Camouflage (ofwel Toby Deel 3)
Camouflage (ofwel Toby deel 3)
Daar zat hij dan, in zijn nieuwe studentenkamer in een grote stad waar hij
geen hond kende. De vakantie zat er op en het nieuwe leven was begonnen. Het
was een droom, die werkelijkheid en tegelijkertijd een beetje nachtmerrieachtig
was geworden. Hij had het oer-conservatieve dorp wel achter zich gelaten met
hoop op ontplooiing, maar was er al vrij snel achter gekomen dat het leven in
de stad een stuk anoniemer was en dat niemand echt op hem zat te wachten.
Voor zijn vertrek hadden zijn ouders nog wat gesputterd, vooral zijn moeder
met de typische moedervragen als:
“Wat doe je met je was?” en “Je blijft toch wel gezond eten?”
“Ja mam,” had Toby geïrriteerd geantwoord, “ik kan naar de mensa voor warm
en gezond eten”.
“Is die op zondag dan ook open?” was haar volgende vraag.
Oeps, dat was glad ijs in een dorp waar ’s zondags alles dicht was en waar
je zelfs niet kon tanken als je tank leeg was. Alles was dan potdicht, je mocht
er wat wandelen en verder was alleen “zorg voor dier en gewasch” toegestaan.
Maar hij kon met een gerust hart zonder te liegen antwoorden, dat de mensa op
zondag dicht was. Niet om redenen van godvruchtigheid, maar meer omdat de
universiteit er van uit ging dat de dames en heren studenten op zondag maar een
frietje of chinees moesten halen, maar dat liet hij tactisch in het midden.
Hoe dan ook, Toby kwam er keihard achter dat het nieuwe en daarmee echte
leven niet alleen rozengeur en maneschijn was.
Om mee te beginnen: geld was nu al een probleem! Hij had wel een beurs,
maar schijnbaar was een of andere ambtenaar op het Ministerie van Onderwijs
vergeten, dat studenten, naast collegegeld en huur betalen, ook nog moesten
eten en ook nog wat fun wilden hebben. Als Toby zijn huur en college betaald
had, leek het de bedoeling te zijn dat hij het einde van zijn studie niet zou halen, niet uit desinteresse of demotivatie, maar alleen om reden van de totale
uithongering. Dus ging hij op zoek naar een bijbaantje.
Zijn eerste job als maaltijdbezorger-op-de-fiets was geen succes. Hij wist
geen enkele straat in de stad, dus was altijd te laat. Na een aantal klachten
van de klanten werd hij bedankt.
Dan maar vakkenvullen bij de supermarkt. Dat kon hij, dat had hij ook al
gedaan in zijn dorp. En in het weekend bordenwasser in een Italiaans
restaurant. Niet allemaal erg interessant werk, maar het was een welkome
aanvulling op zijn schamele financiën.
Erger als het geld was de eenzaamheid, een woord dat een wrang lachje op
zijn gezicht bracht. Hij had altijd gedacht dat eenzaamheid alleen iets voor
bejaarden was, niet voor jongens van goed twintig. Hij kwam er “the hard way”
achter, dat dit dus niet klopte.
Hij kende nog steeds niemand. Goed, overdag was het goed te doen: colleges,
groepswerk en thuis studeren. Maar ’s avonds, als het studeren weer gedaan was
en de najaarsavond over de stad viel, dan werd het verdomde taai voor Toby.
Vaak dacht hij dan terug aan het dorp, aan het haremclubje in het
schuurtje, aan zijn vakantie met Stefan in Duitsland. Om zich dan ontzettend
alleen te voelen.
Opgevoed of beter van klein kind af aan geïndoctrineerd met een streng
christelijk geloof en moraal begon hij na te denken of zijn eenzaamheid een
straf van God was voor zijn homo zijn, voor zijn bandeloze gedrag in de
afgelopen tijd. Want had de dominee niet gezegd dat God middels de Bijbel sex
tussen mannen had verboden, omdat het tegennatuurlijk was? Hij begon zich
schuldig te voelen naar de Opperalmachtige, totdat in de loop van de avonden
een andere gedachte in zijn hoofd opkwam.
De dominee had ook gezegd dat de mens was geschapen naar God’s evenbeeld en
dat hij, Toby, door God was geschapen. Daar zat een tegenstrijdigheid in:
waarom had God Toby geschapen zoals hij was, dus ook homo, daarmee tegen zijn
eigen verboden in de Bijbel ingaand? Het was de allereerste keer in zijn leven
dat Toby vragen kreeg bij de leerstellingen van de kerk!
