Peter en het Zwervertje

Peter ging niet graag naar die cruiseplekken. Hij vond er nooit het type man dat hij zocht. Meestal waren ze te dik of te oud of te verlopen of een kombinatie van alle drie. En dan was er nog een heel klein groepje dat hij nog niet zou aanpakken zonder eerst een allesdekkende ziektekostenverzekering afgesloten te hebben. Maar heel af en toe, als hij mega-geil was en geen andere manier had om dat kwijt te raken, dan ging hij toch maar. Na twee maanden corona-kontaktverbod en als gevolg onthouding was hij niet mega-geil, maar explosief geil!

Dus draaide hij bij net invallende schemering de parkeerplaats op en keek vanuit zijn auto even rond. Ja, er waren wat mannen maar ze konden allen gerangschikt worden onder de eerder genoemde groepen. Hij stapte uit, sloot zijn auto af en liep het bos in, hen totaal negerend. Om het even wat zij van hem vonden, hij had geen enkele behoefte aan hen.

Door de begroeiing en het dichte gebladerte van de bomen was het in het bos al iets schemerachtiger als op de parkeerplaats maar Peter kon nog voldoende zien. En wat hij zag maakte hem niet vrolijk. Een wandeling van een halfuurtje sterkte nog maar eens zijn opvatting dat het bezoeken van cruiseparkings hopeloos was. Hij verzoende zich met het feit dat het wel weer bij een avondje “zelfhulp” zou blijven, draaide zich om en begon terug te lopen naar de auto.

Maar een jonge stem, die achter hem opklonk, weerhield hem: “Ik pijp je voor dertig euro en je mag me neuken voor vijftig”. Peter had al lang geleden besloten dat hij graag sex had met iemand die ook sex met hem wilde hebben, maar nooit bij wijze van “commerciële aktiviteit”. Hij had dus eenvoudig over zijn schouder “Nee” kunnen zeggen en doorlopen. Maar er was iets in de stem: het voorstel werd niet overtuigend en verleidelijk gedaan maar uit de stem sprak een oneindig wanhopige troosteloosheid. En dat prikkelde Peter’s nieuwsgierigheid.

Hij draaide zich om, niet wetend dat hij hiermee een ketting van gebeurtenissen uitlokte die zijn leven op zijn grondvesten zou doen schudden.

Tegenover hem stond een jonge jongen. Maar hoe jong kon Peter niet beantwoorden. Hij kon 19 of 20 zijn, maar ook 16. Peter wist dat er twinks waren die er met 24 uitzagen of ze 16 waren. Maar ze waren wel meerderjarig. Het interesseerde de wet niet hoe ze er uit zagen, alleen of ze wel of niet meerderjarig waren! Was deze jongen een twink? Om het zekere voor het onzekere te hebben vroeg Peter er eenvoudig weg naar:


“Ben je eigenlijk al 18?”

“Ja hoor, allang!”, antwoordde de jongen beslist, opnieuw met een droevige en intens vermoeide stem.

Hij bekeek de jongen. Wat hem opviel is dat hij ontzettend mager was. Zijn toch niet zo ruime jeans en t-shirt flodderden om hem heen, zoals de kleren om een vogelverschrikker in de wind. Dit beeld werd nog eens versterkt doordat de broeksriem tot het alleruiterste gaatje was aangetrokken en zelfs dan was het nauwelijks mogelijk de jeans op de smalle heupen te houden. De kleren waren vaal en vuil, tot en met de basketbalschoenen toe.

Hij had een fijn besneden gezicht maar ook hier was duidelijk te zien dat de wangen waren ingevallen. Ofschoon de schemering steeds meer overging in duisternis kon Peter nog net de ogen ontwaren: die straalden een soort afgestompte droefheid uit. Alleen het haar van de jongen maakte een normale indruk: het was halflang en blond, net niet op de smalle schouders vallend. Maar het was ook te zien dat het al geruime tijd niet gewassen was.

“Verdomme”, schoot een gedachte door Peter’s hoofd, “Dat heb ik weer: een gay heroïne-hoertje!”. Of......?? Was hier iets anders aan de hand? De gedachte liet hem niet los dat er meer aan de hand was en hij knikte zijn hoofd in een gebaar van “Kom maar mee!”.

Hij draaide zich om en liep, zonder nog om te kijken, terug naar de auto. Misschien volgde de jongen, misschien ook niet.

