De kast van Joris - 10
Hoofdstuk 10
Jordan
Raar, maar nadat ik Joris weg had zien gaan had ik geen rust meer. Hij had me geen berichtje meer gestuurd. Ik wilde hem zien. Na school ging ik direct naar huis en stuurde hem een berichtje.
‘Kun je zo langs komen. Ik wil je zien’.
Ik wachtte en wachtte maar er kwam geen antwoord. Mijn moeder riep dat het eten klaar was. Ik had helemaal geen honger. Ze riep nog een keer. “Ja, ik kom er aan”.
Ik hees me langzaam omhoog van mijn bed en ging naar beneden.
Ik ging zonder iets te zeggen aan tafel zitten. Ik hoorde hoe mijn moeder vanuit de keuken binnen kwam en iets op tafel zette. Daarna stond ze ineens naast me en tilde met haar hand mijn kin omhoog.
“Hmm, zorgen in Paradise, Jordan?”.
“Weet ik niet. Ik heb hem niet meer gesproken, alleen gezien vanuit de verte. Hij reageert niet op mijn berichtjes. Wat moet ik daar nou van vinden?”
“Ja, geduld, weet je nog? Hij heeft gisteren een hele grote stap gezet. Mogelijk heeft hij gewoon nog meer tijd nodig”.
“Misschien”.
“Eet wat, schat, anders heb je later honger”.
Ik at plichtmatig wat er op mijn bord lag en ging daarna snel naar mijn kamer. Nog steeds geen antwoord ik begon nog een berichtje te sturen.
‘He Joris. Alles goed bij de dokter?’
‘Hopelijk zie ik je morgen weer, laat even wat horen, ok’.
Ook daar kwam geen antwoord op. Enigszins uitgeput en teleurgesteld liet ik me op mijn bed vallen.
Was dat het dan? Nee. Als hij er morgen niet mee kwam dan ga ik naar zijn huis, besloot ik.
Even later hoorde ik de stem van mijn moeder die naast me stond.
“Je telefoon gaat, Jordan. Moet je niet even opnemen?”
Ik keek haar aan, vervolgens ging mijn blik naar mijn klokje: 10 uur. Wie belde er nu zo laat nog?
“Joris!”, dacht ik en ik opende de telefoon en nam op.
“Joris? “vroeg ik hoopvol.
“Nee, zijn moeder. We vonden deze telefoon en jouw nummer was het enige nummer, Jordan. Is Joris bij jou?”
“Eh, nee, vandaag niet gezien nadat hij naar de dokter ging”.
“Shit. Ik had zo gehoopt”.
“Is hij niet thuis” onderbrak ik haar.
“Nee, en ik ….”
“En Niek?”, vroeg ik onzeker.
“Nee, ook niet”.
“Politie al gebeld?”
“Ja, maar die doen nog niets!”.
“Ik kom eraan. Ok?”.
“En dan?”.
“Weet ik niet. Zoeken denk ik”, zei ik snel.
“Goed, ik kan niet weg bij de telefoon voor het geval hij belt of.. “ ze was even stil “ het ziekenhuis”.
“Geef me 15 minuten, dan ben ik er”.
Ik hing op en keek verdwaasd rond.
“Jordan, wat is er?”.
“Joris, hij is niet thuis en niet bereikbaar”.
“Verdomme, ga je daar naar toe?”
“Ja, ik moet wel. Ik ga even kijken of ik Niek kan bereiken, misschien wil hij mee”.
‘Ok, ik pak alvast alles en sluit af, zie ik je zo”.
“Je gaat mee?”
“Ja, wat denk jij?”.
“Goed, kan je zijn moeder gezelschap houden”.
Niek wilde graag mee. Hij had een lijstje gemaakt met plaatsen waar we konden zoeken. Even later stonden we met z’n drieën voor de deur van Joris’ huis. Zijn moeder deed snel open.
“Kunnen we even in zijn kamer kijken?” vroeg ik al snel.