Maar goed, sex tussen mannen mocht niet. En hij had het zo nodig, snakte
naar een lieve, mooie jongen naast zich, in bed, in het leven, om samen
gelukkig met elkaar te zijn. Hij had geen flauwe notie hoe hij dat moest
oplossen zonder God nog verder voor de schenen te schoppen.
Eenzaam of niet, één ding bleef hij als vanouds doen. Als hij klaar was met
zijn studie voor die dag, kleedde hij zich om in de vroege avond nog te gaan
joggen, weer of geen weer. Als het lekker weer was een kort sportbroekje en een
t-shirtje, als het zeikweer was trok hij zijn joggingbroek en een sweat-shirt
aan. Aan het einde van de straat, waar hij woonde, lag een groot park, perfect
voor een paar rondjes hardlopen.
Omdat hij nog volslagen onbekend was met de stad had hij geen idee van de
twijfelachtige reputatie, die het park had. Goed, het viel hem op dat het
aantal mannen tijdens en na de schemering wel erg hoog was, maar hij begon pas
een idee te krijgen toen mannen hem nafloten. Dat deed hem niks: hij had niks
met bimannen, die alleen maar wilde kijken en rukken en nog minder met
uitgezakte en verlopen kerels. Niet vanwege leeftijd, maar hij mocht het type
niet, kon er niet opgewonden van raken.
Op een prachtige najaarsavond liep hij weer zijn rondjes in het park, dit
keer in sportbroekje en t-shirtje. De herfstavondzon scheen met gefilterd
gouden licht over de vijver, die wel leek op te lichten. De bomen wierpen al
lange schaduwen over de gazons. Het lopen was een goede remedie tegen zijn
steeds somberder gedachten. Het leidde hem af, dwong hem tot lichamelijke
activiteit en op de korte termijn bevrijdde het zijn geest.
Hier en daar waren de eerste mannen al weer zichtbaar. Eén floot weer naar
hem, maar hij negeerde het. Het was weer eens zijn type niet.
Hij rende over het houten bruggetje over de vijver, richting volière en duiventil. Plotseling zag hij een meisje bij de
volière staan, juist in het licht van een bundel zonlicht die tussen de bomen
doorviel. Hij stond even stil en bekeek haar. Ze was mooi...ze was ontzettend
mooi. Aan haar bruine, lange welgevormde ontblote benen zaten sandalen, die met
openwerkte riempjes, die tot de kuit reikten, bevestigd waren. Ze droeg een
ultra-kort, strak jeans-shortje met gerafelde randjes en daarboven een zorgvuldig
“nonchalant” dichtgeknoopte rode blouse. Tussen de band van haar broekje en de
onderkant van de blouse was een welgevormde bruine buik zichtbaar. In haar
smalle gezicht stonden twee donkere ogen en een vuurrode mond en haar korte
blonde haar was zo gestyled dat twee opzichtige oorbellen goed zichtbaar waren.
Maar het was als met Annyka...heel mooi, maar erotisch en sexueel voor hem niet
interessant.
“Hallo, mooie jongen”, zei ze met een licht-hese stem en een stralende
glimlach.
Toby keek even verbaasd. Had ze het nou tegen hem? Hij keek snel om zich
heen en kwam tot de konklusie, dat ze het wel tegen hem móest hebben want er
was verder niemand in de buurt.
“Hallo”, groette hij met een brede vriendelijke glimlach terug. Hij wilde
net verder gaan met joggen toen hij iets zag wat niet in het beeld paste: het
meisje had wel een heel erg grote adamsappel voor een meisje. Dat was geen
meisje, dat was een jongen, verkleed als meisje! En dat maakte voor Toby de
zaak heel anders!
“Hoe heet je?” vroeg ze. Ja hoor, haar stem was ook net iets te laag voor
een meisje.
“Toby”, antwoordde hij, “En jij?”
“Martine”, zei ze met een oogverblindende glimlach.
Heel even, een seconde maar, kwam het schuldgevoel naar de Hemel en de
angst voor hel en verdoemenis opzetten. Maar testosteron won het ruimschoots
van streng-christelijke moraal.
Alsof ze het aanvoelde stond ze met een paar passen recht voor hem. Ze keek hem diep in zijn ogen
en zonder af te wachten op toestemming drukte ze zich onverhoeds tegen hem aan
en gaf hem een kus op de wang. Daarna legde ze haar lippen bij zijn oor en
fluisterde zacht:
“Aan wat er in je broekje gebeurt denk ik dat je me nader wil leren
kennen”.
Toby knikte woordloos. En gezien het feit dat hij al lang had gevoeld dat
het nauwe spijkerbroekje nog nauwer was geworden, wist hij dat die wens
wederzijds was.