Bij zijn auto aangekomen opende hij zijn deur en zag de jongen al bij het portier aan de andere kant staan. Ze stapten in en zaten even zwijgend in de auto, de jongen in afwachting van de gebruikelijke door geilheid gedreven greep in zijn kruis, Peter zoekend naar woorden. Buiten werd het donker.

Pas na een tijdje sprak Peter:

“Ik weet niet waarom, maar ik denk dat jij een probleem hebt. Je bent in ieder geval geen hoertje”.

De jongen keek hem brutaal aan, maar Peter zag weinig overtuiging in de brutaliteit in de ogen. Het was meer een pose om zich groot te kunnen houden.

“Ben je een junk?”, vroeg Peter verder, “Ben je een heroïne-hoertje?”.

De jongen schudde beslist en nadrukkelijk het hoofd.

“Wat ben je dan?” vroeg Peter nadrukkelijk.

De jongen staarde voor zich uit, Peter’s blik ontwijkend.

“Waarom zou ik dat jou vertellen?” kwam hij met een scherpe tegenvraag.

“Omdat het me interesseert”, zei Peter zo laconiek mogelijk, “Omdat ik merk dat er iets is. Dat je in de problemen zit. En omdat ik tot de groep van mensen behoor, die dan niet de andere kant opkijkt om te kunnen doen of er niks aan de hand is, maar probeer mensen te helpen voorzover dat in mijn vermogen ligt”.

De jongen zei niets en keek strak voor zich uit in de donkere bosrand.

“Maar goed,” vervolgde Peter, “het staat je vrij hulp te accepteren of niet. Je kunt blijven zitten en me vertellen wat er is of je kunt uitstappen en de volgende klant versieren. Ik hou je niet vast!”

Het duurde even. Het leek of de jongen overwoog wat hij ging doen: verder op het hoerenpad of praten. Maar uiteindelijk sprak hij, strak voor zich uit kijkend:

“Mijn vader heeft me uit huis gegooid toen hij me betrapte toen ik met mijn vriendje in bed lag”.


Even was Peter beduusd, maar hij herstelde zich:

“OK, dan is hij niet blij dat je gay bent. Dat kan ik me nog voorstellen. Maar uit huis gooien? En wat vond je moeder er van?”

De jongen lachte schamper en zei:

“Mijn moeder is allang geleden vertrokken. Ik kan het haar ook niet kwalijk nemen als je met zo’n vent getrouwd bent. Wat ik haar wel kwalijk neem, is dat ze mij niet mee genomen heeft en me achter heeft gelaten bij hem!”

“Wat maakt je vader zo erg dan?” vroeg Peter.

“Mijn ouwe is een zware alkoholist. Zo één die de dag begint met een halve fles wodka als ontbijt. En daarvoor ook veel geld nodig heeft zodat er voor mij weinig en in toenemende mate niks overbleef. Om te eten, om kleren te kopen...maar goed, hij heeft me buiten geflikkerd.”

“Hoe lang ben je dan al thuis weg?” vroeg Peter.

De jongen keek hem aan. Peter wist het niet zeker maar hij zou zweren dat er tranen over zijn wangen liepen.

“Zes weken”, kwam het simpele antwoord.

“Waar woon je dan?” vuurde Peter de volgende vraag af.

“Op straat”. Opnieuw met een gespeelde vanzelfsprekendheid.

“Maar eten? Douchen? Schone kleren?“

De jongen lachte schamper.

„Eten? Al dagen geleden. Ik weet niet eens meer wanneer. Douchen...nou ja, niet. Heb nog eens gedoucht toen ik kans zag een sportschool binnen te glippen. Maar ik denk dat dat 4 weken geleden is. En schone kleren? Ik heb alleen datgeen wat ik aanheb.”

Peter staarde lange tijd door de voorruit naar  buiten, in de donkere avond. Hij wist niet hoe lang, maar het was een niet te verwaarlozen tijd. Het in het kort samengevatte verhaal van de jongen was hard aangekomen. Dus zo kon het ook aflopen? Want Peter kende het klappen van de zweep van een alkoholkistische en bovendien in zijn geval gewelddadige vader. Maar hij had geluk...nou ja....een betrekkelijk geluk. Hij werd onder politiebescherming uit huis gehaald door jeugdzorg om daarna de rest van zijn jeugd te verkwijnen in tehuizen. Maar goed, hij had drie keer per dag te eten, kon douchen, had kleren. Naast hem zat een jongen die dat geluk niet had en die nu al, op jonge leeftijd, in de goot was beland. En als hij niet uitkeek zou de rest van zijn leven door het gootputje in het riool wegspoelen. Maar dat was Peter niet van plan te laten gebeuren.