“Ja, maar ik heb niets kunnen vinden”.
“Kom op, Niek, misschien wij wel”.
Op zijn kamer aangekomen keken we rond, de kamer was opgeruimd. Meer dan ik had verwacht.
“Eh, Jordan… denk je dat er iets is gebeurd?”
“Wat denk jij Niek? Het moet wel, hij is normaal altijd thuis. Afgelopen weekend was een uitzondering dat hij twee keer weg was. Een keer bij mij en een keer bij jou”, zei
ik.
“Oh dat wist jij?”.
“Ja, vertelde hij gisteren”.
“Shit, weet je.. eh. jij bent toch homo he?”.
“Ja, hoe wist je dat?”
“Ik had zo’n vermoeden”.
“Oh,.. en Joris ook dus! “
“Heeft hij je dat dan verteld?”
“Niet echt, maar ik heb het hem min of meer ontlokt zondag”.
“Shit, dat is twee keer achter elkaar”.
“Wat bedoel je?”
“Ik heb hetzelfde gedaan op zaterdag”.
“Oh… “
Ik had het idee dat er nog iets was maar Niek zei niets meer en we werden afgeleid doordat allebei onze telefoons begonnen te piepen.
“He, ik heb een email van Joris” zei ik.
“Ja, ik ook”.
“Dat is raar, hetzelfde tijdstip”, dacht ik. Ik openende en begon te lezen:
“Afgelopen dinsdag was de beste dag van mijn leven.. ja Jordan ik kan het niet anders zeggen. Die middag had mijn besluit bijna anders doen zijn. Echter het heeft ook mijn besluit versterkt. Ik kan het risico niet lopen jou hierin mee te trekken. Dat zou ik mezelf nooit vergeven. Ik zie geen uitweg meer maar ik wil ook dat jij weet wat je voor mij betekent hebt en waarom ik niet anders kon. Jij moet verder, verder met wat ik je heb aangedaan. Ja, ik weet wat je voor me voelt maar het kan niet anders. Ok. Dan nu het waarom”
Ik keek even op naar Niek en ik zag enkele tranen bij hem over zijn gezicht glijden. Op dat moment besefte ik dat dat bij mij hetzelfde was. Mijn ogen gingen weer terug naar het scherm:
“Ik weet niet waar je dit lees, maar zorg dat je op mijn kamer kom. Zet daar mijn computer aan. Let op: plak eerst met zwarte tape die er naast lig de webcam af. VERGEET DAT NIET. Mijn wachtwoord heb ik gisteren aangepast maar dat zal niet geholpen hebben, zij zullen er nog steeds toegang tot hebben denk ik. Mijn wachtwoord is Jordan. Open de PC en ga naar de verkenner open daar met hetzelfde wachtwoord het bestand “leuke avond.doc”. Stuur dat direct naar je email. Als je te lang wacht is het waarschijnlijk weg. Ben voorzichtig met alles wat er anders op het scherm gebeurt. Open geen bestanden, laat niet weten wie je bent etc. Alles zullen ze kunnen volgen. Ik zorg dat ze via mijn telefoon alles kunnen volgen dan weten ze dat het over en uit is”.
Ik wist dat er iets speelde, maar dit leek er op dat hij wel heel erg in de problemen zat. Ik keek Niek aan.
“Jij ook instructie om zijn computer te openen?”.
“Ja, maar Jordan......betekent dit wat ik denk dat het betekent. Heeft hij ….?”
Ik onderbrak hem: “Ja, dat kan, maar ik weet het niet. Laten we zien wat er gebeurt als we zijn computer openen”.
“Wacht, even eerst webcam afplakken”.
“Had jij enige idee? Het schijnt dat zijn computer is overgenomen…. “
“En zijn leven ook! Afgelopen zaterdag gebeurde er dingen die.... wel … ik had het moeten weten. kunnen ingrijpen” zei Jordan met een snik.
“Denk je? Denk je dat Joris dat toegestaan had? Volgens mij niet”.
“Misschien niet”.
