Een verrassende reis 9-10

Geplaatst door: thei op 01-02-18

Het negende en voorlaatste deel alweer maar ik hoop dat het jullie nog voldoende boeit om dor te gaan tot het "gaatje"

Bedankt voor de verschillende fijne reacties die een aantal van jullie hebben gegeven.


Veel leesplezier 9


Er werd open gedaan door een man die duidelijk van Indische afkomst was en ik wilde me al verontschuldigen omdat ik er van overtuigd was aan het verkeerde adres te zijn toen hij zei: “Jij bent Stephan van Haaren neem ik aan”?  “Ja dat klopt”. “Nou kom maar binnen. Stef  is nog boven maar hij zal zo wel komen”. Hij stelde zich voor als Andre Matulesi en schudde me hartelijk de hand. Hij ging me voor naar de woonkamer, bood me daar een zitplaats aan en vroeg wat ik wilde drinken. “Ik lust wel een kop koffie” Dat komt goed uit want ik heb net vers gezet, Wij drinken rond deze tijd als we uit ons werk komen ook altijd koffie. Voor mij werd in enkele minuten duidelijk dat ik in een huishouden van mannen was terechtgekomen. Het was er netjes, gezellig ingericht, opgeruimd, maar de “woman’s touch”ontbrak dat was duidelijk.

Op het moment dat Andre met de koffie uit de keuken kwam ging de deur naar de gang open en kwam “oom” Stef  binnen. Hij stond perplex toen hij me zag. De gelijkenis tussen ons op dezelfde leeftijd was inderdaad verbluffend en zei: ”Heb ik dan toch een zoon?” “Dat geloof ik  niet maar u heeft wel een neef  en dat ben ik!”. Nadat we elkaar een hand hadden gegeven en aan de koffie zaten werd Stef heel ernstig. “Stephan”  zei hij “ik weet niet of ik blij moet zijn dat je me hebt gevonden. Wat je niet hebt kun je ook niet verliezen. Ik had een grote familie die ben ik van de ene op de andere dag kwijt geraakt. Daarover heb ik heel veel verdriet gehad maar daar ben ik nu wel overheen. Maar nu kom jij en dat betekend onherroepelijk weer een stuk familie die ik zal verliezen of opnieuw een jongeman die zijn familie kwijtraakt”. “Hoe bedoelt u dat? “. Stef  keek me indringend aan en vroeg: “Heb je werkelijk geen idee, of wil je weten of jou vermoedens juist zijn?”  Ik moest even nadenken want deze vraag had ik niet verwacht. “Ik heb wel vermoedens, maar wil weten  wat er is gebeurd om te weten wat me te wachten staat”.  Hoezo “te wachten staat? ‘ Ik voelde dat ik rood werd tot achter m’n oren maar ik durfde niet uit te spreken wat ik bedoelde.  ‘Oom keek me nog eens indringend aan en zei “Alles op z’n tijd jongen, maar je hoeft ons niets te vertellen wat je liever nog voor je houd. Daarop keek hij even naar Andre en die beantwoordde zijn blik met een warme glimlach en een nauwelijks merkbaar hoofdknikje. Voor het geval je het nog niet weet: Ik ben homo en gelukkig is André dat ook want zodoende hebben we  de problemen die ieder van ons  te verwerken heeft gehad overmeesterd en zijn we er als twee gelukkige en veel sterkere mensen uitgekomen. “Nou dan ben ik dus niet de eerste homo in de familie” was mij spontane reactie. Stef keek me aan en vroeg; “En dat is algemeen bekend?” “Nee natuurlijk niet dat weet alleen Kees” zei ik voor dat ik besefte wat ik zei vroeg Stef: “Wie is Kees”. Ik voelde dat ik helemaal rood werd omdat ik ons geheim dat we toen al vijf jaar heel zorgvuldig bewaarden hier zomaar verraden had, want dat ik nu niet meer terug kon was duidelijk. “Kees is mijn vriend, dat weet iedereen, maar dat wij meer dan vrienden zijn en ook intens van elkaar houden weet nog niemand, behalve jullie nu”. “Dan had ik het toch goed gedacht”. “Wat?” vroeg ik onnozel. “Dat je ook homo bent”.  “Is dat dan te zien?”vroeg ik verschrikt. “Nee hoor maak je geen zorg maar ik voelde het”. En dat is waarschijnlijk hetzelfde gevoel wat  jouw heeft doen besluiten naar mij op zoek te gaan. Ik weet niet hoe dit af gaat lopen maar ik moet je zeggen dat ik je een sympathieke knul vindt die ik heel graag zou willen behoeden voor ellende. Maar dat is helaas niet altijd te voorkomen. Dat hebben wij, en hij keek daarbij veelbetekenend naar André,  helaas maar al te zeer moeten ervaren.