Al die tijd dat herinneringen, gevoelens van woede en verdriet en gedachten door zijn hoofd spookten, zat de jongen zwijgend naast hem. Iets wat Peter uitlegde, als dat de jongen geholpen wilde worden. Want anders was hij allang uitgestapt.

“Hoe heet je?” vroeg Peter nog.

“Rick”, was het korte antwoord,

“Goed, Rick, als je er niets op tegen hebt: je gaat mee naar mij! Eerst eens douchen en schone kleren. En terwijl jij doucht maak ik een lekkere kop soep met broodjes voor je. Goed, om mee te beginnen dan. Vanaf morgen krijg je gewoon gezond en fatsoenlijk te eten maar dan moet ik morgen eerst boodschappen doen”.

Zonder op antwoord te wachten startte Peter de auto en reed de parkeerplaats af, op weg naar zijn appartment.

 

Thuis gekomen zette Peter eerst de douche aan en begon toen zonder veel plichtplegingen Rick uit te kleden. Niet uit geilheid...zijn explosief-geile toestand aan het begin van de avond had slechts latente vormen aangenomen. Hij gooide de kleren van de jongen regelrecht in de wasmachine en zette die aan, waarna hij een korte blik over Rick’s naakte lichaam liet glijden. Goed, de jongen had een prachtige pik, met een heerlijke voorhuid en een kleine strakke zak. Maar verder was hij letterlijk vel over been. De heupen staken uit en Peter kon de ribben tellen. Rick was duidelijk niet intiem geschoren, iets wat Peter niet zo mocht. Maar kon hij het de jongen kwalijk nemen? Hij had tenslotte al weken niet kunnen douchen dus scheren zou ook wel onmogelijk zijn geweest. Die leek zijn gedachten te raden en vroeg zacht op verlegen toon:

“Heb je misschien ook een scheermesje voor me?”

“Ja hoor”, lachtte Peter, “En scheergel heb ik ook. Staat daar op het plankje”.

Hij zette de jongen onder de douche waar die duidelijk genoot van het warme water op zijn huid. Hij draaide zich even om en gunde Peter al dan wel of niet bewust een blik op zijn billen. Ook die waren heerlijk, zeker nu ze nat glinsterden onder het neerstromende water. Peter legde een handdoek klaar en zei:

“Als je zover bent, hier hangt een ochtendjas voor je. Ik ga soep maken”.

In de keuken trok hij een blik italiaanse tomatensoep open en deed het in een pannetje. Vervolgens gooide hij twee bruine broodjes in de oven. Al in de soep roerend maalden er gedachten door zijn hoofd, allen rondom de vraag “Waarom doe ik dit eigenlijk?”

Nee, het was niet alleen geilheid. Hij gaf toe zich tot de jongen aangetrokken te voelen ofschoon diens lichaamlijke toestand er niet erg verleidelijk uitzag. Het was het karakter wat hem aantrok; de vechtlust om er toch wat van te maken, om toch te overleven, op welke manier dan ook. En dan was er nog dat andere wat een rol speelde.

Toen Peter in zijn puberteit ontdekte dat hij homo was, ontdekte hij tevens wat voor een  verstikkende en onderdrukkende rol de kerk speelde als het over homo’s ging. Hij had de duidelijkste oplossing gekozen: hij had gebroken met de kerk en alle geloofsgeboden overboord gegooid. Op dat ene na: “Bemint uw naaste als u zelf”. Ofwel, wat de kerk barmhartigheid en naastenliefde noemt. In modern taalgebruik: gewoon de bereidheid iemand met problemen te helpen, dat gebod had hij onthouden en er zijn leven lang naar geleefd.

Hij was zo in gedachten verzonken dat hij bijna vergat dat de oven aanstond. Nog net op tijd kon hij de broodjes redden van een vreselijke verbrandingsdood. Op daarna opnieuw in gedachten te verzinken.

