Het blijft verrassend 2

Geplaatst door: thei op 03-12-19

Precies om 5 uur ging de zoemer en werd het camerabeeld gevuld met het ietwat verlegen gezicht van een jongeman.  Luc nam de hoorn van het toestel en zei: “Jij bent waarschijnlijk Jos”. “Klopt”. “Mooi ik maak de deur open, bovenste etage rechtsaf, kan niet missen”. Luc drukte op de deuropener en zag Jos uit beeld verdwijnen. Marc had een en ander gehoord en riep vanuit de slaapkamer dat hij  klaar was met z’n toilet maken en dat hij Jos wel op zou vangen. Toen de lift met Jos  de bovenste etage had bereikt en deur open schoof stond Marc klaar om hun gast te verwelkomen. Samen liepen ze het appartement binnen en Jos keek z’n ogen uit. “Tsjee dat is wel wat anders dan het verbouwde kippenhok van mij” was zijn eerste reactie bij binnenkomst  en het uitzicht over de stad en de iets verderop gelegen rivier met de markante toren van Dordrecht aan de overkant.  Nadat Luc en Jos met elkaar hadden kennisgemaakt nodige Marc, Jos uit te gaan zitten in loungebank en vroeg wat hij wilde drinken.  “Doe maar een pilsje”,   “Met een glas of uit het flesje?” vroeg Luc. “De fles is ook glas! Was het duidelijke antwoord en Luc verdween naar de keuken, om met drie pilsjes terug te komen. “Kennelijk hebben wij alle drie dezelfde smaak” zei Luc  terwijl hij Jos en Marc ieder een flesje gaf”. “Ja en ik denk niet alleen wat het drinken betreft” flapte Jos er uit . “Oh en wat dan nog meer”  maar in plaats van een antwoord keek Jos vervolgens beschaamd en roodwordend tot achter z’n oren naar de punten van z’n schoenen.  Marc en Luc keken elkaar veelbetekenend aan  en lieten de stilte rustig z’n werk te doen. Immers dit kon wel eens een hele snelle weg zijn naar de kern van het probleem waarover  Jos wilde praten. En inderdaad  na nog enkele ogenblikken stilte keek Jos naar Marc aan en zei: “Ik ben bang dat ik ook homo ben”. Marc zei zei daarop, Jos recht in de ogen kijkend: “ Jos dat zou zo maar kunnen, maar je moet twee dingen heel goed beseffen: Dat je homo bent daar kun en moet je helemaal niets aan doen, maar dat je er bang voor bent is iets waarvan het goed is dat we daar over praten”. “Proost”  zei Luc, terwijl hij z’n bierflesje omhoog hield, “Op onze  toekomst”.  Met een duidelijk opgeluchte blik keek Jos naar de beide mannen, hief z’n flesje op en zei:

