Het Duivenbos

Eindelijk was het glorieuze moment van de vrijheid aangebroken. Hij had een baan in een grote stad gevonden met zowaar zoveel loon, dat hij zich een klein, maar gezellig twee kamer-flatje kon permitteren. Dus was hij uit zijn kleine Limburgse geboortedorp vertrokken, weg van de kleinburgerlijke onderdrukking van zijn ouders en van de scheve blikken van het dorp als hij in hun ogen iets buitenissigs was gedaan. Tenslotte, het leek zo’n dorp te zijn waar het eerste artikel van de gemeenteverordening leek in te houden, dat alles, wat boven het maaiveld uitstak, ook nodig gemaaid moest worden.

Dus had hij zijn hele puberteit de zo heilige goede naam van de familie opgehouden en gespeeld dat hij best wel in meisjes geïnteresseerd was, maar dat hij nu “eenmaal geen keus kon maken”. Zijn moeder leek duivels goed aan te voelen dat het een theater was en dat de interesses van haar zoon een heel andere kant op gingen. Maar ze had er nooit naar gevraagd, dus hoefde Kevin ook geen antwoord te geven.

Maar nu kon hij in zijn eigen flatje uitnodigen wie hij wilde. En als het te pas kwam, dan kon hij ook wie hij wilde in zijn bed uitnodigen, zonder commentaar van wie dan ook. Hij was er zeker van dat de keuze daarvoor beperkt zou blijven tot jongens en jonge mannen.

Het enige probleem wat hij nog moest oplossen, was dat hij met die jongens en jonge mannen in contact moest komen in een stad waar hij net woonde en dus niemand kende. Hij had wel wat tijd besteed op een gaysite, maar daar had het er alle schijn van, dat zijn nieuwe woonplaats uitsluitend werd bewoond door oudere mannen met uitgezakte lichamen. Hij zocht geen surrogaat-pappie, maar een gelijkwaardige minnaar. Op zijn werk kon hij het wel vergeten. Weliswaar had hij collega’s van om en nabij dezelfde leeftijd, maar dat waren de jongens die grossierden in vriendinnetjes en geen van hen gaf enige blijk van interesse in jongens. Toch kwam de oplossing van zijn probleem onbedoeld van juist één van deze jongens.

Tijdens de middagpauze zaten twee van hen met elkaar te kletsen in de kantine. Kevin zat een paar stoelen verder en hoorde het zonder veel interesse aan. Dat veranderde op slag toen één van hen met een lichte afschuw in zijn stem zei:

“Blijf maar weg uit het Duivenbos. Daar lopen flikkers rond, die het op jonge jongens hebben begrepen!”.

Uiterlijk volledig opgaand in het pellen van een sinaasappel spitste Kevin zijn oren. Dit was iets waar hij misschien iets mee kon. Maar de verdere laatdunkende opmerkingen “over dit soort mannen” brachten hem niet verder om te weten te komen waar dat Duivenbos nu eigenlijk was. Dus met een natuurlijke desinteresse vroeg hij:

“Waar is dat Duivenbos dan?”.

Het tweetal keek verbaasd op.

“Wou je er dan heen?” vroeg één van hen smalend.

Kevin schudde het hoofd en antwoordde:

“Nee, maar om te voorkomen dat ik er per ongeluk kom is het wel handig om te weten waar het is. Ik woon hier pas, ik kan net mijn werk en de supermarkt in de buurt vinden”.

Het leek het tweetal een redelijk antwoord en omstandig begonnen ze hem uit te leggen waar dat voor jonge jongens zo gevaarlijke Duivenbos dan wel te vinden was.

In zijn vuistje lachend bedankte Kevin hen voor de informatie en stak een stukje sinaasappel in zijn mond. Hij had allang besloten daar het komende weekend eens poolshoogte te gaan nemen.

 

Nieuwsgierig maar ook ietwat gespannen zette hij zijn fiets tegen een boom en liep het eigenlijke Duivenbos in.