Hij merkte niet dat Rick de keuken ingekomen was. De jongen kuste hem zacht in de nek, iets wat Peter verraste. Hij draaide zich om en zag Rick in de openhangende ochtendjas met een duidelijk uitzicht op een vers-geschoren heerlijke piemel. Even werden Peter’s lusten weer minder latent, maar hij wist het te onderdrukken en zich te concentreren op de soep.


Hij zette de jongen aan tafel, plaatste het mandje met broodjes er op en schepte de soep in het bord. Rick viel er op aan met de eetlust van een jonge wolf!

Terwijl Rick het eten verslond dacht Peter weer na. Ineens vroeg hij:

“Hey Rick, je bent toch echt 18?”

“Mmmjaaaa”, bromde Rick met een mond vol brood, “Twijfel je daar aan? En trouwens, wat doet het er toe?”

“Heel veel”, antwoordde Peter nuchter en zakelijk, “Als je geen 18 bent dan moet ik je melden bij de politie!”

Met een schok keek Rick op van soep en broodje. Heel even, een fraktie van een sekonde maar, dacht Peter iets van een heftige schrik in de ogen te zien, maar het verdween net zo snel als Peter nodig had zich te realiseren wat hij dacht te zien. Rick barstte in lachen uit, de eerste heerlijke lach die Peter de komende tijd zo lief zou hebben.

“Welnee”, lachtte hij, “Ik ben een grote jongen en het gaat de politie niks aan waar ik ben en wat ik doe!”

Peter gaf geen antwoord. Of de jongen nu wel of niet 18 was deed niet meer ter zake. Peter was niet meer eens meer bij machte te twijfelen aan Rick’s woorden. Hij was al lang in de ban van zijn betovering gesleurd.

Maar na het eten werd ook duidelijk dat Rick doodmoe was. Met de eerste volle maag in weken en in een warme kamer vielen zijn ogen als vanzelf dicht.

“Kom, we gaan naar bed”, zei Peter.

Even lichtten Rick’s ogen op maar Peter schudde het hoofd.

“Nee, niet vanavond. Je gaat eerst eens lekker en goed slapen”.

En zo gebeurde. Zodra Rick onder de deken lag viel hij als een blok in slaap. Peter bekeek het met een glimlach, kuste de jongen zacht op het voorhoofd en deed het licht uit.

 

Zo niet de volgende avond! Nadat ze samen al liefkozend gedoucht hadden doken ze in bed waar Rick een regelrechte aanval uitvoerde op Peter’s opgewonden lans. In een mum van tijd voelde die hoe de tong van de jongen over zijn eikel kriebelde en hoe de lippen zich om de schacht sloten om meteen te beginnen met een heerlijk zacht zuigen. Zachte vingers kriebelden in zijn kruis en aan zijn ballen. Met uiterste krachtsinspanning wist Peter een voortijdig klaarkomen te vermijden.

Na een tijdje hield Rick op met zuigen. Hij draaide zich op zijn buik en deed zijn billen uit elkaar, een jong zachtroze sterretje regelrecht aanbiedend. Nu was het Peter’s beurt.

Teder begon hij het jongenskutje te likken. Rick reageerde met een lustvervuld gekreun wat Peter aanmoedigde om verder te gaan. Met uiterste voorzichtigheid, om te voorkomen dat het pijn zou doen, duwde hij net twee vingers het gaatje wat open en stak er zijn tong zo diep mogelijk in om zo ook aan de binnenkant te kunnen likken. Het veroorzaakte bij Rick een golf van opgehitste lust en die uitte het ook door te hijgen, te kreunen en te kronkelen. Peter likte rustig door. Het gehijg en gekreun werden steeds luider, het kronkelen steeds heftiger, totdat Rick hem letterlijk smeekte om geneukt te worden.

“Nee, nog niet, lieverd”, zei die beslist.

Peter stopte met likken en bekeek het resultaat. Het kutje stond enigzins open en rilde nagenietend. Hij nam wat glijgel dat hij op zijn vingers smeerde waarna hij een en vervolgens twee vingers in de jongen stak en voorzichtig naar binnen liet glijden. Opnieuw werd het door Rick begroet met een gekreun van allesverzengende lust.

Toen Peter zijn vingers er diep in had begonnen ze een verleidelijk spel in de jongen te spelen. Ze draaiden rondjes langs de gladde darmwand, weken wat uiteen, gingen weer naast elkaar. Peter voelde aan zijn vingertoppen hoe de darmwand steeds vochtiger werd. Het werd nu tijd voor de uiteindelijke handeling.