”Ja en dat die toekomst maar een beetje mooi mag worden”. Ieder nam een flinke teug en daarna vroeg Luc, “Je wenst dat de toekomst nog mooi mag worden, maar is hij dat dan nog niet?”. “Misschien wel, maar ik zie het niet en daarom en omdat ik het alleen maar donkerder zie worden heb ik uiteindelijk toch maar besloten om er eens met iemand over te praten. De eerst  aangewezene is dan voor mij de Dominee, maar die hield afgelopen zondag nog een hele preek over de verderfelijkheid van onze maatschappij, omdat abortus en homoseksualiteit daarin steeds meer als normaal worden beschouwd. En Marc ik moet bekennen dat jij de enige homo ben die ik in levende lijve ken”. Luc wilde wat opmerken, maar hield zich op tijd in want het was belangrijk dat Jos, de eenmaal begonnen monoloog ongestoord af kon maken.”Ik wist uit het P-dossier al een tijdje dat jij wel een homo bent, en hoe oneerlijk het naar jou ook is, sindsdien houd ik je heel nauwkeurig in de gaten. En hoe langer ik dat doe hoe meer ik tot de ontdekking ben gekomen dat jij een van de meest sociale, collegiale, vakkundige, en menselijke collega’s ben die er bij de firma rondlopen. Terwijl ik dacht dat alle homo’s alleen maar in hun blote kont door de Amsterdamse grachten willen varen. En dat wil ik absoluut niet. Ik wil een heel normaal en sociaal leven leiden zonder opzichtige kleding of daden. Alleen zou ik niet weten hoe ik dat voor mekaar zou moeten krijgen. In mijn kennissenkring is niemand homo, en ik betwijfel of ik de man waar ik m’n leven mee wil delen in een homo kroeg, een sexbios, een sauna of op een internetsite ga vinden. Van die type’s krijg ik kippenvel. Jos, nog steeds wat voorovergebogen in de bank zittend, lurkte even aan z’n pilsje en keek naar Marc en Luc. Ineens realiseerde hij zich dat hij misschien wat doms had gezegd en werd al weer een beetje rood.  “Eh, eh ik  zeg niet dat daar ook geen goede mensen zouden komen maarre maaare, ikkke, ik bedoel, mag ik vragen hoe hebben jullie elkaar ontmoet ? “. Marc nam het woord en met een uitgestreken gezicht vertelde hij: “Ik stond ’s nachts met m’n truck op een parkeerplaats, en daar is Luc bij me in de cabine gekropen en nooit meer weggegaan”.  Jos keek naar Luc, omdat hij daar verwachtte eerst een ontkenning en vervolgens het echte verhaal te horen. Maar Luc kon alleen maar bevestigen wat Marc zei, deed dat ook en toen klonk er een luide PINGGGGG!!!. De oven had z’n werk gedaan en er kon getafeld worden. Jos leek ook wel opgelucht dat hij even kon verzitten en dat de aandacht niet meer exclusief op hem gericht was. Maar hij was ook blij dat hij vóór het eten al de kern van zijn verhaal had kunnen doen. Hij voelde ook dat de steen die steeds zwaarder op z’n maag drukte naarmate dit bezoek dichterbij kwam goeddeels was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een gezonde trek.

Terwijl Jos de keuken in liep om het eten uit de oven te halen, liepen Marc en Jos naar de eettafel waarbij Marc even een arm om Jos z’n schouder sloeg en hem even stevig tegen zich aandrukte. Jos reageerde daarop door Marc  een dankbare blije blik te schenken.  “Jongen geen zorg”zei Marc “alles komt goed” en schoven aan tafel terwijl Luc daar een lasangaschotel op deponeerde.  Het smaakte voortreffelijk en  terwijl aanvankelijk “de katjes niet mauwden onder het muizen”  ontspon zich van lieverlede een gezellig gesprek over van alles koetjes en kalfjes. Vooral ook over ieders verleden, de persoonlijke omstandigheden en opleidingen.  Jos bleek echt een kind van de Alblasserwaard. Opgegroeid op een klein boerderijtje net buiten Alblasserdam. Zijn opa had daar nog een boerenbedrijfje gehad maar dat was op het laatst niet meer lonend maar gaf wat om handen en ook een beetje aanvulling op de AOW. Jos was net geboren toen opa en oma naar een bejaardenhuis gingen en hij met z’’n ouders verhuisde naar het boerderijtje. Zijn vader werkte op de staalfabriek en met het geld dat de grond opbracht kon het boerderijtje gemakkelijk verbouwd worden tot een mooi woonhuis, niet ver van het dorp, maar toch midden in de polder. Jos had een heerlijke onbezorgde jeugd, kon heel goed leren, dus de toekomst lachte hem toe. Tot het afscheidsfeest van de middelbare school. Hij had al langer het gevoel dat hij jongens veel leuker vond dan meisjes maar dat kon gewoon niet. Volgens de Dominee was het een gruwel die met wortel en tak moest worden uitgeroeid, en alle jongens uit de buurt waren het daar volkomen mee eens. “Geen flikkers in de Waard” was het stereotiepe antwoord wanneer het op een of andere manier ter sprake kwam. Dus Jos hield zich gedeisd en  ging onopvallend door z’n middelbare school jaren. Met Wim, een klasgenoot, kon hij het wel goed vinden maar echte vrienden waren ze niet. Soms dacht Jos wel eens dat Wim ook meer van de jongens was, maar dat zou hij zich wel inbeelden. Maar tijdens het afscheidsfeest na de diploma uitreiking vloeide het bier rijkelijk en het was al laat en donker. Het was een mooie avond en Jos stond buiten op op het terras achter de school dat grensde aan een bosgebied.  Hij voelde dat hij moest plassen en de gemakkelijkste manier om dat probleem op te lossen was het bos inlopen en de natuur aan de natuur schenken.  Terwijl hij met z’n broek los wijdbeens stond te genieten van de opluchting die dat bracht  voelde hij ineens dat er iemand achter hem stond en hoorde de stem van Wim die zei: “Dat ziet er lekker uit”.

