus op zijn mond: “Zo je wou toch niet zonder de dag beginnen hé?” Marc zei even niets maar zijn ogen spraken boekdelen. Luc, we gaan verder maar vanaf nu wel samen als het aan mij ligt. Afgesproken!
Ze liepen naar buiten om beneden gauw een kop koffie en wat broodjes te pakken. Precies om zeven uur liepen ze aan de overkant het terrein op waar ze hun wagen weer vonden. Gauw openden ze de zeilen en het duurde echt maar enkele ogenblikken voordat een heftruck een grote kist precies op een leeg plaatsje op de laadvoer zette. “Klootzakken” bromde Marc zachtjes voor zichzelf kon dat gisteren niet! Nee gelukkig niet! grijnsde Luc die naast hem stond en zijn gebrom hoorde! Marc keek hem aan, gaf hem een stomp en zei: “misschien heb je nog gelijk ook. Misschien ????? vroeg Luc. Ach klootzak!! Zei Marc en begon met een grijns op z’n gezicht de zeilen dicht te maken. Luc begon hem helemaal blij van binnen daarmee te helpen. Dat hij deze kanjer zijn vriend mocht noemen deed hem in de zevende hemel belanden. Even later zaten ze weer naast elkaar in de cabine en begonnen aan de volgende etappe van hun verrassende reis.
De dag verliep verder zoals verwacht er was niet zo veel verkeer op de weg. Ook op het adres in België waar ze een paar kisten moesten afleveren en 2 pallets met zakgoed laden ging het allemaal voorspoedig. In de cabine was het tijdens het rijden heel gezellig al had Luc de indruk dat Marc wat stiller werd. Af en toe bekeek hij hem tersluiks van opzij als Marc alle aandacht op de weg nodig had. Luc voelde zich gelukkig met zo’n kanjer naast zich. Onvoorstelbaar dat je in nog geen 2 dagen zo vertrouwd met elkaar kon worden dat je het zonder elkaar niet meer kunt voorstellen. Maar vond Marc dat ook? Het leek wel of Marc steeds zorgelijker en strakker voor zich uit keek en nauwelijks meer aandacht voor zijn passagier had. Ze stopten op een parkeerplaats niet ver voor de Nederlandse grens om even wat te eten. Luc sprong gelijk uit de cabine en ook Marc opende zijn portier maar in plaats van er uit te jumpen ging hij terug in de stoel en vroeg Luc om maar even wat broodjes en koffie voor hem bij de kiosk te halen dan kon hij even een tukkie doen. Luc vond het vreemd en vervelend. Het zou toch veel gezelliger zijn om even samen een rondje te lopen en samen bij de kiosk wat uit te zoeken!? Vreemd; dat was het! Maar goed, Luc ging voor beiden wat te kanen halen en was na een kwartiertje terug bij de auto. Marc bleef stil zitten en wachtte rustig tot Luc met zijn spullen binnen was. Ofschoon het helemaal niet warm in de cabine was, gutste het zweet van Marc zijn voorhoofd. Kerel ben je niet in orde? vroeg Luc bezorgd. Mwwah gaat wel, pijn in m’n pens maar verder niets. Maar in plaats van rustig het brood en de koffie op te eten startte Marc de motor en ging weer rijden. Luc keek hem verbaasd aan, kunnen we niet effe rustig eten. Nee, klonk het kortaf ik wil naar huis! Zwijgend reden ze verder. Luc verorberde intussen wat broodjes maar het viel hem op dat Marc er niet naar taalde. Zo reden ze zwijgend verder maar het ontging Luc niet dat Marc bleef zweten als een rund. Even later passeerden ze de grens met Nederland en het leek of Marc daardoor wat ontspande. Echter na een paar kilometer reed Marc hij bij het tankstation Hazeldonk weer de parkeerplaats op. Luc keek hem vragend aan en Marc zei: Bel maar een dokter, ik ga kapot mijn buik staat op springen en ik ben kotsmisselijk. Luc schrok zich rot! Hoezo waar heb je pijn. Luc dacht dat even dat Marc hartklachten had, maar Marc wees op zijn rechter onderbuik. Ik zal kijken of ze bij de pomp iets weten, Luc sprong uit de truc en zette het op een lopen naar het tankstation een eindje terug. Hij rende naar binnen en liep naar het betaalloket waar juist een blonde vrouw haar tankbeurt afrekende. “Bel direct een dokter”riep Luc in paniek naar de jongen achter de kassa.