Peter smeerde voor de goed orde nog wat glijmiddel op het sterretje ofschoon hij echt niet de illusie had dat Rick nog maagd was. Toen ging hij bovenop de jongen liggen en zo, huid aan huid en hoofd naast hoofd, drukte hij zijn eikel naar binnen. Het was een hemel! Peter was echt geen nieuweling in mannensex maar zo’n zacht, nauw lustgrotje had hij nog nooit meegemaakt. De zachte, warme darmwand streelde doorlopend zijn eikel en schacht en hij begon zich af te vragen hoe lang hij er van kon genieten zonder klaar te komen. Al stotend like hij de jongen in de hals. Ja, tamelijk dierlijk gedrag maar is de mens als hij zich met sex bezighoudt niet slechts een dier?


Al kreunend van genot zag Peter een droom werkelijkheid worden. Zoals de meeste hetero mannen er heimelijk van droomden sex met een jong, maagdelijk meisje te hebben, zo droomden de meeste homomannen van sex met een jonge jongen. Homo’s waren echt geen haar beter als hetero’s en Peter was niets meer of minder of beter of slechter als de doorsnee homoman. Hooguit was hij in staat zijn geilheid te beheersen als jongens té jong waren. Maar Rick was 18 dus was er niets dat dit goddelijke genot in de weg stond.

Hij kon niet genoeg krijgen van dit spelonkje. Hij genoot er van als hij kleine spiertjes voelde sidderen van genot en als ze zich om zijn pik klemden in een poging de lieve indringer nog langer vast te houden.

Toch kwam dat moment: Peter gaf nog een laatste diepe stoot, kreunend van genoegen voelend hoe de darm steeds verder uiteenweek in een smeekbede om te mogen ontvangen. En toen kwam hij klaar.....straal na straal spoten in de ingewanden van de kronkelende jongen.

Ze lagen nog een tijdje op elkaar om op adem te komen. Toen rolde Peter van Rick af op zijn rug en de jongen nestelde zich tegen hem aan. Een tijdje was er alleen knuffelen, kussen en strelen.

Maar niet lang: ineens sprong Rick uit bed en liep naakt naar de badkamer. Peter hoorde kort de douche lopen. Na een korte tijd kwam Rick terug, liep verleidelijk heupwiegend naar het bed en stortte zich bovenop Peter.

“Hey, heb je nog wat in je lekkere ballen voor me?” fluisterde hij wulps in Peter’s oor.

Dus begon het spel gewoon opnieuw. Toen eindelijk Rick’s schier eindeloze lusten bevredigd waren deed Peter uitgeput met één hand het bedlampje uit, terwijl Rick in zijn armen lag, allang naar dromenland vertrokken.

 

Geluk is een vluchtig goedje! Zo heb je het en voor je er erg in hebt is het ook weer weg. Vaak merk je pas achteraf dat het weg is, omdat je je in het hoofd hebt gezet dat je gelukkig bent.

Maar voor Peter en Rick kwam de verstoring van het geluk op een heel herkenbaar moment en op schokkende wijze.

Het begon toen, zo’n drie weken na Rick’s intrek in het appartement van Peter, de deurbel ging. Peter opende en zag voor de deur twee mannen staan, gewoon mannen van middelbare leeftijd.

“Goedenmiddag meneer, “ begin de oudste, “Mijn naam is Van Heemskerk, zedenpolitie. Dit is mijn kollega Van de Vlugt. Mogen we even binnenkomen?”

“Zedenpolitie?” vroeg Peter verbouwereerd.

“Mogen we even binnen komen, meneer?” werd de vraag een stuk nadrukkelijker herhaald.

Peter liet de mannen met grote vraagtekens in zijn ogen binnen.

“Waar gaat dit allemaal over?” vroeg hij, nadat hij de deur had gesloten.

“We hebben redenen om aan te nemen dat U een minderjarige aan het wettelijk gezag onttrekt en hier in huis onderdak verschaft. Voorts denken we dat er ook wel sprake zal zijn van sexueel misbruik van minderjarigen, maar dan loop ik op de zaak vooruit. Dat is in eerste instantie aan de rechter-commissaris om uit te maken!”

