Het blijft verrassend 12

Geplaatst door: thei op 13-12-19

Met nu nog 11 hoofdstukken te gaan, zijn we over de helft van deze story. Ik hoop dat ik jullie kan blijven boeien.  

Nauwelijks hadden ze hun borden leeg of de telefoon rinkelde. Thijs aan de lijn om te melden dat Arjan het prima vond en dat hij met directe ingang vrij gemaakt kon worden op UBI, en waar hij zich maandag ochtend zou kunnen melden”.  “Om vijf uur hier in ons appartement”. “Vijf uur??!”” klonk het vol ongeloof aan de andere kant van de lijn. “Ja wat dacht jij? Half negen opstaan, eerst wassen en ontbijten dan om tien uur de deur uit en om elf uur de weg op?” “Nee dat niet natuurlijk maare, maar dan moet ik eens kijken hoe vroeg ik hier dan al weg moet, want zo vroeg rijdt er geen bus en met de scooter ben ik toch wel even onderweg”. “Ja dat snap ik en daarom heb ik een voorstel. Je komt zondagavond naar hier en blijf hier de rest van de week eten en slapen. Vrijdagavond of zaterdagmorgen ga je terug naar UBI en als je het dan nog niet zat bent plakken we er gewoon nog een week tegenaan”.  “Oh dat is geweldig ik ben zondag avond bij je en moet ik nog eten of drinken mee brengen?”  Nee gekkie dat hebben wij hier wel. Jij moet wel zorgen dat je voldoende verschoningen bij je hebt want ik wens geen benauwde puberale  luchtjes in mijn cabine! Elke dag douchen  en schoon ondergoed is verplicht”  “Oké echt gaaf dat dit zo kan, nou tot zondag en bedank ook je vriend want die zit ook een week met mij opgescheept” “Nou mijn vriend is mijn mannetje  en doet net als jij precies wat ik zeg!”  En dat had Marc nou niet moeten zeggen. Voor hij het wist griste Luc de telefoon uit z’n handen en liep er gauw een stuk mee weg. “Thijs, hier met Luc, je kunt zondag gerust hier naar toe komen, maar of je dan maandag gaat rijden weet ik niet. Na dit gesprek heb ik een stevig onderhoud met jouw mentor en of hij daarna binnen twee dagen hersteld is weet ik niet”. “Nou meneer ik ben het met u eens dat Marc en stevige beurt verdiend, maar doe me een plezier en laat hem wel heel”. Nou die beurt zal ik hem geven en of t’ie  nog heel is moet je zondag maar bekijken. Wat mij betreft ben je in elk geval welkom”.  “Fijn om te horen enne geniet van het onderhoud aan Marc!” ”Zal ik doen”.  Dat het hierna nog een tijdje vrij onrustig was op de bovenste etage van het gebouw hoeft geen betoog. Van een worstel partij op de vlakke vloer, werd een vlucht naar de slaapkamer om vervolgens geheel ontkleed te eindigen in het bubbelbad. En wat er daarna gebeurde, dat laat zich raden. Volkomen uitgeput maar wel heerlijk vermoeid kropen ze in elkaars armen onder het grote dekbed en sliepen een gat in de volgende dag. 