Met de camera afgeplakt zetten we de computer aan, we logden in en hups: daar schoten gelijk al berichten op het scherm. Iemand was boos geweest, waarom Joris de computer uitgezet had? Waarom hij niet reageerde via zijn telefoon? Dat hij echt veel en veel te laat was en dat …. toen kwam er een nieuw bericht op het scherm:
“Waarom staat je camera niet aan? doe dat nu meteen slaaf!!”
Niek en ik keken elkaar aan. Shit, slaaf?.. Wat was hier aan de hand? De berichtjes volgden elkaar snel op:
“Waar ben je geweest en waarom was je er niet vanavond? Je hebt ons heel wat geld gekost”.
“Je bent echt te ver gegaan, weet je? Je verdient straf!!!”
“Doe die camera aan, NU!!!!!.”
Ik zocht ondertussen naar het bestand, stak een USB-stick in de computer en kopieerde het er snel naar toe. Daarna delete ik de file en trok de stick er uit.
Ik schreef op:
“Beter niet mijn email adres invoeren als zij alles kunnen doen met de computer”.
“Goed idee”, schreef Niek er onder. Maar wat nu?
“Even kijken wat er gaat gebeuren”, schreef ik. En weer een nieuw berichtje op het scherm:
“Ok. Als je dan toch niet wilt luisteren dan moet je maar voelen. We hebben dit filmpje zojuist online gezet. De kans op ontdekking wordt alleen maar groter zo. Dus doe wat we zeggen anders sturen we dit rond naar je klasgenoten. Je weet dat we dat kunnen. En wie weet wat er gebeurt als je herkent wordt en men naar de politie gaat”.
Ik pakte weer pen en papier weer en schreef op:
“Filmpje openen en op USB zetten?”
“Ja, antwoordde Niek op het briefje, “dan kunnen we het altijd nog eens openen misschien leidt het naar hen toe”.
Nadat we het op USB gezet hadden trok ik deze er snel uit. Ik openende de link, ik wilde zien wat er op stond. Met open mond keken we naar wat er toen gebeurde. Ik wilde niet, maar voelde dat ik hard werd. Joris was iemand aan het neuken… ja dat was het neuken, geen liefde bedrijven. Je kon zien dat hij het was maar zijn gezichtsuitdrukking was vaag. Dat was wel anders bij diegene die hij aan het neuken was. Ik kon het bijna niet geloven. …. Ja, hier zou de politie wel geïnteresseerd in zijn, dacht ik.
Ik zag dat Niek weer wat op schreef:
“Ik heb genoeg gezien. Laten we hier weggaan”.
Ik sloot het filmpje af maar daar kwam weer een volgend bericht tevoorschijn:
“Hoe kun je thuis zijn als je telefoon aan geeft dat je ergens anders bent. Waarom kunnen we daar niets meer op zien of horen. Wat heb je gedaan Joris? Je dreigde ons en daarna niets meer. Maar we hebben nog steeds signaal van je telefoon dus … heb je die achter gelaten!”
Ik keek Niek aan en begon weer op het papier te schrijven:
“Uitzetten?
“Ja, doe maar”, schreef hij er onder.
Terwijl ik de PC uit zette schreef hij er onder.
“Kom snel mee naar buiten. Ik denk dat ik weet waar hij kan zijn”.
Ik knikte en volgde hem de kamer uit.
Op de trap sprak ik hem aan: “Ik denk dat hij nog leeft, weet je?”.
“Anders hadden ze het echt wel op zijn telefoon gehoord dat hij… je weet wel. In zijn email zei hij dat hij zeker wilde zijn dat zij dat wisten. Daarom denk ik ook dat ik weet waar hij is”.
Beneden aangekomen keek ik even de huiskamer in. Mijn moeder had de arm om de moeder van Joris. Ik keek haar aan. “Wij gaan zoeken, als we iets vinden laten we het weten”.
Ik kreeg geen reactie van de moeder van Joris, maar mijn moeder knikte, die had mij gehoord.