Peter voelde hoe zijn mond van verbijstering openzakte en het bloed uit zijn hoofd wegtrok. Achter hem hoorde hij een zenuwachtig geschuifel.

Hij draaide zich om en zag Rick in de opening van de huiskamerdeur staan, met gebogen hoofd, armen slap langs het lichaam, schouders moedeloos ingezakt.

“Is dit waar, Rick?” vroeg Peter stamelend en zoekend naar woorden, “Is dit echt waar?”

De beiden mannen keken elkaar even in verwarring aan. Hadden ze nu de verkeerde?

“De jongen heet geen Rick, meneer, maar Frank”, zei de oudste op nuchtere toon.

“Rick, zeg iets!” riep Peter uit.

“Het is waar!” stamelde Rick, die dus Frank heette, zacht.

Peter voelde de wereld om zich heen instorten. Hij was dus op bizarre wijze belazerd.

“Dus dat hele verhaal, van de alkoholistische vader die je uit huis heeft gesmeten en het weken lang zwerven is allemaal lariekoek?”

“Nee...”, schudde Frank beslist, “Dat is waar! Mijn vader heeft me uit huis gegooid toen hij me met mijn vriendje in bed betrapte. En mijn moeder is met de noorderzon vertrokken. Nadat hij me uit huis gegooid had, heb ik een paar dagen gezworven en op straat geleefd. Totdat de daklozenopvang me naar Jeugdzorg bracht. En die hebben me in een tehuis gestopt”.

“Ga door”, sprak Peter scherp.


“Ik werd gek in dat tehuis. Allemaal domme regels, muffige leiding. Ik ben er weggelopen en toen heb ik inderdaad dik zes weken op straat geleefd. Totdat ik jou tegenkwam”.

“Maar, waarom heb je dat niet eerder verteld?” vroeg Peter, die het huilen nader stond dan het lachen.

“Ik was doodsbang dat je me buiten zou gooien of de politie zou bellen. Weet je, die eerste ontmoeting was je niet meer als een aardige man die met te eten wilde geven, die me liet douchen en een warm bed gaf. Voor iemand die op straat leeft zijn dat belangrijke dingen. Maar al heel snel begon ik van je te houden en ik wilde je niet verliezen. Dus moest ik het oorspronkelijke verhaal volhouden, ook dat ik allang 18 was en zo”.

Peter knikte. Hij had het gehoord wat Frank zei, maar begrijpen? Nee, dat was op het moment nog te veel gevraagd.

“Kom jongen..”, zei de jongere rechercheur, “we gaan. Ik ga je eens terugbrengen”.

Frank wist dat hij er niet onderuit kon. Hij omhelsde Peter en gaf hem een kus. Na een korte streling liep hij met de man mee naar buiten.

“Goed meneer,” zei de enig overgebleven rechercheur, “Ik ben bang dat ik u moet aanhouden voor het onttrekken aan het wettelijk gezag van een minderjarige. Komt u alstublieft mee naar het bureau voor verhoor”.

Dit kon niet waar zijn! Hij had gewoon iemand in nood geholpen, niks meer en niks minder. Was het helpen van mensen een strafbaar feit? Maar hij wist dat verzet geen zin had. Uiteindelijk zou hij toch het onderspit delven, dus pakte hij zijn jas en ging mee naar het bureau.

 

De celdeur sloeg dicht en Peter voelde zijn knieën knikken. Hij zakte op wat voor een bed moest doorgaan en vloekte uit het diepst van zijn hart.

Hij was belazerd! Door een jong zwervertje dat hem een verhaal op de mouw had gespeld en hij was er met twee voeten in getrapt. Had niet doorgevraagd en alles voor zoete koek aangenomen. Of....had hij zich laten belazeren? Was hij zo in de ban van de jongen dat hij niet anders kon, er bijna om had gevraagd?

Van de andere kant: hij kon het de jongen niet kwalijk nemen. Als je zo jong zo in de knel zit, met een lege maag, zonder kleren, geen douche en op straat wonend, dan doe je alles als iemand je een reddende strohalm toesteekt.

Rare wereld eigenlijk: hij had niet de andere kant opgekeken en zijn hart laten spreken toen iemand hulp nodig had. En waar bracht hem dat? In een politiecel!

