Een verrassende reis 7-10

Geplaatst door: thei op 26-01-18

Hallo allemaal.

Ja het blijft en verrassende reis. Zoals ik (blij) verrast ben door jullie positieve reacties, zo worden Marc en Lu verrast door een onverwachte ziekenhuis opname met, hoe kan het ook anders, verrassende gevolgen.

 

7

Luc ging  nog even op “zijn“ bankje zitten en of het nu kwam door het lekkere zonnetje of  toch door het klaarkomen zojuist, hij dommelde zomaar weg en viel in een diepe slaap.

Plotseling schrok hij wakker en zag dat hij ruim een uur had geslapen. Hij rekte zich eens lekker uit en begon naar “zijn” truck te slenteren, want de aflosser zou nu wel niet zo lang meer op zich laten wachten. Luc had juist zijn rondje om de truck gemaakt toen er pal achter hem een andere truck arriveerde. Bijna tegelijkertijd sprong er links een oudere man van zeker 50 jaar en rechts een gozer van hooguit 25 uit de cabine. Ze liepen direct op Luc toe en de oudste stelde zich voor als Gerrit Vonk en met een armzwaai naar zijn maat  zei hij: “En dit is mijn zoon Koos”.  We hoorden dat er hier problemen waren maar dat gaan we oplossen. Luc vertelde in het kort wat er was gebeurd en dat hij blij was dat zij er toch zo gauw waren, want hij was het spuugzat op deze parkeerplaats. Oké zei Gerrit. Ik heb van van Prooijen begrepen dat het de bedoeling is dat Koos deze truck naar Rotterdam rijdt. Jij zou de sleutels en de papieren hebben en die wil ik wel even zien want van Prooijen wist ook niet precies waar het spul moet worden afgeleverd. Luc pakte uit de truc een tas en diepte daaruit een bos lading- papieren op en reikte die over aan Gerrit. Die bladerde er even doorheen en vond toen wat hij zocht:  Drutenstraat, dat is dus op dat korte piertje in de Waalhaven bromde hij terwijl hij even naar Koos keek om te zien of hij het begrepen had. Dit was het geval en Koos die inmiddels de sleutels van Luc had overgenomen maakte al aanstalten om in de truck te klimmen. Hoho zei Gerrit, wat ben je van plan wou je hem, wijzend naar Luc, hier laten staan?  Oh nee tuurlijk niet, maar waar moet jij eigenlijk heen?

Weet ik eigenlijk niet. Ik woon in Dordrecht maar ik zou eigenlijk wel eventjes naar Marc in het ziekenhuis willen. Dus als je me in Breda afzet vind ik dat prima. Het schijnt niet ver van afslag 15 te zijn. Nou weet je wat, we gaan rijden en dan kijken we wel wat we doen als we bij Breda zijn. Oké zei Gerrit tegen zijn zoon  “Je belt maar als je weet wat je gaat doen, dan zien we elkaar wel weer in Rotterdam”. Jaaaah  Paaaah! zei Koos met zijn hoofd schuddend en klom achter het stuur waar Marc nog maar een paar uur geleden achter vandaan gehaald was. Luc nestelde zich weer op zijn vertrouwde plekje en was al lang blij dat hij deze parkeerplaats kon verlaten.

 

Veel sneller dan gedacht waren ze al bij de afslag en  Luc vroeg Koos om hem daar inderdaad maar af te zetten. Nou zei Koos dan rij ik wel even een blokje om en zet je bij het ziekenhuis af. Wat doe ik trouwens met jullie bagage? Ja dat weet ik ook niet. Ik kan moeilijk met twee plunjezakken in het ziekenhuis aankomen maar ik heb wel wat spullen nodig als Marc hier langer moet blijven.  Weet je wat als je nu eens even voor jullie allebei voor een paar dagen reut in één tas stopt. Die neem je mee en de rest lever ik wel af op het kantoor. Lijkt me een strak plan zei Luc die direct begon te graaien in de tassen die hij naar zich toe getrokken had. Ondertussen reed Koos over de Graaf Engelbertlaan en de Diaconesselaan naar het Amphiaziekenhuis. Toen hij daar aankwam had Luc zijn zaakjes op orde en was klaar om afscheid te nemen van Koos, die juist de wagen voor het ziekenhuis had neergezet.