En omdat hij nog volop aan het plassen was en Wim die een stuk groter en forser was hem van achteren eigenlijk gelijk in een klem had, kon Jos geen kant op en allen maar afwachten wat er zou gebeuren. De bedoeling van Wim was al heel gauw duidelijk:  “Weet je dat ik er al heel lang van droom om eens een keer heel stevig met jou te vrijen?  En dit is mijn laatste kans en die laat ik me niet ontglippen”.  Nog voordat Jos kon antwoorden had Wim de pik van Jos al met twee handen omklemt. Even wilde “grote” Jos protesteren maar de “kleine jos” schakelde op de aanraking van die twee grote vreemde zachte handen ineens over van de plas modus naar die ander functie waarvoor het belangrijk is dat hij knoerthard en lekker groot moet zijn. “Kijk” zei Wim “dat heb ik goed ingeschat, jij vindt dit ook  heel lekker en wij gaan er samen een onvergetelijk avondje van maken. En dat werd het, in meer dan één opzicht. Grote Jos was ook al gauw van de schrik bekomen en wat  Wim kon kon hij ook.  Het bleek dat Wim z’n broek al los had gemaakt dus kon Jos zonder moeite achter de band van de boxer en terwijl hij die in een vloeiende beweging naar beneden drukte kon hij met beide handen de enorme paal en volle zak omvatten. Wat voelde dat fijn. Zowel de massage van Wim als het gevoel beide handen gevuld te hebben met de pik en de ballen van een ander gaf Jos een overweldigend gevoel dat hij nog nooit ervaren had. Bijna vanzelf vonden hun monden elkaar en na een aarzelend begin kregen ze er steeds meer zin in en duurde het niet lang of ze waren intens aan het tongzoenen. Dit, en het gestreel en de spanning van het onbekende was voor beide viriele scholieren voldoende om in no time tot een hoogtepunt te komen. Bijna gelijktijdig lieten ze elkaar los draaiden zich van elkaar  af en spoten elk een paar krachtige stralen jongenssap de vrije natuur in. Heel even nog hijgden ze na en toen waren ze terug in de realiteit. Terwijl ze hun kleren weer in orde maakten zei Wim, Jos het was heerlijk, maar we kennen elkaar goed genoeg om te weten dat wij elkaar  waarschijnlijk nooit meer zien. Vrienden zijn we nooit geweest dus dat gaan we ook niet worden, Jij gaat in Rotterdam studeren en ik naar de kwekerij van m’n vader op Putten en zo hebben we ieder onze eigen toekomst, maar dit was echt geweldig en onvergetelijk.

Nu weet ik hoe het is om met een jongen te vrijen en ik wil nooit anders meer. Jos deed er het zwijgen toe maar onbewust knikte hij instemmend want ook hij wist dat dit een cruciale ervaring voor de rest van z’n leven zou zijn. Hij was wat hij absoluut niet wilde zijn: homo. Terwijl Wim hem een schouderklop gaf, zich omdraaide en terug naar het feestrumoer liep, bleef Jos nog even staan. Even dacht hij dat hij achter een dikke stam iets zag bewegen, maar toen hij nog eens keek zag hij niks, dus zou het wel een duizeling zijn geweest als gevolg van het fenomenale klaarkomen, want dat was wat hij had gedaan. Hij mengde zich ook weer in het feestrumoer maar de avond was al ver gevorderd en er waren al een aantal mensen weg dus begon ook hij aan een afscheidsrondje, waarbij het hem opviel dat Wim kennelijk ook al vertrokken was. Hij liep naar het fietsenhok startte z’n scooter en reed richting de “Waard” een lange welverdiende ontspannende vakantie tegemoet….. dacht hij.

2662 keer gelezen

Score: 9
(van aantal stemmen: 23)

Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.