Ik heb onze familie natuurlijk al een lange tijd niet gezien, maar ik betwijfel of ze hun opvattingen over homo’s hebben bijgesteld. Ik vrees dat er nog steeds slechts twee smaken zijn: “Normaal doen of voorgoed verdwijnen”. “Nou daar kon u wel eens gelijk in hebben” viel ik hem spontaan bij, “Want ik moet er niet aan denken dat ik thuis moet gaan melden dat ik op jongens val”. “Kijk dat bedoel ik zei Stef. En ga er maar gerust van uit dat de omgang met ons tot een zelfde sanctie zal leiden. Daarom heb ik ook gezegd dat je wat mij betreft éénmaal hier mag komen om ons verhaal te horen. Daarna zul je ook wel tot het besef komen dat het niet mogelijk zal blijken om èn met ons contact te onderhouden en ook de andere familiebanden aan te houden. Maar laat ik beginnen bij het begin want alleen zo krijg je een goed beeld.

 

En Stef begon te vertellen:

Nadat ik mijn HBS diploma had behaald stond ik voor de keuze, of een baan zoeken of verder studeren. Een baan zag ik nog niet zo zitten maar voor een universiteit was geen geld. De Koninklijke Militaire Academie in Breda  leek mij daarom een goed optie. Als ik daar zou worden toegelaten zouden de opleidingskosten voor rekening van Defensie komen. Maar er was nog iets anders, dat  ik toen nog absoluut geen naam kon geven. Het leek me erg leuk om in een werkomgeving te zijn waar ik omringd zou worden door mannen. Denk er om het was 1955, er waren twee soorten mensen,  mannen en vrouwen en die trouwden met elkaar. Andere smaken waren er niet! 

Ik zal je niet vermoeien met alles wat me in de opleiding ten deel viel. Ik kan je zeggen dat het, interessant, leuk en bij tijd en wijle ook echt wel zwaar was. Maar tegen het einde van de opleiding ging het niet goed met me. Ik voelde me dikwijls gammel maar er werd nooit een oorzaak gevonden. Uiteindelijk belande ik in de ziekenboeg, opname ter observatie heette dat toen, Dat betekende dat je veertien dagen absoluut in bed moest blijven en er in die tijd allerhande onderzoeken en testen werden uitgevoerd. Zelfs naar de toilet gaan of  je wassen bij de wastafel was er  niet bij, alles gebeurde op bed. Nu zou je zeggen: “Alleen daarom zou je al ziek worden”, maar deze aanpak werd  in die tijd  als de gewoonste zaak van de wereld beschouwd.