 Zondagavond ging de bel en stond Thijs, met en grote sporttas voor de deur. Marc liet hem binnen en wees hem gelijk de logeerkamer  waar hij zijn tas kwijt kon en waar hij de komende vijf nachten zou slapen. Na gezamenlijk nog een pilsje genomen te hebben stelde Marc voor om te gaan slapen. Morgenvroeg loopt om vijf uur de wekker af en dan is het gelijk aan de bak. Wassen, brood maken, en om half zes moeten we in de auto zitten anders zijn we te laat op de zaak. Maar we moeten wel zachtjes doen want deze pennenlikker, wijzend op Luc, hoeft pas om half zeven z’n nest uit en vanwege zijn  ochtendhumeur kan die maar beter blijven slapen En zo kon het gebeuren dat Thijs om vijf uur wakker werd gemaakt doordat Marc hem in z’n oor fluisterde dat het tijd was om op te staan. Loom rekte hij zich uit, sloeg het dekbed weg om, bedoeld of onbedoeld,  Marc uitzicht te geven op een joekel van een odol. Marc vond dat best een leuk plaatje om de dag mee te beginnen maar hield zich strikt aan het uitgangspunt:  “Een mentor houdt zijn handen thuis”. Maar hij had toch ook wel te doen met Thijs, dus fluisterde hij, wijzend op z’n odol: “Als je daar eerst wat aan wil doen dan kan dat nog wel effe hoor. Je mag als je wil ook gelijk onder de douche dat is makkelijke want dan hoef je geen rommel op te ruimen, maar je moet dan wel op je poten blijven staan. Kijk maar wat je doet. Ik maak voor deze keer nog wel je brood, hoeveel sneetjes wil je?”. “Doe maar tien”. “Tien?” vroeg Marc nog een keer ja het is toch alleen voor het ontbijt of moet het ook voor de lunch?” “Nee alleen ontbijt” zei Marc. Hij wist dat ze deze dag op de middag in de gelegenheid waren wat te kopen en vond tien boterhammen extra smeren wel genoeg. Thijs dook gelijk de douche in om daar tien minuten later met een rode kop en een niet helemaal slappe piemel uit te stappen.  Hij kleedde zich aan en schoof bij Marc aan de keuken tafel om gauw een bak koffie en alvast twee sneeën brood naar binnen te werken.  Precies om half zes zaten ze in de auto, om kwart voor zes op de zaak, op kantoor de papieren halen, naar de truck en iets voor zes drukte Marc op de startknop. Het avontuur kon beginnen. Thijs keek z’n ogen ogen uit, hij vond het prachtig. Waar mogelijk hielp hij bij het laden en lossen en Marc, genoot van het enthousiasme dat deze knaap uitstraalde en het gevoel voor het werk dat hij toonde. Echt elke dag was een feestje. Vrijdagmiddag waren ze bijtijds afgewerkt dus had Marc alle tijd om met Thijs de week eens goed te evalueren.  Het bleek dat voor Thijs het werk op zich geen enkel probleem was. Zelfs het vroege opstaan wende snel genoeg en had ook zeker z’n voordelen. Langzaam de zon zien opkomen rijdend door een Hollandse Polder was echt wel een feestje om te zien. Elke dag leek het alsof Thijs meer opbloeide en van de verlegen jongen die Marc nog maar een week geleden op UBI had ontmoet was feitelijk niets meer over. Maar waar Thijs wel steeds meer vraagtekens bij zette was de eenzaamheid.  Nu was hij nog samen met Marc, maar wanneer je als chauffeur echt wat wilde verdienen dan moest je in elk geval solo en liefst internationaal gaan rijden. Thijs vroeg zich af of hij dat wel aan zou kunnen.  Daarom besloten ze om er in elk geval nog een week aan te plakken om dat aspect van het werk, voor zover mogelijk, toch nog eens goed te bekijken.

Maandag en dinsdag verliepen zoals verwacht en zonder complicaties. Maar de woensdag was anders. Toen Marc de papieren op ging halen bij de administratie kreeg hij te horen dat hij even moest wachten en dat hij om zeven uur eerst bij de directeur moest komen.  Nou dat had hij nog nooit meegemaakt dus hij was wel benieuwd. Toen de directeur iets voor zeven uur arriveerde riep hij Marc gelijk in z’n kantoor. Het bleek dat Marc die dag een kort ritje had naar een bedrijf waar hij nog nooit was geweest. De onderneming die dat adres bediende was failliet gegaan en nu moest de firma van Marc acuut inspringen om de klant niet in de problemen te laten komen. De vraag aan Marc was om eens te kijken of hij op dat bedrijf niet een ingang kon vinden om het transport voor langere tijd te gaan doen. “Zelf kan ik dat vandaag onmogelijk en je moet het ijzer smeden als het heet is. Jij bent de eerste ambassadeur van onze firma die daar komt, en de eerste klap is een daalder waard. Je zit ook lang genoeg in het vak om te weten wat voor ons een lucratieve deal is, kijk maar eens wat je er uit kunt slepen. En zo kon het gebeuren dat ze rond een uur of tien bij een bedrijf kwamen waar ze grondstoffen voor plastic af moesten leveren. Ze werden met open armen ontvangen want door de perikelen met het vorige transportbedrijf  waren ze bijna door hun grondstof heen. Nadat de truck leeg was parkeerde Marc hem in een hoekje op het terrein om het tweede deel van z’n missie te volbrengen. Maar dat betekende wel dat Thijs zich een poosje zelf moest vermaken. Nou het was heerlijk weer en er was op het terrein genoeg te zien dus Thijs was er van overtuigd dat hij zich niet zou vervelen. Met de afspraak dat Marc zou appen of bellen wanneer hij wat te melden had ging Marc richting kantoor en slenterde Thijs richting waterkant, een eind verderop.