Ze gaven elkaar een stevige hand en met een bedankt van Luc en een “doe Marc de groeten en beterschap” van Koos sprong Luc uit de truck. Hij zwaaide nog een keer naar de wegrijdende Koos en daar stond hij met een volle weekendtas voor de ingang van het ziekenhuis.

Hij ging naar binnen en liep direct naar de infobalie.”U zoekt” ? vroeg de dame vanachter een pc scherm? Eh eh ik zoek Marc Swets stotterde Luc een beetje, hij is net met een arts hier naar toe gebracht. De dame tikte even op het toetsenbord en keek toen bedenkelijk naar het scherm. Niet op een verpleegafdeling in ieder geval, dan even hier kijken mompelde ze meer in zichzelf dan dat ze tegen Luc sprak en toen klaarde haar gezicht op. Hij ligt nog op de verkouverkamer,  en daar is geen bezoek toegestaan. Bent u familie? Ja, hij is mijn partner, zei Luc,  terwijl hij voelde dat hij begon te blozen. Eergisteren voor het eerst ontmoet en nu noemde hij zichzelf “zijn partner”.

 

Maar kennelijk was dit voor de balie medewerkster  ruim voldoende reden om direct in aktie te komen. Ze pakte de telefooon  drukte op een paar toetsen en even later verscheen er een brede glimlacht op haar gezicht. ‘Hoi Els, hoe is het ligt er bij jou een Marc Swets  in bed? “Wat zeg je?”…… Nou ik denk dat ik je dan moet teleurstellen” sprak ze met een korte blik op Luc, “maar daar kom je zo wel achter, er komt iemand naar je toe”. Ze legde de hoorn op de haak, keek met een vrolijk gezicht naar Luc en zei: “Je hebt geluk Els heeft dienst en dan mag je wel even naar de verkouverkamers maar het is niet gezegd dat je bij je mannetje mag want hij slaapt nog diep.

Hier achter is de trap en daar ga je naar beneden  dan rechtsaf en aan het einde van de gang is de afdeling”. Snel liep Luc de aangewezen route en het duurde niet lang of hij was op de afdeling waar een blonde zuster hem tegemoet kwam. U kwam voor mijnheer Swets ? Jaah was zijn antwoord ik ben Luc. Ik ben Els zei  de verpleegster terwijl ze hem een hand gaf en hem met een vinger op haar lippen wenkte dat hij haar zwijgend moest volgen. Vlug liepen ze een korte gang door en aan het einde opende ze zachtjes een deur. Luc volgde haar en daar zag hij Marc liggen tussen de witte lakens. Aan het infuus in de arm en een monitor waarop allerlei grafiekjes, streepjes en cijfertjes te zien waren  kon je zien dat het geen normaal slaapje was waar Marc in verzonken was. Ben je zijn broer vroeg Els?  nee zei Luc hij is mijn partner. Dus je begrijpt dat ik heel erg ongerust ben en graag wil weten hoe het nu met hem is. Ja dat snap ik. Maar ik kan je zeggen dat het heel goed gaat. Hij had een acute blinde darm ontsteking maar deze was nog niet geperforeerd. Hij is geopereerd en ik verwacht dat hij zo wel uit de narcose komt. Als je wil mag je hier wel even blijven. Wil je koffie?  Oh graag; zwart alsjeblieft. Oke ik haal het effe ik ben zo terug. En weg was ze. Luc liep naar het bed en drukte een zoen op de lippen van Marc. Alsof hij er op had gewacht gingen zijn ogen open, maar wat hij zag leek niet echt tot hem door te dringen en hij sloot zijn ogen dan ook maar weer. Terwijl Luc met een glimlach naar Mark stond te kijken kwam Els weer binnen. Pak een stoel, en hier is je koffie, terwijl ze op de monitor keek vroeg ze: Is hij wakker geweest?

