Het blijft verrassend 8
Geplaatst door: thei op 08-12-19
Na als in trance nog weer de glazen cola gevuld te hebben keek Arjan naar Marc en vroeg toen “Je lust er toch nog wel een? ”. “Ik ben een en al oor dus ga rustig verder.
We zijn inmiddels een aantal jaren verder en we hebben het hier aardig op de rails. De zorg voor de dagelijkse gang van zaken op de hoeve met het vee de kippen en de akkers zijn van lieverlede overgegaan van mijn ouders naar Gerrit en Nico. Die tortelduifjes wonen inmiddels in één van de twee kippenhokken die we hier hadden. Het is prachtig verbouwd en ze hebben daar hun paleisje.
Het werk in de boomgaard wordt, onder mijn leiding, verricht door wat wij noemen “onze jongens”.
We hebben hier altijd zo’n 8 tot 10 jongens/mannen die permanent op de hoeve verblijven. Ze kunnen nergens heen omdat hun hele netwerk van omgeving en familie hen heeft laten vallen. Ze komen uit het hele land, en komen hier vanuit onze netwerken van jeugdzorg, politie, kerken en belangen organisaties. Voorlopig kunnen we zo nog wel even doordoen, maar we weten nu al dat we uiterlijk over een aantal jaren toch wat moeten gaan veranderen. Zolang mijn ouders vitaal blijven kunnen we zo doorgaan. Maar wanneer die wegvallen, zonder dat we daar op hebben ingespeeld krijgen we een probleem. Wat mijn ouders presteren doet geen psycholoog hen na. Ze zijn praatpaal en wegwijzer voor iedere jongen die daar behoefte aanheeft. En niet beperkt tot kantoor uren. En dat is eigenlijk nooit afgesproken, dat is gewoon zo geroeid. Heel af en toe ga ik wel eens kijken als ik zie dat er om drie uur ’s nachts nog licht in de keuken van de hoeve brandt.
Dat is zo’n mooi gezicht! Drie mensen met een kop thee aan de keukentafel. M’n moeder in nachtpon, pa in z’n interlockje, en een joch waarvan de ellende van z’n gezicht loopt maar die wel z’n hele hart, ziel en zaligheid kan uitstorten. En wanneer je dan de andere dag ziet hoe zo’n jongen als van een loodzware last bevrijdt er weer een poosje tegen kan, dan kan ik van dankbaarheid zo maar een potje gaan janken, wil je dat geloven? Maar we maken geen haast.
We weten dat we zoeken naar iets dat kleiner is dan een speld in een hooiberg, en toch ben ik er volkomen gerust op dat er op een dag iemand ons pad kruist die als een pik in een kontje in ons werk zal passen. Het belangrijkste in dit geval is dat we de juiste man vinden om samen met ons het ideaal van Joris uit te bouwen en een solide basis te geven, zolang als dat nodig is. Maar het gaat natuurlijk niet vanzelf. Daarom is het belangrijk dat we, hoe zeer we dit werk ook in stilte moeten en willen verrichten, we wel voldoende ogen en oren hebben zodat we die speld in die hooiberg vinden. Een man die zich met hart en ziel aan dit werk wil verpanden. Gelet op onze zwakste punten nu, zou hij goed geschoold moeten zijn om vooral alle financiële/fiscale en juridische aangelegenheden goed en in de geest van onze stichting te kunnen afhandelen. Arend de Groot is nog fit maar inmiddels ook hoogbejaard dus ook daar zit een probleem. Want ja op dit moment hebben we voldoende middelen om te doen wat we nodig achten. Maar het kost best moeite om niet in te teren op het vermogen. En wanneer dat gebeurd en er veranderd niets dan is ook gelijk, al is het op termijn, het einde van onze stichting in zicht.
En een andere grote zorg is, waar vinden we iemand die de niet te definiëren rol van mijn ouders zal kunnen overnemen?
“En nu”, sprak Arjan , vraag jij je misschien af waarom ik uitgerekend jou dit hele lange verhaal heb verteld”? “Inderdaad” sprak Marc, “Ik ben echt helemaal onder de indruk van alles wat ik deze middag heb gehoord, maar vraag me wel af waar ik het aan te danken heb dat je me dit grote vertrouwen hebt geschonken, want zo ervaar ik dat wel”.
Arjan liet z’n hoofd een beetje zakken en keek strak naar een punt op het tafelblad alsof daar van alles te zien was. Langzaam ontspande echter zijn gezicht en en er verscheen een mooie glimlach.