“Kom op, Niek!”.
Ik stapte in onze auto, Niek ging naast me zitten.
“De duivelskloof aan de andere kant van de stad, volgens mij is hij daar naar toe. Hij ging daar in het verleden ook wel eens heen als hij alleen wilde zijn. Het telefoonbereik is daar ook niet altijd even goed”.
“Ken ik niet, je moet me vertellen hoe ik daar kom”.
“Is goed. Nog even over die film met Joris er in. Die was nep, weet je?”.
“Wat? hoe bedoel je?”.
“Je dacht toch niet dat Joris zo iets zou doen?”.
“Eh, nee, maar ja ik weet het allemaal niet. Zo lang ken ik hem ook nog niet”.
“Ik wel en dat is niet Joris! Maar als je goed keek kon je zien dat de film gemanipuleerd was. Dat was niet echt, alhoewel Joris om een of andere reden denkt dat het wel zo is”.
“Dus, geen kans dat hij hierdoor in de problemen komt?”.
“Niet bij de politie, nee. Maar ja, wie zal hem/ons geloven? Dat is een ander verhaal”.
“We moeten hem helpen, dat kan niet anders”.
“Goed, we moeten hem eerst vinden. Ik heb zaklantaarns in mijn rugzak en ook een deken. Daarnaast heb ik er nog een uit zijn kamer meegenomen en die ook in de auto gelegd”.
“Goed idee!”.
We bleven stil tijdens de rest van de rit. Na ongeveer een half uur kwamen we aan bij de parkeerplaats van de Duivelskloof.
“Kijk, daar staat zijn fiets! Ok, we moeten nu ongeveer 20 minuten lopen tot aan de brug die er is. Ik wed dat we hem daar ergens zullen vinden”.
We deden alles in onze rugzakken en begonnen de tocht naar beneden. Het ging langzaam, te langzaam zo in het donker. Er was een pad maar het werd zo te zien niet vaak gebruikt.
Bij de brug aangekomen was er niets te zien.
“Gevaarlijke plek dit, Niek”.
“Ja, vooral als er meer water is. Nu valt het wel mee”.
“Denk je dat Joris hier vanaf is gesprongen?”.
“ De enige logische plek maar ik had verwacht dat hij hier nog was. Blijkbaar heeft hij dus toch iets geprobeerd”.
“Nee, kan niet. Wel ……”.
“Kom, over de brug, aan de andere kant is een pad naar beneden. Het gaat naar de voet van de waterval”.
We volgden het pad verder naar beneden. Daar aangekomen was er een grote open plek. De waterval kwam er op uit en het volgde de rivier aan deze kant. Ik liep wat verder naar beneden terwijl Niek bij de waterval keek.
In het donker dacht ik dat ik iets zag. Ik scheen met mijn zaklantaarn in die richting en mijn hard sloeg een paar keer over.
“Niek, hier!!!!”, riep ik hard.
Samen knielden we neer bij zijn lichaam. Niek raakte zijn pols aan. Ik wist wat hij deed en wachtte op zijn antwoord.
“Hij leeft, maar is wel erg koud!”.
“Ga jij terug, Jordan, dan blijf ik hier bij hem. Bel een ambulance en je moeder!”.
“Nee, ik blijf hier! Ik laat hem niet alleen! Ik …. Ik denk ook dat jij het pad beter kent en sneller boven bent”.
“Ok, je weet wat je moet doen met onderkoelde personen?”.
Ik keek hem schaapachtig aan: “Ja, ga nu maar! Ik heb EHBO gehad dus dat komt goed”.
Hij lachte nu: “Tot zo dan”. Hij gooide zijn rugzak af en begon snel terug te lopen, bijna te rennen naar de waterval en het pad er naast. Ik draaide me weer om en keek naar Joris. Hij was drijfnat. Ik wist wat me te doen stond.