Ja heel even, toen ik hem een zoen gaf. Nou ik weet niet hoe lang jullie elkaar al kennen maar zijn hart gaat nog steeds sneller kloppen als hij je ziet!. Luc werd rood tot achter zijn oren maar het leek hem niet verstandig om nu te zegen dat ze elkaar nog maar een paar dagen kende. Hij was veel te blij dat hij bij Marc kon zijn en liet het maar zo. Ik laat jullie nu maar alleen. Als je tegen hem gaat praten wordt hij sneller wakker. En hoe eerder hij wakker is hoe sneller jullie hier weg kunnen..  Nauwelijks was Els verdwenen of Luc boog zich weer over Marc. Opnieuw drukte hij een zoen op  zijn mond maar nu niet vluchtig maar intens en langdurig, het miste zijn uitwerking niet. Opnieuw opende Marc zijn ogen maar nu was er duidelijk een blik van herkenning. Hij hield zijn ogen open en vroeg “Wat is er gebeurd, waar ben ik?” Je bent in het ziekenhuis en ze hebben net je blindedarm verwijderd. Heb je pijn? Nee dat niet maar het voelt wel raar. Bijna in een reflex tilde Luc het laken op om te zien wat de schade was. Zoals te verwachten was prijkte er een groot wit plakkaat op de rechter onderbuik daar was weinig te zien. Onwillekeurig keek Luk ook even verder en zag een intens verschrompeld pikkie waaruit een katheter  slangetje kwam. Met een glimlach liet Luc het laken weer zakken. Hij moest denken aan de fiere paal waar hij nog geen 24 uur geleden zo intens van genoten had. Ach het zou allemaal wel goed komen. Hij keek Marc weer aan maar die lag weer met gesloten ogen,  maar vroeg met een grijns op zijn gezicht toch wel of alles er nog aanhing. Ja maak je geen zorg het is alleen wat verschrompeld maar daar weet ik wel raad op. Zie jij eerst maar eens echt waker te worden en vervolgens weer op te knappen. Want hoe dan ook ze hebben je wel te grazen gehad.  Alsof  Marc ineens weer een trede bewuster werd wilde hij plotseling overeind komen en vroeg hij met een heel verschrikt gezicht waar is mijn wagen? Alles goed, alles goed ,suste Luc hem en drukte hem weer terug in het kussen. Gerrit en Koos Vonk waren een paar uur nadat jij was afgevoerd op de parkeerplaats en Koos heeft  jouw wagen overgenomen.

Hij heeft mij hier afgezet en is nu naar Rotterdam. Oh, was de reactie van Marc, maar wat is er dan eigenlijk gebeurd want ik weet alleen dat ik verschrikkelijke pijn in mijn buik kreeg en een parkeerplaats ben opgereden. Maar ik weet niet hoe ik hier kom. Nou heel simpel. Luc vertelde wat er gebeurd was, de hulp die ze hadden gekregen van Sonja en Cor en dat hij Luc zelf nog opdracht had gegeven om van Prooijen te bellen waardoor Gerrit en Koos ingeseind konden worden. Tjonge jonge het is me wat en nou lig ik hier, zou dat nog lang duren?   Ik weet het niet zei Luc,  maar nu je toch weer aardig aanspreekbaar ben zal ik eens kijken of ik iemand kan vinden die ons wat wijzer kan maken. Hij ging de kamer uit op zoek naar Els die hij al gauw had gevonden. Hij vertelde dat Marc redelijk bij kennis was en wat er nu verder ging gebeuren. “Prima”zei Els, ga maar terug naar hem en dan kom ik zo met de dokter bij jullie.

Na tien minuten kwam Els met een oudere man de kamer op. Hij stelde zich voor als dokter van Laar en vertelde dat hij de operatie had uitgevoerd. “Je was er mooi op tijd bij. Je appendix was geweldig ontstoken maar verder was er niets aan de  hand. Over een paar dagen mag je naar huis, en over twee maanden ben je weer helemaal de oude”. Terwijl hij sprak tilde hij het laken op en keek naar het verband. “Geen spoortje bloed, prima je mag naar de afdeling”. “Els weet jij al waar hij heengaat”?  Ja hij kan naar afdeling 4. Mooi wat mij betreft kan dat nu gebeuren. Oké zei Els, dan ga ik bellen en kom zo bij jullie terug.