Hij keek op naar Marcel en zei: “Ga je hard lachen wanneer ik zeg dat ik al een paar jaar wist dat jij hier zou komen?” “Nou, zei Marc “daar krijg ik eerder kippenvel van. Maar ik ben wel nieuwsgierig naar de wijze waarop je dat kennelijk al lang wist.” “Wil je de korte versie of liever de lange”? “Doe eerste de korte maar, dan kijk ik wel of ik de lange wil weten”.
Arjan moest even lachen en zei toen: “Welnu in Wageningen deelde ik een huis met Djeff een jongeman uit Oeganda. Een hele bijzondere jongen met hele uitzonderlijk gaven. En een werkelijk goddelijk lijf. “Oh doe dan toch maar de lange versie, zei Marc, want dat kan nog spannend worden”.”Arjan grijnsde breeduit en zei: “Viespeuk, maar je hebt gelijk! Ik heb Djeff deelgenoot gemaakt van het verhaal van Joris, en wat ik vervolgens als mijn levensopdracht ben gaan zien. Djeff vertelde dat hij van zijn voorvaderen een bijzondere gave had geërfd. Hij zag dingen die een ander mens niet ziet. Wanneer ik dat wilde dan kon hij mij schetsen wat mij allemaal te wachten stond. Ik vond dat doodeng, ik hechtte er absoluut geen waarde aan en wilde er ook niet van horen.
En hij heeft woord gehouden. Hij heeft me er nooit mee lastiggevallen. “Nou hoe wist je dan dat ik zou komen?”. Omdat hij in de jaren dat we samen waren zoveel verhalen en sage’s uit Afrika heeft verteld, waarvan ik achteraf ben gaan inzien dat ze een voorspellende waarde hadden. En toen jouw collega dus vertelde dat hij stopte met rijden en dat zijn collega Marc voortaan hier zou komen en daar aan toevoegde dat ik jouw in vertrouwen moest nemen, toen moest ik aan een verhaal van Djeff denken. Een verhaal over een brave koopman die het voor de wind ging maar zorgen had over de toekomst, hoe het verder moest met zijn zaak. Hij was niet getrouwd had geen kinderen en wist niet aan wie hij zijn zaak moest toevertrouwen. Op een dag kwam hij in gesprek met een van de chauffeurs die regelmatig spullen kwam brengen voor zijn zaak. Die chauffeur heette Marcus, En Marcus is de brenger van Goed Nieuws. En die brenger van het goede nieuws bracht die koopman in contact met een jonge man die bij hem introk en voor hem was als een zoon voor zijn vader en aan wie de koopman toen hij oud en versleten was met een gerust hart de zaak aan over kon dragen.
“En nou denk jij, dat ik die schat die ik in zuid Frankrijk van een parkeerplaats heb gehaald, alleen ga laten en hier laat intrekken? ”. “Oh nee asjeblief niet”,riep Arjan quasi verontwaardigd uit ” Blijf jij maar lekker bij je schatje, al moet ik zeggen dat ik heel goed kan begrijpen waarom hij zonder aarzeling in jouw truc is gekropen! “ Marc werd rood tot ver achter z’n oren , maar voelde zich wel heel erg gevleid. En toen hij daar van bekomen was vroeg hij Arjan wat hij dan wel voor ogen had.
Dat weet ik niet, het kan goed zijn dat jij de man die we zoeken ook nog niet kent, maar ik ben er zeker van dat jij de man bent die mij in contact gaat brengen met de persoon die wij zoeken”? “Nou ik help het je hopen”zei Marc “maar reken er maar niet te vast op”. “Ik reken er ook niet op ik weet gewoon dat dit gaat gebeuren”. “Gôh volgens mij heb je het nodige van je knappe Afrikaanse huisgenoot meegekregen”.
“Ja inderdaad, heel erg veel en van alles en nog wat, maar wàt, dat wil jij nu niet weten!” “En als ik nou zeg dat ik de tijd heb heb dat graag wil horen? “Dan zal ik je één verhaaltje vertellen, de rest volgt nog wel eens een keer”.