Op die ziekenboeg werkte een Molukker als hospitaalsoldaat en hij was het die de eerste morgen met een teiltje water bij mijn bed stond. Hij stelde zich voor als korporaal Matulesi en vertelde dat hij mij een wasbeurt kwam geven. Volgens mij was het sinds mijn vroege kindertijd niet meer voorgekomen dat ik door een ander ( mijn moeder) werd gewassen en ik vond het dan ook helemaal niets. Ik vertelde dat ik dat prima zelf kon en stelde dan ook voor dat hij  mij met dat teiltje alleen zou laten en terug zou komen zodra ik klaar was. “Van Haaren, ook in dit hospitaal geldt de krijgstucht en het wassen van de patiënten is voor mij een dienstopdracht en het gewassen worden is voor u een oefening waaraan u zich niet kunt onttrekken” en daar kon ik het mee doen. Zeer tegen mijn zin begon Matulesi aan zijn dienstopdracht en toen hij die na een kwartiertje had afgerond lag ik er schoon en fris bij en moest bekennen dat ik weleens zwaardere oefeningen had ondergaan. Nadat ik zo’n dag of tien in dat bed had gelegen merkte Andrew ( we noemden elkaar inmiddels als er niemand bij was bij de voornaam) op dat mijn schaamhaar wat langer was geworden. Ik heb dat namelijk altijd heel kort geknipt en houdt dat gewoonlijk elke dag even bij. Ik was wel verrast dat Andrew deze opmerking maakte maar toen ik er over nadacht kwam ik er toe om hem te vragen  of dit een probleem voor hem was. Nee het is geen probleem voor mij, maar als ik zie hoe keurig jij jouw handeltje verzorgd hebt, dan wil ik niet dat je straks “verwaarloosd” van mijn afdeling wordt ontslagen. En wat zou je dan willen doen om deze verwaarlozing te voorkomen? Ja dat zul je zelf aan moeten geven. Zeg maar hoe je het hebben wil en dan zal ik kijken of ik aan je wensen kan voldoen. “Nou begin dan maar eens met alles wat langer is dan 2 mm af te knippen”. Pas toen hij zei ‘Dat is gevaarlijk, want je zou terplekke doodbloeden” begreep ik dat ik me niet zo handig had uitgedrukt. En voor ik me realiseerde tegen wie en waar ik het zei flapte ik er uit: “Nee, alles wat langer is dan een decimeter moet je weer niet afknippen, maar mag je wel aftrekken!” oeps wat zeg ik nou en wat heeft dit voor gevolgen? Ik verwachte een verontwaardigde reactie van Andrew maar hij reageerde heel rustig met de mededeling dat hij die handeling niet tijdens diensttijd mocht verrichten maar ook een hospitaalsoldaat heeft wel eens vrije tijd. Naar wat hij daar mee bedoelde kon ik alleen maar gissen, onverstoorbaar ging hij verder met zijn werk. Met een kennelijk speciaal daarvoor meegebracht kammetje en schaartje knipte hij keurig alle haartjes in mijn schaamstreek op een lengte van minder dan twee millimeter. Na de wasbeurt maakte hij mijn bed op, pakte de wasspullen en groette mij,  precies zoals alle dagen daarvoor. Maar bij mij was er wel wat veranderd. Wat bezielde mij om een gozer te vragen mijn pik af te trekken, hoe kwam ik erbij? ’s Avonds om zeven uur kwam hij ineens de ziekenkamer binnen. Niet in zijn uniform maar gewoon in vrijetijdskleding. Hij vroeg of ik er bezwaar tegen had dat hij me een uurtje gezelschap zou houden. Uiteraard niet zei ik, hij pakte en stoel en kwam bij mijn bed zitten. 


Andre keek me met een ernstig gezicht  heel indringend aan en zei:

“Als hospik mag ik niks weten en al helemaal niets vragen. Maar als ziekenbezoeker mag ik je wel vragen hoe gaat het nu met je?”. “Ik weet het niet, ik ben nog steeds lusteloos en heb het gevoel op een of andere manier tegen een muur aan te lopen, ik zie geen toekomst”.  “Stef” zei Andrew, “Hoe lang denk jij nog jezelf en je omgeving te kunnen belazeren?”  “Waar heb je het over?!” was mijn reactie. “Gewoon zoals ik het zeg: Hoe lang wil jij nog jezelf voor de gek houden en op de koop toe nemen dat je daar gewoon ziek van wordt?”  “Ik begrijp  niet waar je het over hebt” was opnieuw mijn reactie en dat meende ik ook echt. “Wanneer denk jij te accepteren dat je homo bent? ” “Wahat!? ” “Dat je homo bent”.

“Hoe kom je daar in hemelsnaam bij? ” vroeg ik, beledigd- kwaad- verbaasd-  en toch ook wel nieuwsgierig. “Ik weet niet hoe ik dit weet, maar ik weet gewoon dat jij helemaal niks minder homo bent dan ik.”. Ik wist absoluut niet wat ik moest zeggen. Mijn zorgvuldig opgebouwd imago van een stoere maar vooral normale man, mijn zorgvuldig geheim gehouden twijfels en vraagtekens over mijn gevoelens waar ik vanaf mijn dertiende mee worstelde, het werd  hier vakkundig aan flarden geschoten, om in militaire termen te blijven.