Zonder verwaand of ijdel te zijn wist hij, dat hij zou inslaan als een bom. Kevin was gewoon een mooie jongen. Hij was van normale grootte, had een rank lichaam als van een jonge reebok en een vriendelijk gezicht, waarin twee heel donkere ogen stonden, die een minnaar konden laten verdrinken als hij er in keek. En waarschijnlijk zou die het ook nog vrijwillig met een gevoel van gelukzaligheid doen. Hij had donkerblond haar, dat vrij veel slag had en daardoor altijd om zijn hoofd heen danste. Als hij met soepele tred in het zachte oranje van een avondzon liep, dan leek het wel of zijn hoofd was omgeven door een zacht gloeiende stralenkrans. Om zijn rankheid te benadrukken droeg hij altijd heel strakke jeans, die als een tweede huid aansloten en zo zijn kleine, welgevormde kontje prima lieten zien, terwijl door de zelfde strakheid de bult aan de voorzijde iedereen duidelijk maakte dat hij echt geen meisje was.

De eerste paar honderd meter van het pad was er geen man te bekennen. Wel zag hij een meter of vijftig van hem af een vos uit de struiken springen en al rennend het pad oversteken. Midden op het pad bleef het dier geschrokken staan, bekeek hem een paar seconden en maakte zich toen haastig uit de poten in het struikgewas.

Tegen de tijd dat hij op het punt kwam, waar hij de vos had gezien, keek hij rond. De vos was al lang verdwenen. Maar hij hoorde wel de reden, die het dier had laten schrikken. Uit de dichte onderbegroeiing achter hem klonk gekreun en gehijg. Hij besloot maar eens op onderzoek uit te gaan.

Met enige moeite drong hij door de dichte struiken, zo nu en dan bijna struikelend over kreupelhout op de grond, maar uiteindelijk kwam hij bij de bron van het geluid, een kleine open plek, waarop twee naakte mannen al in een vergevorderd stadium van het liefdesspel waren. Dat wil zeggen: de ene had zijn pik al diep in het kontje van de ander zitten en beiden genoten met volle teugen. Ze gingen er zo in op, dat aanvankelijk geen van beiden doorhad dat hij stond toe te kijken met zijn hand in zijn jeans, waar hij voelde hoe zijn pik tot maximale afmetingen groeide en begon te druppen.

Pas na een tijdje viel hij op. Beiden keken hem aanvankelijk geschrokken aan, maar de top van de twee toonde al vlug een vriendelijke glimlach en zei:

“Zo, lekker ventje, wil je meedoen? Dan kleed je maar uit. Ik wil jouw jongenskutje best verkennen. En terwijl ik dat doe kan dat sletje hier je mooi pijpen. Zin in?”

Kevin voelde hoe hij kleurde, maar na een blik op de twee leek het hem toch een heerlijk idee mee te doen. Beiden waren rond de veertig en beiden hadden een mooi lichaam. Dus hij kleedde zich uit en al heel snel stond hij net zo naakt als het tweetal. Maar door een heftige onzekerheid bleef zijn piemeltje wel zo, dat een jochie van acht zich er voor zou schamen.

“Ah”, sprak de top, “je eerste keer dus. Maakt niks, schatje, we zijn allemaal onzeker begonnen”.

Hij voelde hoe de man langzaam over zijn pik begon te strelen en sloot zijn ogen van genot. Vervolgens voelde hij hoe twee lippen zich om zijn eikel sloten en zachtjes begonnen te zuigen. Hij opende zijn ogen en zag hoe de bottom van het tweetal op zijn knieën voor hem zat en hem vol overgave begon te verwennen. Op zijn billen voelde hij een paar handen die er zacht over streelden.

“Oh, wat een heerlijk jong kontje!” hoorde hij achter zich fluisteren.

Kevin genoot eveneens, zoals hij nog nooit genoten had. Hij voelde een vinger in zijn gaatje gaan, wat even pijn deed.

“Voorzichtig meneer”, piepte hij benauwd, “Het is echt mijn eerste keer!”

“Dan moeten we het rustig en goed voorbereiden”, hoorde hij de top achter zich zeggen, “Buig maar eens wat voorover”.