Ik legde een van de dekens op de grond en rolde Joris daar voorzichtig op. Daarna begon ik zijn T-shirt uit te doen en ook zijn broek. Hij had een geil slipje aan met een duidelijke bobbel maar dat was nou niet waar het om ging. Hij moest warm worden. Ik stond even snel op, deed mijn jas, broek en T-shirt snel uit. Ik pakte de andere deken en sloeg die om. Met alleen mijn boxer aan ging ik boven op Joris liggen, de deken rondom ons heen trekkend.
Hij voelde ijskoud aan maar ik merkte dat zijn borst af en toe langzaam om hoog ging, hij haalde nog adem gelukkig. Ik begon even te rekenen. minimaal 20 minuten terug naar boven voor Niek, dan wachten op de ambulance toch snel ook al een minuut of 10 a 15 en dan weer 20 minuten terug. dat zou niet veel sneller gaan. Een klein uurtje had ik hier om Joris in leven te houden.
Ik blaasde zachtjes mijn warme adem over zijn gezicht. Ook daar had ik nu op een kleine opening na de dekens overheen getrokken. Langzaam voelde ik hoe het wat kouder werd. Ik trok de dekens nog een beetje steviger tegen ons aan.
Ik had me dit anders voorgesteld, de eerste keer lichaamscontact met Joris. Oh shit, niet daaraan denken!. Ik voelde hoe mijn lul in mijn boxer begon te steigeren. Shit neee… Ik keek even in het gezicht van Joris, ik dacht dat ik wat kleur begon te zien maar zeker weten deed ik het niet. Het licht van de zaklantaarn was niet genoeg daarvoor.
Zijn huid voelde zachtjes aan en hier en daar was hij zeker ook best wel gespierd, voelde ik. Ik moest hem terug zien te krijgen. Maar hoe?
“Joris, ik ben hier nu bij je. Je bent veilig. Niets kan je nog overkomen. Ik zal je beschermen”, waren woordjes die ik langzaamaan tegen hem begon te fluisteren. “Rust maar uit, slaap maar. Ik hou je warm en zorg dat er niets kan gebeuren. Ik ben hier, Joris. Jordan, weet je nog wel, afgelopen dinsdagmiddag”. Misschien dat herinneringen aan dat moment zouden helpen.
“Weet je nog hoe zacht onze lippen elkaar gestreeld hebben, onze tongen samen gedanst? Rust maar uit, je bent veilig nu. Niets kan je nog gebeuren”.
Zo ging ik een hele lange tijd door. Op een gegeven moment realiseerde me ik dat ik van tekst was veranderd: “Ik hou van je Joris, je kunt me niet alleen laten! Samen kunnen we dit best wel aan. Ik hou van je Joris, kom terug naar me! Je bent veilig bij mij. Ik laat niets naars meer met je gebeuren”.
Toen ik me realiseerde wat ik zei werd ik helemaal warm vanbinnen. Was het dan echt zo? Hield ik echt van hem? Ik weet niet wanneer maar ergens in die litanie van woorden voelde ik hoe zijn ademhaling sterker werd. Ik keek hem weer aan. Ja, hij had duidelijk meer kleur, en hij had zijn ogen een beetje opengedaan.
“Jordan?” vroeg hij.
“Ja, rustig maar Joris. Ik ben er nu, er kan je niets meer gebeuren!”.
“Waar zijn we, Jordan?”
“In het bos, weet je dat niet meer?”
Ik zag hem even schrikken.
“Je bent veilig nu Joris, rust maar uit. Ik zorg ervoor dat jou niets kan gebeuren. Vertrouw me Joris. Je bent veilig nu”.
Ik zag een glimlach om zijn gezicht komen: “Je bent naakt, Jordan”.
“Eh, ja, zo goed als!”.
“Lekker! “. Hij keek me aan.
Ik zag zijn ogen langzaam dicht gaan. Ik praatte nog zachtjes tegen hem maar hij reageerde niet meer…
… en wat denken jullie hiervan?
2365 keer gelezen
Score: 9
(van aantal stemmen: 25)
Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.