De jonge vrouw draaide zich om en vroeg: “Kan ik soms helpen?” “Nee natuurlijk niet, ik moet een dokter hebben” bitste Luc” “En als ik je zeg dat ik arts ben zou dat helpen?”sprak ze met een mooie glimlach. Luc werd rood tot achter zijn oren en hakkelde eh eh jaja natuurlijk maar zou u dan direct mee willen komen? Ja hoor wat is er aan de hand? Terwijl ze samen naar buiten liepen wees Luc op de truc een eindje verderop en vertelde dat zijn vriend vreselijke pijn in de buik had. De jonge vrouw stelde zich voor als Sonja terwijl ze naar haar auto naast de tankzuil liep. “Stap maar in dan rijden we er naar toe”. Enkele ogenblikken later stopte ze achter de truc, vloog de auto uit en liep direct naar de passagierskant en hees zich naar binnen. Marc ondertussen had in plaats van wat te eten, een keer flink overgegeven in een plastic zak en zat wat verdwaast voor zich uit te kijken ondertussen de pijn in zijn onderbuik verbijtend. Hij schrok toen plotseling de deur werd opengetrokken en was stomverbaast daar een jonge blondine te zien opduiken. “Hallo ik ben Sonja en ik hoor dat het niet goed gaat”. “Nee ik ga kapot als er niet gauw wat veranderd en hield ineengedoken krampachtig zijn hand op zijn onderbuik. We zullen eens kijken sprak Sonja rustig. Kun je wat achterover gaan zitten zodat ik even kan kijken of het is wat ik denk? Wat denk je dan? vroeg Marc. Ik denk dat jij een acute blindedarmontsteking hebt maar om daar zeker van te zijn moet ik even je buik voelen. Moeizaam ging Marc achterover en Sonja zette haar hand op de rechteronderbuik. Langzaam drukte ze dat in en Marc reageerde eigenlijk nauwelijks, hij liet het maar gebeuren. Totdat Sonja plotseling haar hand terugtrok en niet alleen de buik maar ook Marc plotseling omhoog schoot. AAAAAAAAAUUUUWWWWW!!!! krijste Marc het uit. Mooi zei Sonja, ik weet genoeg. Ze liet zich uit de truc zakken en wendde zich tot Luc die al die tijd braaf buiten had staan wachten. Dit is duidelijk een appendicitis. Hij moet direct naar het ziekenhuis. Ik weet dat het langer duurt om hier een ambulance te krijgen dan dat ik hem zelf mee neem, want ik ben op weg naar mijn werk in dat ziekenhuis. Ik zal mijn auto tot hiernaast rijden en dan moeten we maar kijken hoe we hem uit die truck krijgen. Marc had alles mee gehoord en zei dat hij zich er wel uit zou laten glijden als Luc zorgde dat hij niet kon vallen.
Terwijl Sonja naar haar auto holde probeerde Marc overeind te komen maar dat lukte niet. Als hij zich niet als een bal opgerold in elkaar drukte verging hij van de pijn. Luc begreep dat het nooit zou lukken om Marc zo heelhuids uit zijn stoel op de grond te krijgen. Vertwijfeld keek hij om zich heen en zag een collega trucker, een boom van een vent, zijn kant op komen. Hij wenkte hem om sneller te komen en de massa zette zich zowaar op een drafje.
“Is er iets aan de hand?”.
“Ja mijn vriend moet naar het ziekenhuis maar kan bijna niet uit zijn
truck komen. Kun je even een handje helpen?”. “Ja natuurlijk wacht even”. Op
dat moment kwam Sonja aan gereden en parkeerde haar auto vlak naast de
truck. De chauffeur, die later Cor bleek
te heten, maakte het chauffeursportier open en zag Marc als een zielig hoopje
ineengedoken in zijn stoel zitten. Hij stapte op de treeplank en gelaste
Luc hem met een hand op zijn kont en een
andere in zijn rug goed te steunen. Vervolgens schoof hij zijn rechterarm
achter Marc zijn rug en plaatste zijn linkerarm in de knieholte. Hij tilde Marc
uit zijn stoel en vroeg Luc toen om hem tegen te houden als hij zich zo
laten zakken. Dat lukte wonderwel en
eenmaal met twee voeten op de grond draaide Cor zich een halve slag een
deponeerde Marc, als een kleutertje op de passagiersstoel van Sonja haar auto. Heel zorgzaam bracht hij
de gordel aan en met een “Nou het beste ermee” klopte hij Marc op zijn schouder
en sloot vervolgens het portier. Marc keek hem met een kleine glimlach op zijn
van pijn vertrokken gezicht aan. “Laat Luc de firma bellen, het nummer staat op
het portier en vragen naar van Prooijen. Die zoekt wel een oplossing”. Sonja
stond al bij haar portier om in te stappen. “Ik breng hem naar het Amphia ziekenhuis Langendijk afslag
2596 keer gelezen
Score: 9
(van aantal stemmen: 30)
Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.