Het blijft verrassend 6
Geplaatst door: thei op 07-12-19
Nadat ze
beiden ‘weer een stevige slok van hun cola hadden genomen, vervolgde Arjan zijn
verhaal, terwijl Marc ademloos naar hem luisterde.
De klik die er was tussen mij en Joris en andersom was zo natuurlijk dat iedereen die ons niet al langer kenden, het gevoel had dat we elkaar al van kindsbeen af kenden. We konden over elk onderwerp met elkaar praten, al waren we het niet altijd eens. Van meet af aan was duidelijk dat we na het gymnasium niet dezelfde studie zouden gaan doen. Joris was echt een filosoof en denker en ik ben veel meer van het concrete. Lang hebben we gedacht dat Joris predikant en ik arts zou worden. Maar dat liep toch anders. Naarmate er een paar jaren verstreken waren begonnen de hormoontjes toch echt door ons lijf te gieren. En waar vrijwel alle mede scholieren steeds meer aandacht kregen voor de meisjes, voelden wij ons steeds meer aangetrokken tot elkaar. Was dat eerst gewoon vanwege de interesses, de hobby’s de verhalen, de kijk op allerlei maatschappelijke en culturele zaken en niet te vergeten de gortdroge humor waar Joris als geen ander over beschikte. Daar kwam van lieverlee, bij alle twee, een component bij die wij aanvankelijk beiden niet wilden toelaten en waar we aanvankelijk ook niet over spraken, maar die zeker in het voorlaatste jaar steeds meer mijn en naar later bleek ook de gedachte van Joris ging beheersen. Maar tegenstribbelen hielp niet, ik moest bekennen dat ik gewoon smoorverliefd op die gozer was. En juist toen ik dat voor mezelf had vastgesteld en een geschikt moment zocht om er met Joris over te spreken werd hij ziek en kwam die week niet op school. Toen Joris ook de volgende week niet op school kwam ging ik me toch zorgen maken en besloot om hem te bellen. Ik kreeg zijn moeder aan de lijn en die vertelde me dat Joris flink ziek was geweest maar dat het al weer beter ging en hij volgende week weer op school kwam. Ik vroeg of ik hem zelf kon spreken maar dat kon volgens zijn moeder niet. De week daarop kwam hij inderdaad weer op school, maar het was toch een andere Joris, afstandelijker en niet meer zo spontaan. Dit moest een oorzaak hebben en die zou ik vinden. Maar ik wilde wel alle tijd voor een gesprek hebben want ik wilde Joris hoe dan ook, toch deelgenoot maken van mijn gevoelens voor hem. Nu hadden we al vaker gesproken over een lange fietstocht van meerdere dagen en de voorjaarsvakantie leek mij een uitgelezen kans. Maar dan wel dit jaar, want volgend jaar zouden we veel te druk zijn met de voorbereiding op het examen. Ik stelde het aan Joris voor en heel even zag ik de oude Joris, maar deze werd onmiddellijk zichtbaar door somberheid overvallen en zei: “Ik weet niet of mijn ouders dit goed vinden. Praat er verder met niemand over, je hoort nog van me”. Ik vond dit zo vreemd maar liet het verder maar zo. Het duurde nog twee weken voor dat het vakantie was en veel voorbereiding zou de tocht niet vergen. Gewoon wegfietsen, en zodra we geen zin meer hadden ergens in een jeugdherberg of goedkoop hotelletje onze intrek nemen. We waren beiden heel spaarzaam, gingen weinig uit dus dat kon bruintje echt wel trekken. Twee dagen later kreeg ik uitsluitsel. Joris ging wel fietsen, maar alleen! Hij had tijd nodig om te denken, en om goed te herstellen van zijn ziek zijn. Een ziekte die hij naar mij had afgedaan als een stevige griep. Hij vertelde dat zijn ouders het een goed idee vonden dat hij er eens even helemaal “uit”zou zijn. En volgens zijn ouders kon dat niet beter dan in je uppie op de fiets, rustig de kilometers wegtrappend en het landschap aan je voorbij te laten trekken. “Dus ik VERTREK alleen !” zei Joris terwijl hij mij heel indringend aankeek, begrijp je dat goed?! “Daar begrijp ik geen barst van!!” zei ik spontaan. En mijn gezicht moet een dermate grote wanhopige aanblik hebben geboden dat Joris spontaan medelijden kreeg. En voor het eerst van mijn leven voelde ik zijn twee grote armen om me heen, gaf me een stevige knuffel en zei toen: “JIJ kunt toch ook alleen vertrekken voor een meerdaagse fietstocht? En je kunt me toch laten weten hoe laat en waar jij de eerste stop denkt te houden?”.
Toen viel bij mij het kwartje. En ofschoon ik het geen ideale situatie vond, kennelijk was dit voor Joris de enige manier om wat langer van huis te kunnen. Na deze afspraak zag ik, de dagen die nog resten voor de vakantie, steeds meer van de oude Joris terug komen.
Bij mij thuis was het geen enkel probleem dat ik er even tussenuit ging al vonden mijn ouders het jammer dat ik alleen ging. Met een maatje leek hen gezelliger, maar ik wilde Joris op geen enkele manier in de problemen brengen, en dat er bij hem thuis iets goed scheef zat was voor mij wel duidelijk. Maar om mijn ouders gerust te stellen zei ik, overigens geheel naar waarheid: “Ach wie weet tref ik hier of daar wel een maatje waarmee ik samen verder kan fietsen” en dat beaamde mijn ouders volmondig.