‘Stef”ging Andrew verder, “Ik ben geen arts. Ik weet ook absoluut niet wat je allemaal nog meer zou kunnen mankeren. Maar vanaf de eerste dag dat je hier op de kamer lag wist ik dat één  van de problemen waar je mee worstelt, en volgens mij tevens de voornaamste oorzaak van je klachten, de ontkenning van je geaardheid is”. Ik wist op dat moment echt niet of ik kwaad, verdrietig of blij moest zijn, ik was letterlijk sprakeloos. Als je het mij vraagt ben jij zelf de enige “dokter” die jou kan genezen. Stop met toneelspelen, erken wie je bent en heb vertrouwen in de toekomst die niet gemakkelijk maar wel boeiend en interessant zal zijn. En heel misschien en als jij het wilt, dan zou ik daar ook graag een rol in spelen; een rol in jouw toekomstige leven”. “Bedoel je dat jij…. Met mij…?”.  “We kennen elkaar natuurlijk nog geen twee weken maar ik heb de indruk dat wij best goed met elkaar overweg kunnen en wat mij betreft zou ik best willen proberen om samen het avontuur met elkaar en met de “boze buitenwereld” aan te gaan.”. Ik was enerzijds helemaal perplex van wat ik hoorde maar aan de andere kant leek het ook wel of er een gordijn was opengetrokken waardoor ik ineens perspectieven zag waarvan ik tot dan toe niet wist dat ze er waren. Wel huisje boompje beestje, maar heel anders dan ik mij dit ooit had voorgesteld.  Andrew stond op van zijn stoel en zei: ” Ik ga nu weg want ik wil dat je dit nu eerst maar eens rustig met jezelf gaat uitvechten . Ik zie jouw morgen weer en dan hoor ik wel wat je nu eigenlijk met je leven en je toekomst wil”.

Hij gaf me een aai over mijn kop draaide zich om en was de kamer uit. En daar lag ik dan met een storm aan gedachten en gevoelens in mijn kop. Ik heb de hele nacht geen oog dicht gedaan maar tegen het ochtendgloren was mij wel duidelijk dat Andrew volkomen gelijk had en dat ik besloot te proberen om samen met hem iets op te bouwen ongeacht de verdere consequenties. En dat die consequenties groot waren was duidelijk.

In die tijd waren homosexualiteit en krijgsmacht twee zaken die maar op één manier met elkaar te maken hadden. S-5!  En wanneer die diagnose werd gesteld, was men dus ongeschikt voor iedere vorm van militaire dienst en bestond er nog maar één optie: Ontslag met onmiddellijke ingang.

Om zes uur stak Andrew zijn kop weer om de hoek van de deur. Mocht ik misschien nog enige twijfel hebben gehad, toen ik hem weer zag wist ik het zeker, ik wilde hem en niemand anders. Ik stak  mijn beide armen naar hem uit en hij plofte zo boven op me. Gelukkig was hij toen nog iets lichter dan nu anders was ik plat geweest. We omhelsden elkaar stevig en langzaam vonden onze monden elkaar. Een intense zoen zoals ik deze nog nooit beleefd had werd mijn deel. De spanning van de afgelopen nacht, en de warmte van zijn lijf waren al voldoende om mij spontaan te laten spuiten..

 

Daarna ging het eigenlijk best snel. We hebben besloten om de legeraalmoezenier in vertrouwen te nemen. Hij begreep onmiddellijk dat, zodra bekend werd wat wij voor elkaar voelden wij op staande voet uit de dienst zouden worden gegooid. Daarom adviseerde hij ons om eerst te proberen een baan buiten de kazerne te vinden. Als dat zou lukken was er een basis waarop we woonruimte konden zoeken en als dat gebeurd was dan was het vroeg genoeg om het leger vaarwel te zeggen. Het lukte wonderwel. Ik kon hier bij een accountantskantoor aan de slag en Andrew werd aangenomen als verpleger en klusjesman in een  rusthuis voor vermogende bejaarden. Woonruimte vinden was wat moeilijker maar we waren niet kieskeurig en dus vonden we een zolderetage waar voor ons tweeën voldoende ruimte was om het een tijdje vol te houden.

 

Door de hectische en spannende tijd die we beleefden leek onze relatie wel in en snelkookpan te zitten. De lusteloosheid van de maanden daarvoor had plaatsgemaakt voor een dadendrang en een energie die ik in jaren niet in mijn lijf had gevoeld. Elk moment dat Andrew en ik samen waren was een feest in alle opzichten.  Alles ging zo snel maar ook zo intens dat wij toen het eenmaal zover was en we een baan een woonruimte in het verschiet hadden wij zonder enige aarzeling de volgende stap durfden zetten. Onze families inlichten en ontslag nemen uit de militaire dienst. We wisten dat met name het inlichten van onze families niet gemakkelijk zou zijn, maar we waren zo zeker van onszelf en van elkaar dat geen hindernis voor ons te groot was.