Nou dat valt niet tegen zei Marc, toen ze weer alleen in de kamer waren. Maar ik zou niet weten hoe ik me alleen moet redden want ik heb het gevoel dat ik helemaal niks meer kan. 

Nou, je hebt geen erg hoge pet op van je bijrijder geloof ik. Maar als jij nou gewoon niet al te eigenwijs bent en doet wat er van je gevraagd wordt dan komt dat best in orde sneerde Luc.

“Ja baas!” bromde Marc timide. En direct daarna  zwaaide de deur open.

Een niet al te grote dertiger kwam de kamer binnen. Hij stelde zich voor als Steve van Haaren en zei dat hij een patiënt naar afdeling 4 moest brengen. Dat klopt zei Luc dat is deze gozer, wijzend op Marc. Nou dat lijkt me duidelijk en daar zullen we eens gauw mee beginnen  want dit is voor vandaag mijn laatste klusje en dan ga ik lekker naar huis.

 

Met een paar soepele hand- en voet grepen maakte hij het ledikant rijvaardig en vroeg aan Luc of hij mee ging?  Ja natuurlijk zei Luc, nou gooi die tas dan maar op het voeteneinde en als je dan de deur wil openmaken dan gaan we rijden. Vlot en snel manoeuvreerde Steve het bed door de deur en reed hem in vlot tempo naar de lift. Het duurde even voor deze er was en zodra ze in de lift stonden sloten de deuren, drukte Steve op de “4” en ging de lift omhoog en toen …PATS!! .. het licht ging uit en met een schok kwam de lift tot stilstand …..totale stroomstoring. Nadat tot hun doordrong dat ze vastzaten en hun ogen aan het schaarse licht van de noodverlichting gewend  waren drukte Steve die daar het kortste bij stond op de knop van de intercom. Het duurde even voor er een reactie kwam en een mannenstem meldde: “Goede middag, wij kampen met een algehele stroomstoring, heeft u een acuut probleem of  kunt u het enige tijd uithouden?  Steve antwoordde dat hij met een operatiepatiënt op weg was naar de vierde etage, maar dat hij geen acuut probleem voorzag. Oké vroeg de stem, met hoeveel personen bent u in totaal in deze lift?  Ik ben samen met de patient en nog een man in deze lift. Ben jij dat Steve?  Ja, hoezo?  Hier met Willem, en als ik hoor met wie jij daar inde lift bent,  dan maak ik me over jou geen zorg. Nee maar als je mij niet verteld hoelang dit gaat duren dan mag jij je over jezelf wel zorg gaan maken zodra ik hier uit ben! Oké, oké, als jullie geen acute problemen hebben dan moet je rekenen dat het een uur gaat duren. Als de noodstroom op volle sterkte werkt worden een voor een de liften gereset en in werking gesteld. Maar dat gaat even duren en de meest acute probleem gevallen worden het eerst opgelost. En ik schat zo in dat jullie het wel een uur met elkaar uithouden. Nou daar hoef jij je niet druk over te maken, zorg maar dat we hier gauw uitkomen want ik wil naar huis. Ja dat snap ik want vannacht ben je ook weer alleen hé!