En zo vertrok ik op de eerste maandag van de vakantie bepakt en bezakt richting Rotterdam en via de grote stad zou ik richting Zeeland en eventueel België rijden en dan wel zien waar ik uitkwam. De bedoeling was om zaterdag terug te zijn, maar dat kon ook later worden.
Met Joris had ik afgesproken dat ik in Bergambacht met de pont over zou steken en dat we elkaar dan bij de pont zouden treffen. Dat liep voortreffelijk en juist toen ik de pont was opgereden zag ik aan de andere kant op de dijk een heel bekend figuurtje met een eveneens vol bepakte fiets verschijnen.
We hebben een fantastische week beleefd die ik echt mijn hele leven niet zal vergeten. Het was zo vertrouwd, we waren echt een twee eenheid. We hebben nooit naar elkaar uitgesproken dat we ons ook lichamelijk tot elkaar aangetrokken voelden. Maar de eerste avond in een hotelletje ergens in de Hoekse Waard was het zo vanzelfsprekend dat we samen douchten, samen het bed in doken en samen…… Arjan was even stil moest wat wegslikken, …alles gedaan, het was geweldig.
We hebben een hele week met elkaar opgetrokken niet zo veel gefietst, maar des te meer gepraat.
Voor mij stond vast dat ik met Joris oud wilde worden en heb hem dat ook meermaals gezegd. En pas later werd ik me bewust dat hij daar nooit op in is gegaan. Wat hij wel regelmatig zei was “Wij komen nooit meer los van elkaar. Ik zal altijd een deel van je leven zijn”. Toen vond ik het alleen maar wat raadselachtig ge-orakel, maar dat paste wel bij Joris en ik ging er van uit dat hij hetzelfde voelde en bedoelde als ik. Maar helaas ik heb het laten gaan. Misschien…… wie weet.
Joris heeft nog wel gesproken over zijn thuissituatie en dat het ondenkbaar was dat ik ooit bij hun thuis als partner van Joris geaccepteerd zou worden. Maar desondanks zei hij steeds: “Wij komen nooit meer los van elkaar” En achteraf verwijt ik mezelf nog steeds dat ik hem toen niet bij de lurven heb gepakt om hem te dwingen werkelijk uit te spreken wat hij nou precies bedoelde, wellicht…..
Maar ja ik was smoorverliefd en leefde steeds meer op een roze wolk.
Thuis gekomen was dan ook een van de eerste vragen van mijn moeder: “Kind wat is er gebeurd ik heb je nog nooit zo zien stralen”. Het kostte me geen enkele moeite om aan mijn moeder te bekennen dat ik tot over m’n oren verliefd was. Dat ik verliefd was op een man, was voor haar even slikken, maar ook niet langer dan “even” en m’n vader had er ook geen probleem mee. Ik vertelde haar over Joris en hoe geweldig hij was. Maar over mijn grote zorgen vanwege het feit dat homoseksualiteit bij Joris thuis nog onbespreekbaar was, sprak ik toen nog niet. Ja toen meende ik dat het een kwestie van tijd was, dat het tijdelijk was, maar dat het toch wel goed zou komen….. Ik wilde niet dat de ouders van Joris er op aangekeken zouden worden dat ze ooit zoveel moeite hadden met de homoseksualiteit van hun zoon.
Door de vele gesprekken tijdens onze fietsweek waren Joris en ik echt heel dicht bij elkaar gekomen We wisten heel veel van elkaar, kenden elk plekje van elkaars lijf en voelden ons samen beresterk. Laat de toekomst maar komen, wij kunnen hem aan . Met die houding gingen we na de mei vakantie weer aan de slag en voor we er erg in hadden was het schooljaar voorbij. Joris zou in de eerste week van de vakantie 18 jaar worden, maar het leek hem beter dat ik die dag maar gewoon voorbij zou laten gaan. Het is thuis te moeilijk en het leidt tot niets was zijn stellige uitspraak. Ik vond het verschrikkelijk. Joris zes weken niet zien. Maar het was niet anders dus toen we op de laatste schooldag met een dikke knuffel afscheid namen wist ik niets beters te zeggen dan “Fijne verjaardag en tot over zes weken”. Waarop hij zei: “Wij komen nooit meer los van elkaar, en dat is voldoende”.
In de vierde vakantieweek kwam ik ‘s morgens de keuken inlopen voor mijn ontbijt. Normaal was mijn moeder dan altijd druk in de weer, ze vond mijn uitslapen maar niks, maar gunde het me wel. Deze morgen zat ze voor zich uit te staren in de stoel en toen ze me zag kwam ze naar me toe met betraande ogen, sloeg haar armen om me heen en zei “Ach jongen toch, het is zo verschrikkelijk”. Dit was helemaal niets voor mijn moeder zo kende ik haar absoluut niet en ik wist er eigenlijk ook niet goed raad mee. Maar het was toch ook wel fijn om mijn moeder in m’n armen te hebben met m’n kin op haar schouder keek ik op de keukentafel waar de krant open lag bij de pagina’s met rouwadvertenties.
En ineens zag ik dat ene, dat afschuwelijke, dat onbegrijpelijke, dat niet te vatten bericht, dat
JORIS GOUDRIAAN
door een noodlottig ongeval was omgekomen op de boerderij van zijn ouders………………..
1720 keer gelezen
Score: 9
(van aantal stemmen: 21)
Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.