Om onze families niet al te zeer te provoceren besloten we om dit maar niet direct samen te doen.  Ik zal de dag waarop dat gebeurde nooit meer vergeten.

Direct al toen ik de grote woonkeuken binnenstapte merkte ik dat er iets speelde. Mijn ouders, broers en zussen hadden zojuist de warme maaltijd genoten en zaten nog rond de tafel. Normaal werd er bij ons voor dit natafelen de nodige tijd genomen maar zodra ik binnen kwam vertrok iedereen met een snelle groet en binnen de kortste keren zat ik alleen met mijn ouders aan de tafel. Mijn moeder was duidelijk nerveus, maar mijn vader kwam direct ter zake. “Er doen rare verhalen over  jou de ronde.  Ze zeggen dat je van de verkeerde kant bent en je schijnt ook regelmatig met een of andere  “Blauwe” gezien te zijn. Is dat zo?”  Even was ik perplex. Er was dus waarschijnlijk iemand die op de hoogte was van onze relatie en dit had rondgebazuind. Maar ik had geen zin om te ontkennen, integendeel de smalende opmerking “Blauwe” bracht mij precies in de stemming om geen enkel misverstand over mijn situatie te laten bestaan. “Ik had jullie graag wat subtieler geïnformeerd, maar kennelijk wordt mij die kans niet geboden. Inderdaad is het zo dat ik heb ontdekt homosexueel te zijn. Gelukkig heb ik Andrew ontmoet dat is een fantastische mens en ik accepteer niet dat jullie hem blauwe noemen”.   

Vader sloeg met de vlakke hand op tafel en briesde: “Wat hier in huis geaccepteerd wordt bepalen wij nog altijd, en ik kan je zeggen: Wij accepteren in onze familie geen flikkers, toen niet,  nu niet en nooit niet!  Je verdwijnt onmiddellijk uit dit huis, en wij willen jou niet meer zien voordat je weer een normaal en fatsoenlijk mens bent, heb je dat begrepen? “.  “Ik denk het wel” was mijn korte reactie. “Mooi, dan kun je nu terug naar waar je vandaan komt en ik verwacht dat jij ons binnen een maand komt vertellen dat je een hele grote fout hebt gemaakt en zo niet dan weten wij wat ons te doen staat.  Je hoeft hier verder niemand gedag te zeggen want daar zit nu niemand op te wachten,  je kunt gaan!”. Minder dan een halfuur nadat ik  met lood in de schoenen het huis was binnen gekomen “vloog” ik het huis uit. Ik had er wel rekening mee gehouden dat ik niet eens de tijd zou krijgen om mijn hele verhaal te vertellen, maar dat ik mijn verhaal niet eens had hoeven beginnen vond ik toch wel cru. Ik pakte mijn weekendtas uit de hoek waarin ik hem had neergezet, keek nog even naar mijn ouders die beiden volledig verdiept leken in het bestuderen van de blokjes op tafelzeil en liep de woonkeuken uit de gang in. Als ik dan het huis uitvloog dan wilde ik dat wel door de voordeur doen. Deze werd eigenlijk alleen gebruikt bij Rouw en Trouw, maar ik besefte heel goed dat op dit moment deze beiden aan de orde waren. Ik ging op weg naar mijn levensgezel en ik verliet voor de laatste maal deze woning. Ik heb een tijdje in de gang gewacht of een van beiden mij nog na zou komen, maar ik wist dat dit tegen beter weten in was. Ik heb nog een keer goed rondgekeken, met moeite de klemmende voordeur opengetrokken, naar buiten gestapt, en vervolgens de deur met een knoertharde klap dicht getrokken. Mijn verleden en mijn jeugd lagen achter me, mijn toekomst voor me, ik was er klaar voor.  

 

Een week of tien na deze gebeurtenis ontving ik een brief van een notaris die mij het volgende meldde. Namens uw vader Stephanus van Haaren deel ik u, Stephanus van Haaren mede dat uw vader u niet langer als zijn zoon beschouwd. Dat mij de toegang tot zijn woning en iedere toenadering of contact met leden van zijn gezin of hun nakomelingen werd verboden. Ook schreef deze notaris dat ik, voor zover dit wettelijk mogelijk was, volledig werd onterft.     