Ja wrijf het er maar in, maar ga nou maar gauw aan het werk want we willen er uit!  Oké groetjes!   En de verbinding werd verbroken. Volgens mij kennen jullie elkaar, zei Luc tegen Steve.  Ja joh, die portier is mijn zwager en zijn broer moet hem om elf uur aflossen voor de nachtdienst zodoende weet hij dat ik vannacht alleen ben. Dus jij bent getrouwd met zijn broer? Ja, goed geraden!  En jullie, zijn jullie ook een stel? vroeg Steve. Nou nog niet echt want we kennen elkaar nog, maar een paar dagen zei Luc, maar de clic is er wel en ik denk dat we het wel met elkaar blijven uithouden. En in een paar zinnen vertelde Luc heel openhartig wat er in de afgelopen dagen was gebeurd. Maar het is wel heftig want we zijn geen van beiden uit de kast. Nou ja moet dat dan? Als het goed voelt, dan zit het goed. En hoe je dan je relatie invult moet je lekker samen uitmaken. Hoe bedoel je, mengde nu ook Marc zich in het gesprek. Nou bijvoorbeeld of je strikt monogaam blijft of dat er ruimte is om ook eens wat met een ander te doen zonder dat dit tot scene´s en toestanden leidt. Ja maar kan dat dan­? vroeg Luc verbaasd. Mij dunkt dat als je een partner hebt dat je dan niet met een ander moet rommelen. Waarom niet? Jouw vriendje is internationaal chauffeur, en jij woont hier. Dacht je dat hij in Spanje niet geil kan worden omdat  zijn vriend in Holland woont?  En dan, mag’tie zeker alleen maar een beetje rukken in het donker?  Kijk je moet wel eerlijk tegen elkaar zijn en als jullie afspreken dat er alleen maar thuis wordt gegeten dan is dat jullie zaak. Maar ik ben blij dat ik niet in zo’n relatie zit. En hoe lang zijn jullie dan al een stel?  vroeg Marc weer.

Oh we kennen elkaar vanaf de LTS toen waren we 13. Kort daarna ontdekten we dat we allebei heel veel voor elkaar voelden en toen we 18 waren zijn we samen gaan wonen, dat is nu 19  jaar geleden. Zo daar kunnen wij nog een voorbeeld aan nemen zei Marc tegen Luc. Zeg dat wel. Maar hoe gaat dat dan, als jij een leuke gozer ziet duik je er mee in de koffer en laat je vriend toekijken? Hahaha, helemaal mis. Ten eerste is het niet mijn vriend want we zijn getrouwd dus mag ik spreken van “mijn man”.  Ten tweede als ik iemand zo leuk vind dat ik er mee de koffer in wil blijft mijn man niet toekijken. Maar voor ons is er een duidelijk verschil tussen sex en liefde. Wij houden van elkaar en zullen elkaar door dik en dun steunen. Maar als “gerritje” omhoog komt en er is een lekkere manier om hem weer rustig te krijgen dan doen we dat.


Maar nu wat anders; waar slaap jij vannacht? vroeg Steve terwijl hij Luc aankeek? Weet ik niet, denk in een hotelletje, hoezo? Nou wat mij betreft logeer je gewoon en paar dagen bij ons tot hij hier, wijzend op Marc, weer wat is opgeknapt. Nou ik weet niet of ik daar zo van opknap, bracht Marc naar voren. Hoezo, bang dat ik je vriendje afpak?  Ja eigenlijk wel zei Marc. Luc stond  naast het bed maar boog zich spontaan voorover om Marc een stevige kus op zijn mond te geven. Deze spontane verzuchting maakte Luc duidelijk hoezeer Marc op hem gesteld was. En als ik jou nou niet beloof dat we niet aan elkaars pikkie zullen zitten maar wel dat er maar eentje is waar ik mij mee verbonden voel?  “Dan word ik van jullie gestoei niet vrolijk maar je eerlijkheid maakt me wel heel erg blij”, antwoordde Marc.

En om heel eerlijk te zijn, ik ben nog altijd single omdat ik de vrijheid wil hebben om te genieten van al het moois dat er onderweg te beleven valt, dus wat dat betreft past dit ook wel in mijn filosofie van een ideale relatie. Nou mooi toch! riep Steve.