Omdat ik na de dood van Joris geen zin had om met een aantal willekeurige studenten een huis te delen, met alle banale uitspattingen van dien, leek het na overleg met Arend de Groot en mijn ouders daarom beter om in Wageningen een huisje te kopen, waar ik dan alleen of met een passend iemand zou kunnen wonen. Dat gebeurde maar het werk en vooral het netwerk van de stichting UBI was natuurlijk al wel opgestart. En via dat netwerk kwam Djeff in beeld. Een hele intelligente gozer die in Afrika een beurs had gekregen om in Wageningen te gaan studeren, om daarna in zijn eigen land zijn kennis te delen en het door oorlog en revolutie verscheurde land weer op te bouwen.
Ik heb kennis gemaakt met Djeff en het klikte meteen dus kreeg ik al heel snel een huisgenoot. Een stoere gitzwarte Afrikanse Adonis maar (uiteraard) zo hetero als maar zijn kan. We deelden de keuken de badkamer en de woonkamer, maar onze slaapkamers waren strikt privé. Dat laatste was vooral omdat Djeff dat wilde. Hij had een plekje voor zichzelf nodig en wist me te overtuigen dat ook ik dat nodig had.
Tot die nacht dat er een stevig onweer over Wageningen trok.
Ik lag net goed en wel in bed toen ineens een totaal ontredderde Djeff m’n slaapkamer binnen stormde. Het onweer, zo zei hij, bracht al zijn oorlogstrauma’s boven en hij wilde dit niet meer alleen meemaken. Ik heb op hem ingepraat, dat onweer geen oorlog was, en dat hij rustig kon gaan slapen. Maar het hielp niets, “Arjan ik ben bang en ik wil bij jou liggen”. ”Ach jôh, een echte vent is toch nergens bang voor” was mijn weinig tactische antwoord. “Jawel ik ben bang en ik wil bij jou liggen”!
Nu moet ik zeggen dat die hele grote zwarte kerel was bedekt met een heel klein minuscuul slipje, waarin zich duidelijk een prachtig klok en hamerspel bevond dat mij beslist niet onberoerd liet. Wanneer ik met deze adonis het bed zou moeten delen dan stond ik niet voor mezelf in. En ik was inmiddels wel zo vertrouwd met Djeff dat ik daar geen misverstand over wilde laten bestaan en zei dan ook duidelijk: “Djeff ik ben bang dat ik ….. ” ”Ach jôh,een echte vent is toch nergens bang voor” was zijn lakonieke antwoord, en kwam rustig naast me liggen, sloeg zijn armen om me heen, en trok me stevig tegen zich aan. Dat ik naakt sliep en er inmiddels een joekel van stijve lul aan m’n lijf zat deerde hem kennelijk niet. En ja, het was zoals het was, mij ook niet. Sterker nog het voelde wel heel erg goed. En de gedachte dat ik op deze wijze Djeff over zijn angst heen zou kunnen helpen deed me mijn laatste reserve overboord zetten. Ik genoot met volle teugen.
Het onweer trok weg, en net toen ik dacht dat Djeff wel weer naar zijn eigen plekje zou willen vroeg hij: “Vind je het erg dat ik bij jou lig?” Mijn eerlijke antwoord: “Nee ik vind het wel fijn” was er uit voordat ik er erg in had. “maar als je het fijn vind en je hebt een stijve pik waarom lig je dan zo stil? Waarom zorg je dan niet dat je even lekker klaarkomt? “. “Ja zeg, ik kan als hulpverlener toch niet tegen mijn hulpvrager op gaan liggen rijden”? “Je weet pas of iets niet kan als je het hebt geprobeerd! “ was zijn even simpele als juiste antwoord. En om me te helpen schoof hij zijn slipje naar beneden en begon zelf met zijn, toen nog niet helemaal harde leuter tegen me op te rijden. Dit was teveel en ik draaide me bovenop hem zodat mijn inmiddels knoertharde pik een warm nestje vond tussen onze buiken. Dit liet Djeff zijn paal ook niet onberoerd en ik voelde hem duidelijk verstijven wat me alleen maar geiler maakte. En omdat Djef voor mij inmiddels buitengewoon aardige vent was geworden zocht mijn mond bijna intuïtief de zijne, die zonder aarzelen open ging om ook onze tongen de gelegenheid te geven met elkaar kennis te maken. En dat gebeurde! Ik deed wat ik meer dan een jaar geleden en alleen nog maar met Joris had durven delen. En weet je wat zo gek was. Natuurlijk had ik vaak genoeg een leuke vent gezien waar ik wel wat kriebels van kreeg . Maar de gedachte aan Joris en wat wij samen hadden gedeeld benam me dan onmiddellijk weer alle lust. Maar dit was anders. Ik voelde overal Djeff, ik zag zijn mooie ogen, en ik zag ook een breed lachende Joris alsof hij als toeschouwer net zo genoot als wij. Ik voelde dat wanneer we zo door gingen, het niet lang zou duren voordat ik zou gaan spuiten. Daarom was ik blij dat Djef die zijn armen om mijn romp had geslagen en met zijn benen de mijne ook stevig omklemde mij even wat losliet en ruimte gaf. Terwijl ik bovenop hem lag werkte hij met zijn benen de mijne een eindje uit elkaar, rolde iets op zijn zij, pakte met zijn hand z’n lange zwarte joekel en stak die tussen mijn benen en drukte toen met zijn dijen mijn benen met zijn pik daartussen strak tegen elkaar.