Het was een vrij groot bedrijf dat haar  grondstoffen niet alleen via de weg maar ook over het water aangevoerd kreeg. Aan de kade lagen twee schepen. Het eerste schip lag onder de hijskraan en werd gelost, het andere schip lag zo’n 100 meter verderop, te wachten om ook gelost te worden.  Thijs slenterde langs waterkant richting het tweede schip en moest toch wel glimlachen toen hij de naam van dat schip zag. ADONIS, stond in grote letters op de achter boeiïng .  Wat zou de achterliggende gedachte zijn geweest toen de schipper die naam op zijn schip zette? Vond hij het schip erg mooi? Vond hij dit van zichzelf?  Was het een oproep naar een eventuele partner?  Dichterbij gekomen wachtte Thijs een andere verbazing.  Toen hij langs de woning liep zag hij achter het raam, op de vensterbank een merkwaardige verzameling porselein staan.  Over een lengte van meer dan een meter stond op de vensterbank een serie spierwitte glanzende penissen. Allemaal volkomen identiek behalve dan wat betrof de grootte.  Van de kleinste van nauwelijks een paar centimeter werden ze telkens iets groter tot het grootste exemplaar in het midden, dat zeker 30 centimeter hoog in volle glorie met ontblote eikel fier rechtop stond. Staande op een stevige voet van twee prachtig gevormde kloten.  En net zoals het het rijtje geleidelijk was opgelopen tot 30 centimeter liep het ook weer af naar een exemplaar zoals dat op de Noordpool bij min 40 te verwachten is.  Ongemerkt was Thijs blijven staan om deze merkwaardige verzameling goed te bekijken maar toen hij zich  realiseerde dat hij niet voor een etalage maar voor het raam van een woning stond, liep hij gauw weer verder. Op het voorschip zag hij een man op een bolder zitten en druk bezig met een meertros. Langzaam liep Thijs over de  kade naar hem toe. Dichterbij gekomen zag Thijs dat de man bezig was om er een strop in te vlechten zodat de tros om een meerpaal gelegd kon worden. Wat Thijs ook opviel was dat deze hunk, want dat was het, best wel eens de Adonis kon zijn waar het schip naar genoemd was. Blonde kop, goed gespierd en alleen gekleed in in sportbroekje. Nee het was zeker geen straf om naar deze “man in aktie“ te kijken. 