Maar nu wat anders, wanneer gaat deze  rotlift eens een keer omhoog. Ik zie ons nog de nacht met z’n drieën doorbrengen. Nou ik doe niet mee hoor zei Marc met een verschrikt gezicht. Ik wil alleen maar rustig liggen en slapen. Ja wat wil je na zo’n narcose. Ik vind trouwens dat je toch super helder bent voor een operatie patiënt. Ja ik moet wel helder zijn want ik moet jullie in de gaten houden! Waarop ze het met z’n drieën uitschaterden.  Onder het lachen flitste ineens de TL balk weer aan en ze moesten hun ogen dichtknijpen om even rustig aan het licht te wennen.  Zodra Steve aan het licht gewend was probeerde hij of de lift zou reageren op de knoppen maar er gebeurde niets. Steve drukte wee op de intercom en even later meldde Willem zich weer. Onmiddellijk riep Steve ’Wat is dat voor klootzooi nou brandt wel de lamp maar dat kreng doet nog niks”. Rustig kerel rustig antwoordde Willem, ik heb je toch gezegd dat de lift eerst gereset moet worden. Als dat gebeurd is zakt hij langzaam tot hij op een etage komt, dan gaan de deuren open en zodra ze dan weer dicht zijn functioneert de lift weer normaal. Maar als nu de TL bij jullie al brandt denk ik dat het niet lang meer zal duren”. Het is je geraajen”, bromde Steve . Nauwelijks had hij dit gezegd of de lift ging langzaam naar beneden. Toen hij vervolgens stopte gingen de deuren open en bleken ze op de eerste etage te zijn. Ze wachten even en toen de deuren weer dichtgingen drukte Steve op de 4, en alsof er nooit iets gebeurd was zoefde de lift naar de etage waarop ze moesten wezen.

 

Daar aangekomen schoven ze het bed met Marc uit de lift en Steve zei dat hij even zou informeren terwijl Luc bij Marc bleef. “Aardig hé van die gozer dat je bij hem kunt slapen” zei Marc, “Ja inderdaad maar ik vind het zo apart dat ik het ook nog aangenomen heb, normaal zou ik dit nooit doen maar sinds ik jou ontmoet heb lijkt het wel of ik met iedere kerel meega die het me vraagt” zei Luc. “Nou, merkte Marc op, dat is dan een mooi vooruitzicht voor mij”. “Ach maak je maar geen zorgen ik zal altijd weer naar je terugkomen, is het dan goed? en terwijl Luc dit zei kon hij het niet laten om even met zijn hand door Marc zijn haardos te rossen. Stoor ik ? vroeg Steve, “de heren zijn zo lekker bezig”. Ja nu kan het nog even zei Luc maar weet je iets? Ja hij gaat naar kamer  4.12. daar ligt hij alleen en dan kan hij lekker uitrusten. De afdelingsarts zou zo dadelijk nog even naar hem kijken en misschien horen we dan ook hoe lang hij moet blijven. Op de kamer aangekomen kwam er al direct een verpleegster die zich voorstelde als Annie, om het intake gesprek te houden. Steve, zei dat hij nog het een en ander te doen had en dat Luc maar op deze kamer moest wachten. Als hij zijn dienst er op had zitten zou hij Luc wel op deze kamer oppikken. Kort daarna kwam de arts. Hij onderzocht Marc en vertelde dat hij als alles goed ging waarschijnlijk na het weekend naar huis zou mogen. En met de melding van Annie dat ze zo dadelijk terug zou komen met drinken en wat pijnstillers die zo zoetjes aan ook wel nodig waren lieten ze de beide heren alleen. Want door alle afleiding ging het nog wel, maar nu Marc steeds rustiger in zijn bedje aan het bij-komen was kwam de pijn ook weer opzetten. Anders dan vanmiddag, maar toch! Marc was nog gekleed in een operatiehemd en zijn kleren zaten in en zak die aan het bed geknoopt was. Terwijl Luc juist deze kleren in de kast wilde leggen kwam Annie met een karretje waarop allerlei dranken stonden de kamer in. “Zo ik heb alles maar meegenomen, denk je dat je al iets kunt drinken? “ vroeg ze aan Marc. Heb je karnemelk? Ja. Dan doe dat maar zei Marc. Dat is goed zei Annie maar doe dan eerst even deze twee pilletjes met flink wat water innemen, dan een glas karnemelk en dan gewoon lekker slapen zei  Annie en terwijl ze dit verzorgde, had Luc de spullen in de kast liggen.  En jij, zei ze tegen Luc, pak ook maar iets van deze kar, het mag eigenlijk wel niet maar je bent ook al zo lang in de weer dus pak maar gerust. Luc schonk zich een glas Jus d’orange in en nestelde zich in de stoel naast het bed.