Daarop drukte hij met zijn handen mijn onderlijf stevig tegen het zijne zodat mijn pik weer helemaal omklemd werd. Toen begon hij me regelrecht te neuken door telkens zijn onderlijf te kantelen. Dat leverde behoorlijke wrijving op mijn pik die mij al spoedig weer dat licht branderige gevoel gaf dat ik spoedig zou moeten pissen of……. of…. aaaaaaaWWWWWaaaaooooHHHHh onstuitbaar perste zich een hoeveelheid piksap tussen onze lijven die daardoor zo glad werden dat ze er in Thialff jaloers op zouden zijn. Maar er was meer. Ik voelde een hand tegen mijn achterhoofd die mijn gezicht en mond naar dat van Djeff drukte. Vrijwel direct waren we in een een potje tongworstelen verwikkeld waar je u tegen zegt en dat was voor Djeff de druppel, nou ja de druppel… We lagen natuurlijk al lang niet meer onder het dekbed en Djeff zijn pik wees dus recht omhoog. Ik voelde tegen mijn dijen hoe de eerste straal sperma door zijn paal een weg naar buiten zocht, toen even niets, en toen als dikke regendruppels op mijn rug kletsten, onmiddellijk gevolgd door een tweede, derde, vierde, ja vijfde schot. En toen voelde ik hoe dat heerlijke lijf onder mij totaal verslapte en muisstil bleef liggen bijkomen. Weet je, ik waande me op dat moment net een pasgeboren baby’tje dat op de borst van z’n moeder was gelegd en ik vond het: heeeeeerlijk. Zozeer dat ik zelf langzaam wegdoezelde tot ik ineens ruw werd opgeschrikt door de stem van Djeff die vlakbij mijn oor een bekentenis deed:
“Arjan, “Ja ” “Ik moet je wat bekennen” “OH! ” ik was gelijk klaar wakker en schrok me rot, aids, ebola, en nog wat kleinigheidjes flitsten door m’n hoofd en ik wachtte angstig op het vervolg. “Ik ben helemaal niet bang voor onweer, maar ik weet nu wel dat ik zeker drie keer in de week heel erg bang wordt als het buiten donker is, en ik weet zeker dat ik voortaan ook overdag nog wel eens zal gaan denken dat het oorlog is of buiten donker wordt ”. In een sprong was ik van Djeff en het bed af en keek ik naar een grote zwarte massa die kronkelend van het schaterlachen door mijn bed kroop. De hele aktie was dus één groot toneelspektakel, omdat meneer aan z’n gerief wilde komen.
“Jij vieze, - smerige, - leugenachtige, - flikkernikker! hier zul je voor boeten!” Mijn tirade werkte nog meer op de lachspieren van Djeff, die inmiddels als een zoutzak op mijn bed lag te schuddebuiken van het lachen , maar wat bij mij de onstuitbare behoefte opleverde om me op die zoutzak te werpen, wetende dat ik bij een worstelpartijtje tegen deze spierbundel geen schijn van kans zou hebben, maar heel stiekem hoopte ik,wilde ik gewoon niets anders dan nog even in plaats van op, onder dit heerlijks te mogen liggen. En dat gebeurde. Zodra ik me op Djeff stortte had hij me binnen de kortste keren in een houdgreep die langzaam verslapte tot hij merkte dat mijn weerstand gebroken maar mijn behoefte naar zijn lijf alleen maar groter was geworden. Ondanks dat we beiden aan alle kanten plakten , of misschien wel juist daardoor , vielen we uiteindelijk als een blok in elkaars armen in slaap.
1446 keer gelezen
Score: 9
(van aantal stemmen: 17)
Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.