“Bij jou of bij mij?” vroeg ze.
“Ik woon daar!” zei hij met een hoofdknik naar de straat waar ze op
uitkeken.
“OK...da’s lekker dicht bij. Kom!”.
Ze nam hem bij de hand en samen liepen ze hand in hand naar Toby’s
studentenkamer.
Nadat Toby het joggingzweet van zich af gespoeld had onder de douche en
terug zijn kamer opliep vond hij Martine op zijn bed in een lingeriesetje, dat
bij hem insloeg als de bliksem. Het was een zacht-oranje glimmende net-stof met
bloemmotiefjes op behaatje en slipje, dat net groot genoeg was om haar klitje,
zelfs in slappe toestand, te herbergen. Er boven zat een jarretelgordel, die
uitmondde in drie stoffen ringen van de zelfde kleur om elk been. Vanuit het
behaatje liep de stof door naar boven om via de keel weer in een halsbandje om
haar nek aan te sluiten. Met de benen een tikje uit elkaar lag ze op hem te
wachten.
“Wow!” riep Toby oprecht uit.
Ze keek hem met haar diepdonkere ogen aan en vroeg zacht:
“Vindt je me mooi?”
“Mooi is te weinig gezegd, je bent als een engel zo mooi”, antwoordde hij
naar volle overtuiging.
Ze kleurde even en vroeg toen verlegen:
“Wil je me?”
Toby kon niet helemaal opmaken of de verlegenheid nu gespeeld als onderdeel
van het spel was of echt. Maar het maakte haar in ieder geval nog mooier,
breekbaarder en nog aantrekkelijker.
“De vraag is of je mij wil”, zei Toby terwijl hij zijn boxer van zich af
liet glijden. Zijn jongeheer sprong schokkend naar voren en Martine likte even
haar lippen.
“Ja...”, zei ze licht hijgend, “Ik wil je!”
Het werden een avond en een nacht die alle eerdere ervaringen, die Toby
had, deden verbleken. Zelfs de vakantie met Stefan werd gedegradeerd tot een
vage prettige herinnering. Het was geen ordinaire, platte homosex. Nee, ze
beminden elkaar, op elk denkbare manier.
Ze waren totaal aan elkaar gewaagd, namen beiden emotionele risico's zonder
er maar over na te denken en gaven zich voor 300% aan elkaar. Ze zoenden en
tongden heftig, streelden elkaars lichaam, zogen op tepeltjes, streelden eikels
met vingertoppen en tongpunten en uiteindelijk wijdden ze al hun aandacht aan elkaars
meest intieme deel. Toby kon niet anders meer: hij wilde Martine niet alleen
aan de buitenkant liefhebben, maar ook haar binnenkant.
“Ik wil zo graag in je, lieverd”, fluisterde hij zacht in haar oor.
“Oh jaaaaaa.......”, kreunde Martine, “Ga in me. Neem me lief en teder,
geef me al je ongeboren kindertjes”.
Ondanks het best wel emotionele en bijna plechtige moment schoot Toby in de
lach. Martine kleurde rood van schaamte.
“O jee, een totaal spontane en onzinnige opmerking”, stamelde ze, “Maar wel
uit het hart, want het is wat ik voel”
“Hey, schat...het was komisch maar gelijktijdig ontzettend lief. Temeer
omdat ik er meteen achteraan dacht “Maak je borst maar nat want ik geef je meteen
een hele kinderspeelplaats vol!””.
Beiden schoten nu in de lach en met nog van napret lachend rolde Toby haar
op haar buik, besteeg haar en nam haar zoals ze het zich wenste: lief en teder!
Heel vroeg in de ochtend waren ze uitgeblust. Martine had zich knus tegen
Toby aangenesteld en lag in zijn armen. Ineens zei Toby:
“Martine, mag ik je wat vragen? Nou ja...eigenlijk twee dingen”.
“Ja hoor”, zei ze zacht.
“OK,” vervolgde Toby, “Als meisje heet je Martine. Hoe heet je als jongen?”
“Martin”, kwam het heldere en duidelijke antwoord.
Toby dacht even na.
“Nou,” zei Martine, “En de tweede vraag?”
“Nou”, begon Toby weifelend, maar hij wilde het toch graag weten dus volgde
er “Waarom verkleedt je je als meisje? Als Martine?”
Martine rolde van hem af op haar rug. Haar gezicht verstrakte. Toby zag het
en kon zich voor zijn kop slaan. Het was zo mooi en nu had hij het met één
vraag totaal verprutst. Maar de vraag was gesteld, hij kon het niet meer
terugdraaien.