Toen Thijs nog enkele passen van hem vandaan was zei “Hunk” zonder van z’n werk op te kijken; “En wat vind je van mijn verzameling “. Oei, even voelde Thijs zich betrapt maar ja het was zoals het was en dus leek het hem maar het beste om heel eerlijk te antwoorden: “Heel bijzonder, maar wel leuk”. “En vind je ze ook lekker?”.  “Nou die daar staan lijken me wat koud,  maar met een originele kan ik me meestal wel vermaken”. “Meestal? En wanneer dan niet? “ “Als er gewerkt moet worden bijvoorbeeld”.  “Nou dat ziet er dan slecht voor me uit want ik ben hier met dat rot touw nog wel even bezig”. “Nou ik heb wel even tijd dus misschien kunnen we om te beginnen eens samen gaan werken” Wil je me echt komen helpen?” vroeg “ Hunk” met een verbaasd gezicht.  “Ja hoor als we mekaar helpen dan denk ik dat we gauw klaar zijn”.  “Ja dat geloof ik graag maar we gaan nu eerst aan het werk”. Nu pas begreep Thijs dat hij zich een klein beetje ongelukkig had uitgedrukt, maar aan de andere kant vond hij het prachtig dat “Hunk hier direct op inhaakte, Thijs mocht dat wel. Hij stapte aan boord en stelde zich netjes voor want als je moet samen werken dan moet je toch minstens weten met wie we van doen hebt. “Ik ben Thijs van der Lek” “en ik ben Erik Brouwers” stelde “Hunk” zich voor. Samen bogen ze zich over het touw en mede door de hulp van Thijs was deze “rot” klus toch in no-time geklaard. “Zo en nu eerst wat drinken ” zei Erik. “Ik neem tenminste aan dat je daar toch nog wel tijd voor heb?”.  “Ik denk het wel….”

 Noem het toeval, noem het noodlot, precies op dat moment trilde de mobiel van Thijs. Marc meldde dat de gesprekken voorspoedig verliepen en dat ze vrijwel zeker tot zaken zouden komen, maar dat er nu een directeur bij moest komen en die moest eerst opgetrommeld worden en dus kon het nog even duren voor deze zou kunnen aanschuiven. “Dus ik vind het rot voor jou maar je zult je nog even zelf moeten vermaken”. “Nou heb over mij maar geen zorg, ik vermaak me wel. Succes met de zaken en app of bel maar als de zaak is afgerond”. En zo hadden de heren alle tijd om rustig een bakkie te doen. Thijs volgde Erik naar de woning en werd gelijk geconfronteerd met een ijzeren wet, nog uit de tijd van de houten schepen: “SCHOENEN UIT!” zodra je de woning binnen stapt. Terwijl Thijs nog bezig was met z’n sneakers los te veteren vroeg Erik wat hij wilde drinken. “Doe maar een cola”zei Thijs terwijl hij binnen stapte. Binnen keek hij eens rond en viel van de ene verbazing in de andere. Allereerst verbaasde hij zich over de grootte van de woning. Van buiten leek het veel kleiner en zou je denken en zelfs dat je niet eens rechtop zou kunnen staan. Maar hij stond gewoon in een hele leuke ruime woning met alles er op en er aan. En dat laatste was de tweede verbazing. Overal aan de want hing kunst en overal stond kunst. En niet zomaar kunst nee de hele woning ademde zoals ook de eerder genoemde vensterbank, homo-erotisch kunst. Schilderijen, beelden, voorwerpen, het was werkelijk verbluffend omdat het allemaal toch zo verfijnd was dat het nergens naar platte porno neigde. In een hoek stond zelfs een replica van de David van Michelangelo.  Wat Thijs ook opviel, over de stoelen en ook op de bank lagen allemaal  handdoeken.  En terwijl Erik voor beiden een glas cola inschonk  zag hij hoe Thijs alles rustig in zich opnam. “Waar wil je zitten op de bank of hier aan de eettafel?””Nou eh de bank lijkt me wel lekker maar die ligt vol met handdoeken…”  “Nou zo lang je je broek aanhoud mag je die wel op zij schuiven, maar om je de waarheid te zeggen loop ik hier vrijwel uitsluitend in m’n blootje, en de meeste gasten die ik hier ontvang sluiten zich daar graag bij aan en dan is zo’n handdoek wel zo hygiënisch.” “Oh maar waarom doe je dan nu je broek ook niet uit? “ “Omdat ik niet weet of jij daar van gediend bent” antwoordde Erik in alle eerlijkheid.  “Nou je hoef je voor mij niet in te houden en ik vind het hier warm genoeg om met plezier ook het een en ander uit te trekken”.

1673 keer gelezen

Score: 9
(van aantal stemmen: 21)

Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.