Nadat Annie was vertrokken keek Marc liggend in een puik opgeschud kussen met halfopen ogen naar Luc. Zonder één woord te zeggen keken de twee elkaar zo een poosje aan ze voelden beiden: Dit is goed! Alsof ze elkaar al jaren kenden. Wat er ook gebeuren zou ze zouden elkaar nooit meer loslaten. Langzaam boog Luc zich voorover en zijn lippen op die van Marc. Langzaam schoven hun tongen langs elkaar en zo, intens genietend van elkaar trof Steve ze, toen deze de kamer op kwam. Geen van beiden merkte hier iets van, zo gingen ze in elkaar op. Maar Steve wilde toch wel naar huis dus na enige tijd kuchte hij maar eens waardoor de beide verliefden ineens weer van hun roze wolk in de boze buitenwereld tuimelden.  

Lachend zei Steve, ja sorry maar ik wil ook nog wel even tongworstelen en daarvoor moet ik toch echt naar huis. Wat spreken we af. Wij wonen op loopafstand van het ziekenhuis dus  als we nu naar huis gaan dan kun je na het eten nog gemakkelijk even op bezoek.

Lijkt me een strak plan zei Luc. Dan kan Marc even lekker slapen en spreken we vanavond wel af hoe we het verder doen. Luc stond op, pakte zijn tas, gaf Marc ‘n zoen en liep met Steve de kamer uit. Via de trap liepen ze naar beneden omdat dit volgens Steve veel sneller en gezonder was dan die stomme lift die ook nog kan blijven hangen. “En jij houdt niet van dingen die kunnen hangen”? vroeg Luc hem met een grijns. “Dat ligt er helemaal aan wat er hangt,  maar er zijn nu eenmaal zaken die hangen nooit lang als het aan mij ligt” antwoordde.  Steve gevat.  “Nou die lift bleef vanmiddag anders verrekte lang hangen ”Nou die lift misschien wel maar ik had de indruk dat er in de lift weinig hing, of vergis ik me?” “Nee je hebt gelijk, ik werd best een beetje geil van al het geouwehoer over en weer”. Zie je wel!”

Via de personeelsuitgang kwamen ze aan de zijkant van het gebouw naar buiten en over een klein paadje door de tuin bereikten ze al gauw een openbare weg. Kijk dit is de Langedijk. Die steken we over en dan gaan we even links en dan daar rechts de Jacob Catssingel in, daar wonen wij. Jij moet straks even rechtsaf de Langedijk aflopen en dan links de Diaconessenweg in, dan sta je zo bij de hoofdingang. Ondertussen waren ze een eind  de straat ingelopen en aan het einde van kort zijstraatje links liep Steve een voortuin in, ze waren er al. Voordat ze bij de deur waren zwaaide deze al open en werden ze begroet door Kees die ze al aan had zien komen. Steve gaf Kees een stevige knuffel en zei, wijzend op Luc, “Dit is Luc, onze loge voor een paar dagen”.” Oké welkom”, sprak Kees terwijl hij Luc joviaal de  hand schudde.”

In het huis hing een heerlijke lucht die verraadde dat er in de keuken al hard gewerkt was.

“Wat willen jullie? We kunnen over een half uur aan tafel, maar als je eerst wilt douchen dan kunnen we ook wat later eten”  “Nee ik vind over een half uur eten prima, dan drinken we vooraf een glaasje, dan kan Luc nog mooi even naar het ziekenhuis en hebben wij het rijk nog even alleen” zei Steve terwijl hij Kees een vette knipoog gaf.

Zo kwam het dat ze even later met z’n drieën in de woonkamer aan een biertje zaten.

De ovenschotel die Kees voor hen had klaargemaakt, smaakte daarna des te beter.

 

2567 keer gelezen

Score: 9
(van aantal stemmen: 26)

Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.