Martine lag geruime tijd zonder iets te zeggen en staarde met ietwat
dichtgeknepen ogen naar een onbestemde plek op de muur. Het was of ze nadacht.
Niet over wát ze zou antwoorden maar óf ze zou antwoorden.
Pas na lange tijd begon ze langzaam te spreken:
“Als Martin, als jongen, ben ik een ontzettende macho. Altijd haantje de
voorste bij sport, altijd bereid tot een knokpartijtje, altijd de grootste
mond. Maar diep in mijn hart wist ik al vanaf mijn 14e dat ik homo
was. Het heeft me heel veel moeite gekost om dat te accepteren. Maar weet je,
Toby: elke mens wil ergens bijhoren, in een groep zijn. Ik had mijn
macho-vrienden en die wilde ik niet verliezen. Ik wilde niet uitgestoten worden.
Maar ik merkte ook dat ik als Martin geen sex met een jongen kon hebben, hoe
zeer ik het ook wilde, hoe mooi en hoe lief hij ook was. Ik blokkeerde dan,
kreeg mijn pik niet omhoog. Macho´s neuken meisjes, macho´s neuken geen
jongens. Als meisjes je niet interesseren en je niet in celibaat wil leven, dan
moet je een oplossing bedenken. Dus heb ik nagedacht over hoe ik dat kon
omzeilen. Als ik geen sex met een jongen kon hebben als jongen, misschien wel
als meisje. Zo is dus Martine geboren. En wonderwel werkte het. Ik was bevrijd
van mijn macho-houding als ik in mijn vrouwelijke huid kroop. Dat is dus de
enige echte reden waarom ik me als meisje verkleed”.
Toby dacht even na en vroeg toen:
“Dus Martine is eigenlijk een soort van camouflage?”
“Ja,” zei Martin zacht. Na een diepe zucht vervolgde hij:
“Maar in twee betekenissen. Als ik als Martine ben, zoekt niemand daar
Martin de macho achter. Die is nagenoeg onherkenbaar! Maar het is vooral een
camouflage van mezelf tegen mezelf”.
Toby knikte begrijpend. Martine rolde zich terug op zijn borst en zei
zacht:
“Je bent de eerste die het vraagt, de eerste die echt geïnteresseerd is. De
rest wilde alleen maar mijn kutje. Dat zegt heel erg veel over jou. Namelijk
dat je heel lief bent!”
Zo lagen ze nog een tijdje in elkaars armen totdat beiden in slaap waren
gevallen, net voor de zon weer opkwam.
Het was dus een korte nacht. Ze namen een haastig studentenontbijt van 2
boterhammen pindakaas en een bak sterke zwarte oploskoffie en na zich opgemaakt
te hebben maakte Martine aanstalten eens te gaan vertrekken en weer Martin te
worden.
Bij de voordeur kusten ze elkaar innig.
Martine trok haar mobieltje en vroeg:
“Heb je telefoon?”
“Ja”, zei Toby, “Mijn mobieltje”.
“Mag ik het nummer?” vroeg ze met glanzende ogen.
Toby gaf het haar en ze tikte het meteen in op haar mobieltje. Ze omhelsde
hem, kuste hem zacht en zei:
“Doe me niet aan dat dit eenmalig was. Ik wil je vaker zien! Ik zou je het
liefst elke dag zien”.
“Ik wil je ook vaker zien, lieverd”, fluisterde Toby.
Ze gaf hem een zacht kusje op het puntje van zijn neus en met een “We
bellen!” verdween ze de straat in.
Nog steeds wat beduusd liep Toby terug naar zijn kamer. In de gang kwam hij
Hans tegen, een van de huisgenoten. Die keek hem grijnzend aan en zei:
“Wow, Toby, goed gescoord, jongen! Man, wat een lekker mokkeltje!”.
Toby grijnsde breed terug maar het leek hem beter er verder het zwijgen toe
te doen.
Na de euforie kwam de kater en die was allesvernietigend. Opnieuw voelde
hij zich oneindig schuldig naar de Almachtige. Weer had hij het verbod met
voeten getreden en de liefde bedreven met een jongen. Hij zweette bij de
gedachte dat hij nu toch echt voorbestemd was om oneindig te branden in de hel.
Hij had er ’s nachts zelfs nachtmerries van.
Maar hij snapte het ook niet. Waarom was het wel in orde geweest als
Martine een echt meisje was geweest, zo een met zachte schaamlipjes en zo?