Dat was best lastig met de bottom voor hem, die zich laafde aan zijn inmiddels toch wel knalharde pik. Maar met wat passen en meten lukte het hem. Hij voelde hoe zijn billen uit elkaar werden gedaan en voelde toen iets warms en nats op zijn gaatje.

“Oooohhhh”, kreunde de top, “een lekker jong nauw maagdelijk jongenskutje. Wat heerlijk”.


Opnieuw het natte, warme gevoel. Het gleed over zijn zak naar achteren, langs de gevoelige huid in zijn kruis om bij zijn kutje uit te komen. Kevin begreep inmiddels dat het de tong van de man was en had nooit geweten dat dat zo lekker kon zijn, gelikt te worden. En evenmin had hij geweten, dat zijn achteruitgang zo ontzettend gevoelig was voor erotische prikkels. Wat er verder dan ook nog zou gebeuren, die ervaringen had hij vanmiddag al opgedaan.

Op meer ervaringen hoefde hij niet lang te wachten. Terwijl de bottom van het tweetal nog flink doorsappelde en zoog op zijn pik hoorde hij de top achter hem zeggen:

“Eens kijken of het genoeg is geweest!”

Kevin voelde dat hij op het punt stond voor het eerst in zijn leven zijn sperma in een mond te spuiten, maar verzette zich er tegen. Hij wilde nog niet klaarkomen; hij genoot van het gevoel van zijn eikel in die afgesloten kleine, warme en natte ruimte, hij kickte op de doorlopend strelende en prikkelende tong en ging uit zijn dak van het voortdurende gezuig.

Hij voelde hoe de top langzaam en voorzichtig een vinger in zijn kontje schoof.

“Mmmmmmm, wat een lekker nauw holletje”, hoorde hij de man kreunen.

Kevin voelde duidelijk hoe de stompe punt van de harde lans in hem werd gedrukt om dan een tijdje net achter de sluitspier in hem te blijven. Pas toen ging de man tergend langzaam en uiterst voorzichtig in hem. Kevin maakte een grimas van pijn, maar de wetenschap dat hij op dat moment ontmaagd werd, gaf zelfs aan de pijn een erg geile dimensie. Buiten dat: na een korte tijd ebde de pijn weg om plaats te maken voor een gevoel, dat zo mooi was, dat het zelfs Kevin’s mooiste fantasieën ruimschoots overtrof. Het enige wat, wat hem betrof, het genot ietwat bedierf, was het gevoel dat hij ontzettend moest pissen en hij zei dat ook tegen de bottom. Hij wilde best klaarkomen in de mond van de man, maar er in pissen vond hij een niet erg aantrekkelijk idee. Maar het leek de man niet te deren en hij zoog vrolijk door tot Kevin echt niet meer in staat was een zaadlozing uit te stellen en met een brul zijn hele ballen leegspoot. Hij bemerkte hoe zijn anaalspier zich ritmisch samenkneep om de schacht die in hem zat en dat leek voor de top voldoende opwinding om met briesende ademhaling diep in hem zijn zaad uit te storten.

Hij voelde een paar zachte lippen in zijn nek die hem voorzichtig kusten en de man achter hem fluisterde in zijn oor:

“Zo, nu ben je geen maagd meer!”

“Dank U, meneer”, fluisterde Kevin verlegen.

“Nee, joh”, lachte de man, “Ik heet Max. En dat daar is Sletje”.

De man die Sletje werd genoemd zat nog op zijn knieën en smakte met gesloten ogen alsof hij op Kevin’s zaad zat te kauwen. Het was in ieder geval duidelijk dat hij er van genoot.

”Als je nog eens hier komt, dan zal ik het graag nog eens doen”, zei Max.

Kevin glimlachte met heel zijn gezicht. Schijnbaar was hij goed bevallen. Hij knikte ter bevestiging en kleedde zich aan. Vervuld van de vele nieuwe ervaringen en in alle opzichten tevreden en bevredigd liep hij het Duivenbos weer uit, pakte zijn fiets en reed op huis op aan.