Dit kwam aan de ene kant hard aan, maar aan de andere kant was het ook een opluchting.  Achteraf kan ik zeggen dat het op één uitzondering na uitsluitend positieve gevolgen heeft gehad. Ik voelde mij volledig bevrijd van allerlei ballast, ik stond werkelijk op mijn eigen benen en dat beviel uitstekend. Het verlies van mijn familie heb ik lang ervaren als een constante pijn. Die pijn verdween toen jaren later eerst mijn vader en kort daarna mijn moeder overleed. In beide rouwadvertenties in de krant, stond expliciet dat ze negen kinderen hadden gekregen. Bij vaders advertentie kon ik dit nog begrijpen, maar toen dit ook zo bij moeder stond wist ik dat niet alleen mijn vader maar ook mijn broers en zussen mij hadden afgeschreven. Sindsdien geef ik desgevraagd ook aan dat ik als enig kind ben opgegroeid en nooit broers of zussen heb gehad. Het is goed zo, ik ben er helemaal mee klaar.

 

Je zult begrijpen dat ik daarom niet heel erg enthousiast was toen ik van Herman hoorde dat jij naar mij op zoek was. Herman is een van de weinigen die mij vanaf mijn jongste kinderjaren kent en waar ik nog contact mee heb. Via hem weet ik ook dat mijn familie nog net zo homofoob is als in de jaren vijftig. Daarom ook, waarschuw ik je dat jij je geen illusies moet maken dat je met ons contact kunt onderhouden zonder je familie te verliezen.

Ik vond Stef – of eigenlijk ome Stef- een geweldige vent. Ik had onmiddellijk het grootste respect voor de wijze waarop hij met alle problemen die hij had ondervonden was omgegaan.

Ik deelde zijn mening dat een homo is onze familie niet echt welkom zou zijn. Maar of het onmogelijk was zoals Stef veronderstelde betwijfelde ik toch. Ik zei hem dat ook en hij zei dat hij mij graag het voordeel van de twijfel gaf maar zich geen enkele illusie maakte en niet anders verwachtte dan dat de geschiedenis zich zou herhalen indien ik het waagde uit de kast te komen. Er is echter wel één groot verschil: Ik kan je nu al zeggen dat ons huis voor jou wagenwijd open staat wanneer je elders op straat geknikkerd wordt. Ik vond dit zo’n overweldigende geste dat ik uit mijn stoel kwam naar hem toeliep en hem spontaan omhelsde en zoende. Om vervolgens exact hetzelfde te doen bij Andrew die gedurende het hele gesprek rustig in zijn stoel naar ons had geluisterd waarbij hij non-verbaal heel duidelijk aangaf heel erg bij de zaak betrokken te zijn.

Toen ik weer op mijn stoel zat leek het wel alsof ik in een andere wereld was gekomen.

Plotseling besefte ik dat ik nooit meer op dezelfde wijze naar mijn familie zou kunnen kijken.

Ik besefte ook dat ik mijn homoseksualiteit niet langer meer voor mij wilde houden. Ik wilde worden, en zijn wie ik was en als er mensen waren die dit niet beviel dan was dat hun probleem. Voor mij werd in een klap duidelijk wat mij te doen stond en dat zei ik ook tegen Stef.  Stef aarzelde met zijn reactie en toen mengde Andrew zich voor het eerst in het gesprek.

“Wat vind Kees hiervan?”. Was zijn korte vraag. “Oh …eh.. ikweenie.?.””Precies”zei Andrew dat dacht ik al. “Jij moet nu eerst met Kees gaan praten om hem te vertellen wat je hier gehoord hebt en wat je van plan bent. Het is helemaal niet nodig dat jullie gelijktijdig uit de kast komen, maar Kees moet wel weten wat je gaat doen. Hij heeft er recht op als eerste te weten wat jouw plannen zijn. Alleen zo bouw je een solide vertrouwensbasis op. Jij gaat nu eerst met Kees overleggen en daarna moet je doen wat je goeddunkt. En als dan blijkt dat er twee daklozen in ons Brabantse land rondlopen, dan komen jullie maar gauw naar Breda. Dit huis en ons hart zijn groot genoeg om jullie op te nemen. Dat was toch wel een geweldig aanbod en ik werd helemaal warm van zoveel begrip hulpvaardigheid. Na nog een kop koffie gedronken te hebben vertrok ik weer naar huis. Enerzijds heel opgewekt, maar ook met duizenden gedachten in mijn hoofd.

 

 

2163 keer gelezen

Score: 9
(van aantal stemmen: 20)

Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.