Waarom was het nu fout? Waarom was God zo onmenselijk genadeloos? Toby was toch
ook maar een mens, met behoeften en gevoelens. En het werd hem steeds
duidelijker dat hij voor Martine erg diepe gevoelens koesterde.
Als hij katholiek was geweest had hij kunnen biechten en vergeven worden.
Maar zijn gemeente kende de biecht niet. Daar droeg je elke zonde mee tot in je
graf en tot de Dag des Oordeels om dan verantwoording af te moeten leggen. Hij
voelde zich steeds gedeprimeerder worden, ofschoon eigenlijk de vlindertjes
door zijn buik zouden moeten dansen.
Na twee dagen rinkelde zijn mobieltje.
“Hoi lieverd, “ klonk het door het kleine luidsprekertje opgewekt in zijn
oor, “Hoe is het?”
“Ik voel me schuldig”, antwoordde Toby toonloos.
Er viel een heel korte stilte van verbazing aan de andere kant, maar ze
vroeg meteen door:
“Schuldig? Naar wie? Toch niet naar mij? Hey, je hoeft je niet schuldig te
voelen naar mij. Ik vond het heerlijk, ik zou het zo weer doen! Daarom bel ik
ook, of je zin hebt naar mij te komen”.
Heel even voelde Toby een lichte stijging van testosteron maar hij negeerde
het.
“Naar wie voel je je schuldig, schat?” vroeg Martine.
“Naar God”, antwoordde Toby even toonloos.
Nu viel er een lange stilte, niet een van verbazing, maar eerder een van
verbijstering. Maar ze hing niet op en vroeg zacht:
“Toby, je komt je toevallig toch niet uit de Bijbelbelt?”
“Ja”, zei hij bedeesd
“Hey, schat, vindt je niet, dat je God en de kerk je leven wel heel erg
laat verpesten?” vroeg ze.
Zo had Toby het nog nooit bekeken. Maar er zat wel een puntje van waarheid
in.
“Ik kan niet anders”, riep hij uit, “Ik ben van peuter af aan opgevoed met
verboden, geboden, regels en één van de verboden is dat sex tussen mannen zwaar
zondig is!”
“Opgevoed?”, hoorde hij Martine ietwat cynisch zeggen, “Noem het maar
eerder gehersenspoeld!”
De impliciete veroordeling van zijn ouders stak hem even, maar hij besloot
dat Martine dominee en zondagsschool en meer van die kerkelijke instituten
bedoelde.
Weer was het even stil, alsof ze nadacht. Toen zei ze:
“Toby, ik wil verder met je. Ik hou van je! Maar als je elke keer, nadat we
onze liefde gevierd hebben, een schuldgevoel krijgt naar God, dan trekt dat wel
een heel erg zware wissel op ons. En ik weet niet of ik daar zin in heb!”
“Ga niet van me weg, Martine”, riep Toby wanhopig uit, “Ik hou van je!”
“Rustig, ik ga niet weg. In ieder geval niet nu”, zei ze sussend, “Maar we
moeten wel een oplossing vinden”.
“Ja”, zei Toby moedeloos, “Ik heb er al lang over nagedacht maar kan niks
bedenken”.
“Dan zal ik eens gaan nadenken”, zei ze beslist, “Ik heb een frisse kijk als
buitenstaander op het probleem. Ik kom er op terug, echt, je moet me geloven en
vertrouwen! Maar ik beloof niet dat het vandaag is, of morgen, misschien zelfs
een aantal dagen niet. Ik wil er zorgvuldig over nadenken, want je bent me té
belangrijk om het lichtvoetig te doen. Maar ik kom er op terug! Beloofd is
beloofd!”
“OK”, zei hij zacht.
“Kusje, lieverd”, zei ze, “Ik ga de denkmachine eens aanzetten. Tot later”.
“Kusje”, zei Toby zacht. Een klik en ze was weg.
Toby keek naar buiten en haalde diep adem. Ja, hij had een probleem en hij
wist het. Maar in ieder geval hoefde hij het onoplosbare niet alleen op te
lossen. Hij had er hulp bij gekregen.
Elke dag daarna wachtte Toby in spanning af tot Martine zou bellen, dagen
na elkaar tevergeefs. Hij begon de moed echt te laten zakken. Maar na iets meer
als een week rinkelde zijn mobieltje. Het was Martine.
“Hoi, lieverd”, kirde ze opgewonden, “Ik denk dat ik de oplossing heb
gevonden!”
“Wat dan?” riep hij uit.
“Nee nee, muisje. Dat ga ik niet over de telefoon bespreken. Want dan ga je
tegenstribbelen en tegenwerpingen maken en zo. Ik gooi je gewoon in het diepe!