 

Kevin had de smaak te pakken en het was echt niet de laatste keer, dat hij in het Duivenbos rondliep. Soms was het voor nop. Dan was er niemand of er waren alleen oude, dikke en soms ook nog eens verlopen types, die wel erg veel interesse in het jonge hertje hadden, maar Kevin niet in hen.

Per keer dat hij er kwam deed hij er ervaringen op. Hij vond het erg opvallend, dat de meeste kontakten plaatsvonden zonder dat er een woord gewisseld werd. Het was eenvoudig broek omlaag, klaarkomen, broek omhoog en weg. Een enkeling kon nog “Dank je” of “Was lekker” over de lippen krijgen, maar het gros verdween net zo stilzwijgend als ze gekomen waren. Dan ontdekte hij dat er de groep was, die uitsluitend voor de eigen bevrediging belangstelling had. Als ze afspoten, dan verdwenen ze, zonder zich te bekommeren om hun partner-van-dat-moment, die nog steeds met een harde paal stond en het dan maar zelf moest doen.

Maar hij leerde er ook om niet alleen op het uiterlijk af te gaan. Er waren ook andere factoren die een rol speelden. Zo kwam hij eens een jonge punker tegen. De jongen liep fiks macho rond te struinen in het bos met versleten legerkistjes aan zijn voeten, droeg een gescheurde geruite broek, een vaal zwart leren jekkertje, had armen vol tattoo’s en om zijn lichaam rammelden een paar kilo kettingen. En dan liet Kevin de vuurrode hanenkam op zijn hoofd nog buiten beschouwing. De punker had duidelijk interesse, maar Kevin hield in eerste instantie de boot af volgens het aloude principe “Wat moet ik nou met die idioot?”, om er vervolgens achter te komen dat die punker de meest tedere minnaar was, die hij ooit in het Duivenbos was tegengekomen. Toen de jongen tijdens het liefdesspel opmerkte, dat zijn boom echt niet in Kevin’s grotje ging passen, vond hij het ook prima om Kevin tussen de dijen te neuken totdat zijn zaad langs de dijen afsijpelde, om via de onderbenen uiteindelijk op de droge bosaarde te belanden om daar gretig in opgezogen te worden. En dat alles onder vele tedere kussen en strelingen, waar hij ook maar kussen en strelen kon. Gelijktijdig leerde Kevin de les, dat tussen de dijen geneukt worden ook erg geil was.

Hij ontmoette Max een tweede keer, maar dit keer zonder Sletje. Het leidde er toe, dat Kevin zich erg snel terugvond in Max’s badkuip, op zijn knieën en kontje omhoog, waar Max hem met warm water-massage spoelde en zijn kutje, de gevoelige huid van zijn kruis en zijn ballen tot een hoogtepunt masseerde, om hem vervolgens hartstochtelijk datgeen te geven, waar Kevin’s smachtende ogen zo intens om vroegen. Om tot slot ook nog benoemd te worden tot het nieuwe Sletje.

Maar boven alles leerde Kevin dat topmannen zo voorspelbaar waren, erg voorspelbaar! Zoals een hetero man onmiddellijk reageerde op een lekker vrouwelijk kontje, zo reageerden zij op een heerlijk jongenskontje. En als Kevin ze dan ook nog de gelegenheid gaf zijn zachte, kleine, maar stevig gespierde billetjes te strelen en te kneden, dan gingen helemaal alle remmen los! Dan kon hij wachten op het moment dat een harde lans zich met zijn stompe punt in hem drong om hem in zijn diepste verlangens naar zaad en warmte te bevredigen. Goed, sommigen neukten hard, maar vaak vond hij ook mannen, die zijn nauwe grotje op waarde wisten te schatten en het dienovereenkomstig voorzichtig en zachtaardig tot het hunne maakten. Met een grijns vroeg hij zich af hoeveel hersencellen er eigenlijk in een eikel zouden passen.