Hij ging op het bed liggen en sloot de ogen. De tranen brandden achter zijn oogleden. Hoe zou Rick zich voelen?`Want die was in de afgelopen weken goed opknapt: had weer wat op zijn ribben, had lol en kon genieten! Maar was in een paar minuten weer het troosteloze hoopje mens geworden wat Peter in dat homobosje had aangetroffen.

“Oh nee, hij heet Frank!” zei hij tot zichzelf met een zuur lachje.

“Nou ja, ik wacht maar even af wat er gaat gebeuren: Ik kan beter proberen wat te slapen”.

Want hij realiseerde zich met een glimlach dat dat het nadeel was geweest van de afgelopen weken: hij had heel weinig slaap gehad!

 

Hij werd wakker toen de celdeur werd geopend en knipperde zijn ogen even in het licht. In de cel stond de oudste rechercheur.

“U kunt gaan, meneer”, zei die zakelijk, “De jongen heeft uw verhaal op alle punten bevestigd dus kan u niks verweten worden. U bent weer een vrij man”.

“En het misbruik waar u het over had?” vroeg Peter.

“Er is geen misbruik,” antwoordde de rechercheur, “de jongen heeft bevestigd dat alle sexuele handelingen met zijn volledige instemming plaatsgevonden hebben. Goed, hij was geen 18, maar dat had u nagevraagd en we kunnen u niet verantwoordelijk houden voor de leugen die de jongen verteld. Dus: u kunt gaan!”

“Is Rick...”, hij onderbrak even, om dan te vervolgen: “Is Frank nog hier?”

De man knikte:

“Ja, die wordt later opgehaald door Jeugdzorg en teruggebracht”.

“Mag ik hem nog zien of even spreken?” vroeg Peter.

“Ik denk dat dat wel kan. Komt u maar!”

Het weerzien was hartverscheurend. Frank klemde zich letterlijk aan Peter vast, alsof daarmee voorkomen kon worden dat hij terug moest naar het tehuis. Maar daar moest Peter hem teleur stellen:

“Wat we ook doen, jongen...we trekken toch aan het kortste eind! Maar hoe oud ben je nu echt?”

“Net 18”, antwoordde Frank bedeesd.

“OK, “zei Peter, “dan doe ik een voorstel: je gaat terug en je maakt je school af. Dat vind ik belangrijk, niet voor mij maar het is belangrijk voor jou. De dag dat je 18 wordt, ben je meerderjarig. Dan moet het tehuis je laten gaan! Ga dan niet weer zwerven. Je weet waar je naar toe kunt, je weet me te vinden. De deur staat altijd voor je open!”.

Frank keek hem stralend aan.

“Meen je dat?” vroeg hij ongelovig, “Ben je dan niet meer boos op me?”

“Nee, en ik was ook niet boos. Ik begrijp waarom je het gedaan hebt. Maar in de tussentijd: geen wegloopstunts! Afgesproken?”

Frank knikte.  Ze kusten elkaar en Peter ging met lood in zijn schoenen terug naar huis.

 

De maanden verstreken, maanden waarin Peter heen en weer ging tussen hoop en vrees. Zou de jongen na zijn verjaardag de belofte inlossen? Kwam hij of kwam hij niet? En, op zich best wel dom, Peter was vergeten te vragen wanneer de jongen jarig was, dus hij wist niet wanneer hij met een komst kon rekenen.

Op een mooie voorjaars-zaterdagmiddag, toen Peter zich had neergelegd bij het feit dat Frank wel niet meer zou komen, ging de deurbel. Peter opende en opnieuw viel zijn mond open. Voor hem stond Frank, met rugzak en tas.

“Daar ben ik dan”, zei die met een brede lach.

Ze vielen elkaar in de armen en Peter trok hem naar binnen. Zodra de deur dicht was begonnen ze te kussen. Ze waren weer samen en ze zouden nooit meer uit elkaar gaan.

Nou ja...nog één keer maar dat was dan ook definitief. Door het aanzienlijke leeftijdsverschil moest Frank toezien hoe zijn oudere vriend de laatste adem uitblies. Hij kuste de vers-overledene innig en barstte in een onbeheerst snikken uit. Maar in zijn hart was een grote liefde en een grote dankbaarheid voor de man, die hem had gered van het gootputje en voor alles wat de man hem in de jaren daarna had gegeven.

4565 keer gelezen

Score: 10
(van aantal stemmen: 39)

Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.