Kun je vanavond naar mij komen?”
“Ja, dat lukt wel”, zei hij zonder na te denken.
Nadat ze het adres had gegeven besloot ze met een
“Tot later, muisje. Kusje!”. En weg was ze.
“Muisje?” dacht Toby, “Hoezo muisje?”. Ach, het klonk wel heel lief, vond
hij.
Wat gespannen belde hij aan. Op weg naar het flatje had hij zich verbaasd
over hoe luxe het hele gebouw tegenover het centraal station er uit had gezien.
Hij was zelfs een beetje bang dat hij zich vergist had of dat Martine een fake
was.
Hij voelde zich dus opgelucht toen de deur openging en ze voor hem stond.
En ook totaal stralend voor hem stond, gekleed in een ietwat doorzichtig
lichtblauw mini-jurkje, dat haar lichaam prachtig aftekende tegen het licht dat
van achter haar op haar viel.
“Hoi, lieverd, kom er in!” zei ze opgetogen.
Toby liep naar binnen en was totaal verrast, nee...bijna overdonderd, over
wat hij zag. Het was geen studentenkamertje maar een compleet appartement,
ingericht met moderne design-meubelen met veel chroom en leren bekleding. Dure
gordijnen waaiden in een licht briesje voor de openstaande deuren, die naar een
groot balkon voerden. Dit was wel even iets anders als zijn luie stoel van oma
die nog bij zijn ouders op zolder stond, zijn zwart houten eettafeltje met
bijeen geraapte stoelen en zijn gamele kast.
“Wow.....prachtig!” riep Toby uit. Gevolgd door een er uit geflapte vraag
zonder na te denken:
“Waar betaal je dat van?”
Martine grijnsde en zei met een lach:
“Rijke pappie. Die betaalt alles”. Quasi-verontschuldigend voegde ze er lachend
aan toe:
“Ik kon er echt niks aan doen. Hij was er al toen ik geboren werd! Maar ga
lekker zitten, schat. Koffie of een koud pilsje?”
Toby besloot het voorlopig bij koffie te houden. Hij had het idee dat hij
zijn hersens nog nodig zou hebben vanavond.
Toen ze de koffie voor hem en zichzelf had neergezet ging ze naast hem
zitten en legde haar hand op zijn been.
Toby was nog steeds aan het bijkomen van de verwondering over het prachtige
appartement en zei zwaar onder de indruk:
“Man, dit kost een vermogen aan huur!”
Martine lachte even en zei:
“Huren? Je kent mijn pappie niet. Nee, hoor, hij heeft het voor me gekocht.
Maar wel een beetje op voorwaarde dat ik internationaal recht zou studeren,
zodat ik hem kan opvolgen in de maatschap. Hij weet niet dat ik er stiekem ook internationaal
strafrecht bij doe”.
“En...”, vroeg Toby aarzelend, “weet hij van Martine?”
Ze schudde het hoofd:
“Nee, hoeft hij ook niet te weten. Wat niet weet, wat niet deert”.
“En als hij dan onverwacht voor de deur staat?” vroeg Toby.
“Hij staat nooit onverwacht voor de deur. Met zijn agenda moet hij eerst
tijd vrijmaken voor zijn zoon en maakt dan een afspraak. Dus als hij voor de
deur staat, wordt die netjes geopend door Martin. En alle jurkjes en
lingeriesetjes liggen en hangen dan netjes in een afgesloten kast. Maar goed:
nu naar jouw probleem, muisje. Wat denk je van Cidaq?”
“Cidaq?” vroeg Toby verbaasd.
“Is een meisjesnaam”, zei Martine laconiek.
“Turks of zo?” vroeg Toby.
“Nee,” zei ze hoofdschuddend, “van de Aleoeten, een eilandengroep tussen
Alaska en Siberië. Het betekent “Klein wild dier dat in vrijheid leeft””.
Ofschoon hij niet wist wat hij er mee moest, beviel het hem, zeker vanwege
de dubbele betekenis van het “in vrijheid leven”.
“Maar wat moet ik met een meisjesnaam?” vroeg hij.
“Hihi”, giechelde ze, “omdat je een zusje wordt”.
“Een zusje?” vroeg hij nog steeds niet begrijpend.