 

En zo liep de zomer, in gaykringen ook wel bekend als “het buitenseizoen”, langzaam op zijn einde en Kevin wist dat hij alternatieven voor de winter moest zoeken. Maar hij was wel een hoop ervaringen rijker, ervaringen die hij in het kleine Limburgse dorp nooit had kunnen opdoen.

De zomer liet zich niet zonder slag of stoot verdringen door de wind, de regen en de koude van de herfst, maar zette een hevige tegenaanval in. De eerste dagen van september waren zelfs extreem warm en ook de avonden waren nauwelijks koeler. Het zwoele weer joeg de hormonen door Kevin’s lijf, dus op één van deze avonden besloot hij weer eens naar het Duivenbos te gaan.

Hij douchte uitgebreid en trok zijn ultra-korte super-strakke jeansshortje aan, zonder onderbroekje dit keer, zelfs geen string. Hij koos een kort, mouwloos hemdje van een zacht oranje kleur uit om het geheel compleet te maken en bekeek zich kort voor de spiegel. Ja, het was goed zo, het zou elke top uit zijn dak jagen! Het broekje tekende zijn kleine billetjes perfect af. Vol goede moed stapte hij op zijn fiets en sloeg de weg naar het Duivenbos in.

Bij invallende duisternis liep hij het bos in. Dat het donker werd deerde hem niet. Tijdens al zijn bezoeken had hij het bos leren kennen als zijn broekzak. Hij wist elk konijnenpaadje, kon elk lekker speelplekje met zijn ogen dicht vinden. Hij wist dat hij in het donkere bos niet op zijn ogen kon vertrouwen, maar hij was gezegend met een zeer scherp gehoor en zou de “jagers” al gehoord hebben voor zij hem bemerkt hadden.

Maar hij hoorde geruime tijd alleen zijn eigen voetstappen en de zachte wind, die als een avondföhn door de bladeren ritselde. Het leek er op, of er helemaal niemand was.

Met een beginnend gevoel van teleurstelling liep hij dieper het bos in. De duisternis was compleet. Rechts van hem kraakte een takje. Hij stond stil en luisterde intensief. Was het een dier of was het een jager? Er kwam geen nieuw geluid en na een paar minuten vervolgde Kevin zijn weg. Maar al na een goede dertig seconden klonk er weer het geluid van een krakende tak en wat geritsel van bladeren, nu dichterbij. Een grijns verscheen op Kevin’s gezicht en de aanvankelijke teleurstelling vervloog. Toch nog iets te doen waarschijnlijk.


Hij trok zich terug in het struikgewas op één van zijn favoriete speelplekjes en wachtte gespannen af. Weer licht gekraak, alleen het geluid van één knakkend twijgje dat opklonk in de duisternis, nu nog dichterbij.

Er was geritsel achter hem. In één vloeiende beweging liet hij het jeansshortje van zich afglijden en draaide wat met zijn kontje. Vol verwachting klopte zijn hart: het leek er verdacht veel op of hij beet had!

Maar hij had niet gerekend op wat er komen ging. Een man omklemde hem om zijn buik in een ijzeren greep. Dat vond Kevin niet zo’n punt, daar kon hij mee omgaan. Maar toen hij de adem van de man rook, die een mengeling van dranklucht, ongepoetste tanden en altijd slechte adem was, en de zware, indringende lichaamsgeur in zijn neus drong, opende Kevin’s ogen zich in paniek. Hij balanceerde op de rand van de waanzin! Herinneringsflarden uit zijn diepste onbewuste maakte zich los en schoten door zijn hoofd, zo verleden en heden in die ene seconde in één vloeiend moment samensmeltend.

Alsof het in het heden gebeurde voelde hij de harde penis, omhuld door de ruwe, wollen stof van het priestergewaad, tegen zijn van jeans en onderbroekje ontdane billen schuren. Opnieuw voelde hij de ijskoude, benige, rimpelige vingers over zijn buik glijden en om zijn kleine geslacht graaien als de klauwen van een roofvogel. En dan die walgingwekkende geur van drank, zweet en ongewassen lichaam....En het gezicht...

Zijn lippen vormden de woorden die zijn geest voortbrachten en geluidloos murmelde hij:

“Nee! Niet het gezicht...dat wil ik niet zien. Nee, niet het gezicht, niet dat vreselijke gezicht!”

De man in het heden leek het allemaal niet te storen. Hij duwde een klein maar hard pikkie in Kevin’s kontje en begin te stoten. Kevin voelde het niet eens: als afweer tegen zijn blinde paniek ging zijn lichaam in een complete shutdown. Hij voelde niks meer en zijn piemel hing slap tussen zijn benen. Alle erotische opwinding was ondergegaan in een hels vuur van alles beheersende angst. Als een willoze, slappe lappenpop hing hij in de omklemmende armen van de man. Verdoofd als hij was, voelde hij niet eens hoe die in een mum van tijd in hem klaarkwam. Zijn ademhaling ging met horten en stoten, niet uit genot maar uit pure,  verlammende paniek. Hij kneep zijn ogen dicht om vooral niet het gevreesde gezicht uit het verleden te hoeven zien, maar wat hij ook deed: de koortsachtig brandende en gelijktijdig koude, emotieloze ogen, die het niet leek te interesseren wat hun slachtoffer doormaakte, werden toch zichtbaar achter zijn gesloten oogleden. In diepste stilte stootte hij een kreet van wanhoop uit!

De man in het heden liet hem los. Zijn als nutteloze staken aanvoelende benen konden hem niet dragen en hij viel pardoes voorover op de grond.

“Gaat het?” hoorde hij met duidelijk verschrikte en bezorgde stem vragen. De vraag leek te werken als een prikkel uit het heden, die de vloek van het verleden en zijn verlamming doorbrak, maar hij gaf geen antwoord. Hij bleef nog even liggen, maar krabbelde toen langzaam op. Hij trok zijn shortje op, deed zijn hemdje goed en vervuld van onberedeneerbare angst zette hij het, voorzover zijn nog altijd loodzware benen het konden, struikelend op een rennen. Voor alles wilde hij weg van hier! Hij wilde weg van die vreselijke plek, van de schokkende herinnering diep in zijn onderbewuste, weg van het priestergewaad, weg van de roofdierklauwen, weg van het gezicht!

Buiten adem rende hij het bos uit. Hij was zo overstuur dat hij vergat zijn fiets te pakken en sloeg de weg naar huis in om pas na honderden meters ietwat tot rust te komen en hijgend in gewone pas over te gaan. Hij was weer veilig!

Terwijl hij over straat liep, rook hij de man uit het heden nog steeds. Of rook hij de vreselijke herinnering, waarover hij nooit had gesproken en waar hij al die tijd zelf mee geworsteld had, totdat hij in staat was geweest het uit zijn bewuste geheugen te verbannen en het er op leek alsof de gebeurtenis nooit had plaatsgevonden? Het was hem deze avond duidelijk geworden dat het wel was gebeurd!

Hij had de indruk dat de zware lichaamsgeur zich aan zijn huid had vastgekleefd, in het weefsel van zijn kleren was getrokken of misschien alleen in zijn neusgaten was binnengedrongen, om daar de illusie te wekken dat ook hij nu stonk. Al lopend voelde hij steeds meer kriebelen op zijn lichaam. Hij was zich er van bewust dat dat psychologisch was, maar een angst voor ongenode huisdiertjes maakte zich van hem meester. Hij snakte hartstochtelijk naar een douche. Dat was het eerste wat hij thuis ging doen: zijn kleren in de wasmachine en een heel lange douche! Voor het eerst in zijn leven voelde hij zich onbeschrijflijk vies!

Onder de douche bedacht hij zich dat hij op een andere manier met mannen en jongens in contact moest komen. Hij kon eenvoudigweg niet zonder en wilde dat ook niet. Elke mens had behoefte aan lichamelijke liefde en warmte, hij ook. Hij was geen uitzondering. Maar het zou nooit meer in het Duivenbos zijn! Daar wilde hij nooit meer komen.

5647 keer gelezen

Score: 9
(van aantal stemmen: 29)

Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.