“Ja, je wordt een t-girl. Dat is de oplossing. Pas op: ik heb er lang over
gedaan om het te bedenken, want ik moest heel veel nakijken en lezen. En ik ben
beter thuis in de schrijfstijl van een arrest van de Hoge Raad dan in de
schrijfstijl van het Oude en Nieuwe Testament. Maar...het Nieuwe Testament, het
boek waarvan alle christelijke kerken zeggen dat dat hun fundament is, bevat
nergens een verwijzing en dus zeker geen afwijzing of veroordeling van
homosexualiteit. Die staan in het Oude Testament. Maar daar wordt alleen sex
tussen mannen veroordeeld, Sex tussen vrouwen wordt nergens genoemd en dus ook
niet veroordeeld. Dus: als je ook een t-girl wordt, dan hoef je geen
gewetensbezwaren te hebben”.
“Maar, we zijn toch twee jongens?” vroeg Toby.
“Nee, we zijn helemaal geen twee homo-jongens, we zijn twee lesbische
meiden”, lachte Martine.
“Sluw”, zei Toby langzaam.
“Ach, ik vind sluw een beetje negatief geladen. Ik noem het liever kreatief
en inventief”, merkte Martine op.
“Maar”, wilde Toby nog weten, “waar komt die veroordeling van homo’s dan
vandaan?”
“Dat weet ik niet”, antwoordde Martine, “maar het ontstaat pas in de vroege
Middeleeuwen vanuit de kerk. Voor die tijd had er niemand moeite met sex tussen
mannen. Grasduin maar eens in de Griekse en Romeinse klassieken, dan vindt je
bosje verwijzingen. Ik vond het heerlijk om het te lezen op het gymnasium,
smulde van alle bedekte erotische opmerkingen”.
“Dus, als ik het goed begrijp, dan ga je ook mij camoufleren om God te
misleiden?” vroeg Toby nadenkend. Martine knikte alleen maar bevestigend.
“Maar God weet alles”, wierp Toby tegen.
Martine keek hem gemaakt verbaasd aan en zei:
“Oh, is dat zo? Hmm, dat moet nog blijken”.
Ze nam haar laatste slok koffie en zonder af te wachten tot hij zijn koffie
ophad nam ze hem bij de hand en nam hem mee naar de slaapkamer:
“Kom, we gaan eens kijken wat we voor jou kunnen vinden, lieve muis!”
Ook de slaapkamer was pracht en luxe met een grote boxspring en een hele
wand vol blinkend-witte kleerkasten. Ze opende een van de deuren en rommelde er
even in.
“Kleed je alvast uit, lieverd, dan kijk ik effe!”, zei ze over haar
schouder.
In een mum van tijd stond hij naakt in haar slaapkamer. Ze keek even om,
likte haar lippen maar schatte daarnaast de maat en de kleur in, die het best
bij hem zou passen. Al snel gaf ze hem met een “Trek dat maar eens aan!” een
glimmend, bordeaux-rood lingeriesetje.
Stuntelig trok Toby het aan. Als jongen kon hij zich in drie seconden in
het pikkedonker aankleden, maar, ongewend als hij was als jarreteletjes,
behariempjes en gordeltjes had hij Martine’s hulp nodig. Na verloop van tijd
stond hij in het setje voor de manshoge spiegel en bekeek zich.
“Gaaf, schat!” hoorde hij Martine zeggen. En inderdaad, het stond hem
beeldig en de zachte stof voelde heerlijk aan aan zijn huid.
Martine was nog niet tevreden. Ze gaf hem een kort leren broekje en een
fel- en veelkleurige blouse in een kort kimono-model. Nadat hij dat ook had
aangetrokken en het tevreden bekeken had, troonde ze hem mee naar de kaptafel,
zette hem voor de spiegel en begon hem op te maken. Hoe vreemd hij het zelf ook
vond: hij vond het heerlijk. Genoot toen de lippenstift er op ging, kickte op
het kwastje dat hem rode blosjes op de wangen gaf en van het opbrengen van de
oogschaduw en de eyeliner. Of Martine was erg bedreven, of ze had het gepland
wat in welke kleur waar moest komen. Toen volgde er een blonde pruik en een
glanzend kettinkje met fel-blauwe steentjes om zijn nek.
Martine bekeek tevreden het resultaat en vroeg:
“Nou, muisje, wat vindt je van Cidaq?”
Hij keek naar de zij in de spiegel. Hij zag geen Toby, maar hij zag Cidaq,
een bloedmooie meid, die in niks leek op wie hij in werkelijkheid was. En hij
voelde zich ook Cidaq, was er volmaakt gelukkig mee, alsof hij haar, zonder het
te weten, altijd al met zich mee had gedragen. Martine stond gespannen in
afwachting van zijn antwoord:
“En?” drong ze aan.
“Cool!!” bracht hij ademloos uit, “Totaal cool!!”
Hij kon zijn ogen niet van Cidaq afhouden. De rode blosjes op de wangen, de
zorgvuldig “onzorgvuldig” gestylde lok blond haar, die half over haar ogen
viel, de ietwat uitstaande lange glanzende blonde haren en de vuurrode lippen.
“Muisje, als je zo het park ingaat heb je in drie minuten acht minnaars om
je heen hangen”, grapte Martine.
“Nee”, schrok Toby op, “ik doe dit alleen bij jou, voor jou!”.
Hij zag in de spiegel hoe ze met brede lach en sprankelende ogen achter hem
stond, voorover boog en hem zacht in de hals kustte.
“OK, toch een beetje macho dus?” vroeg ze plagerig.
“Misschien wel”, lachte Toby ietwat onzeker.
Het ligt natuurlijk in de lijn der verwachtingen dat het stelletje in bed
zou eindigen. Maar nee, niets was minder waar. Martine nam haar nieuwe zusje
mee terug de huiskamer in en begon haar uit te leggen hoe t-girls bewegen, hoe
ze zich gedragen, dat een pik of lul of piemel ineens een klitje was. Toen Toby
uit gewoonte redelijk mannelijk op de bank zat met gespreide benen tikte ze hem
op een been en zei:
“Nee, meisjes doen dat anders!” om braaf het ene been over het andere te
leggen.
Natuurlijk brachten ze de nacht met elkaar door, dat staat buiten kijf.
Maar het was een herhaling van de allereerste heftige en tedere vrijpartij van
een week daarvoor.
Wat ook in de lijn der verwachtingen lag en inderdaad ook gebeurde, is dat
Toby de huur van zijn kamer opzei en bij Martine introk, maar wel op voorwaarde
dat hij de helft van hun huishouden zou betalen. Martine gaf met tegenzin toe: voor
haar was het van veel geld naar ietsje meer veel geld, maar voor Toby was het
een aanzienlijke besparing in zijn aangespannen financiële situatie.
Op een koude, regenachtige herfstavond sloeg Toby het studieboek dicht en
voelde zich doodmoe. Maar ook net niet té moe!
Met een twinkeling in zijn ogen keek hij naar Martin en zei iets té
nadrukkelijk:
“Ik ben moe. Ik ga alvast naar bed”.
“Is goed, schat. Ik douche nog even en dan kom ik ook”, was het normaal
klinkende antwoord.
In de slaapkamer werd Toby weer Cidaq. Hij had geleerd om het zelf te doen,
niet zo perfect als Martine het deed maar het kon er zeker mee door.
Na een halfuurtje kwam Martin naakt de slaapkamer binnen. Cidaq’s oog viel
meteen op de opgewonden toestand van zijn penis en onwillekeurig deed ze haar
benen iets uit elkaar. Hij ging naast haar liggen, nam haar in zijn armen en
kustte haar innig lief.
“Hey, schat...geen Martine vanavond?” vroeg Cidaq nieuwsgierig.
Martin schudde met glinsterde ogen het hoofd en streelde zacht haar
schouder. Toen kuchte hij even en zei:
“Nee...ik heb geleerd, dat ik me bij jou niet stoerder hoef voor te doen
dan ik ben. Ik denk dat het wel gewoon als Martin lukt”.
Cidaq voelde een traan van ontroering uit haar oog rollen.
“Kom, lieve schat, kom in me! Ik heb je nodig...wil je in me voelen!”
hijgde ze.
Voorzichtig, teder en met heel veel respekt ging hij voorzichtig in haar
nauwe liefdestempel. Ze voelde zijn eikel binnendringen, hem met een diep
gezucht “Jaaaaaaa!!! Jaaaaaa!!!” aansporend. De schacht volgde, voorzichtig en
liefdevol. Al doende kuste hij haar overal waar hij maar kussen kon. Het was
geen sex, het was intens liefhebben!
Cidaq sloot de ogen, viel vol genot met het hoofd in het kussen, liet haar
buik krampachtig bewegen en gaf zich totaal over aan de gelukzalige roes. Marco
en Koen en zelfs Stefan gingen op in de schimmige onderwereld van de vergeten
herinneringen. Ze voelde haar hoogtepunt precies op het moment, dat haar
liefste minnaar zijn hete zaadjes in haar uitstortte, haar vullend met een
kinderspeelplaats vol.
Voor de mensen die nu wachten op het volgende deel in Toby’s leven: sorry,
lieve lezers! Toby heeft zijn bestemming bereikt en heeft zijn nut als
hoofdpersoon verbruikt. Maar geen nood, ik bedenk wel weer iets anders.
2556 keer gelezen
Score: 9
(van aantal stemmen: 24)
Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.